Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“midden in een verbouwing (zit)”. Tijdens de veiling heeft de notaris gezegd dat het om een
“afbouwwoning”ging en dat het leek alsof de eigenaren
“hamer en zaag hebben laten vallen en zijn vertrokken”. Nadat Lichtenberg vervolgens de woning ook aan de binnenzijde had bezichtigd en de beschikking had gekregen over het rapport van BoBo, heeft zij SNS Bank verzocht te worden ontslagen van haar verplichting tot afname van de woning. SNS Bank heeft daarin niet toegestemd. Het transport van de woning heeft plaats gevonden op 9 december 2009.
“afbouwwoning”,
“midden in een verbouwing”, waar de eigenaren
“hamer en zaag hebben laten vallen en zijn vertrokken”. Op grond van deze mededelingen mocht Lichtenberg ervan uitgaan dat de woning werd verbouwd en dat de verbouwingswerkzaamheden nog niet waren voltooid. Lichtenberg behoefde op grond van die mededelingen niet te verwachten dat de verbouwingswerkzaamheden van zodanig slechte kwaliteit waren, dat zij voor het grootste gedeelte ongedaan dienden te worden gemaakt tegen aanzienlijke kosten. Volgens BoBo zou met het leefbaar maken van de woning een bedrag € 100.000,- à 125.000,- gemoeid zijn. Dit brengt mee dat Lichtenberg de koopovereenkomst heeft gesloten met een onjuiste voorstelling van zaken. Lichtenberg heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de koopovereenkomst niet of niet op de overeengekomen voorwaarden zou hebben gesloten, als zij de juiste stand van zaken had geweten.
“afbouwwoning”, wat de woning bepaald niet was. De vordering van Lichtenberg kan daarom met succes zowel op artikel 6:228 lid 1 sub a BW als op sub b van dat artikellid worden gebaseerd.
“afbouwwoning”en geen gelegenheid biedt de woning aan de binnenzijde te bezichtigen, kan ook de professionele koper op een executieveiling niet worden verweten dat bij hem een onjuiste voorstelling van zaken ontstaat. Verder verwerpt het hof ook het beroep van SNS Bank op artikel 15 lid 1 AVVE. Daarin is, voor zover van belang, vermeld dat de koper zich niet erop kan beroepen dat het registergoed niet aan de overeenkomst beantwoordt, tenzij de verkoper dat wist. Als daarin al zou zijn bepaald dat gebreken aan de woning voor rekening van de dwalende blijven, geldt die contractuele regeling niet voor aan de verkoper bekende gebreken. In dit geval waren de gebreken bekend aan SNS Bank. Omdat Lichtenberg in dit geval toereikend onderzoek had verricht, staat ook artikel F onder m van de veilingvoorwaarden van 15 september 2009 niet in de weg aan een geslaagd beroep op dwaling.