Uitspraak
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Partiele nietigheid van de dagvaarding onder 1
De tenlastelegging
zij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2010 tot en met 10 april 2011, in de gemeente [gemeente], althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt, immers heeft zij, verdachte, en/of een of meer van haar mededader(s) (telkens) enig(e) geldbedrag(en) verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans (telkens) van die/dat geldbedrag(en) gebruik gemaakt door de aanschaf van onder meer:
zij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2010 tot en met 28 maart 2011, in de gemeente [gemeente], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, enig(e) geldbedrag(en) en/of goederen heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, althans van dit/deze geldbedrag(en) en/of goederen gebruik heeft/hebben gemaakt, te weten:
zij in of omstreeks de periode van 1 april 2010 tot en met 10 april 2011 in de gemeente [gemeente] en/of op één of meerdere locaties elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke werd gevormd door verdachte en/of één of meer medeverdachten, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk - het opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of vervoeren en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of aanwezig hebben van één of meerdere kilogram(men) hennep en/of hennepstekken en/of een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet en/of welke organisatie (mede) door haar, verdachte, en/of één of meer medeverdachte(n) is opgericht en/of aan welke organisatie (mede) door haar, verdachte, en/of één of meer medeverdachte(n) feitelijk leiding is/werd gegeven en/of tot het plegen van bovengenoemd(e) misdrijf/misdrijven (mede) door haar, verdachte, en/of één of meer van haar medeverdachte(n) opdracht is/werd gegeven en/of aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) (mede) door haar, verdachte, en/of één of meer van haar medeverdachte(n) feitelijk leiding is/werd gegeven.
Feit 1 Vrijspraak
Feit 2 Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
zij in de periode van 1 april 2010 tot en met 10 april 2011 in de gemeente [gemeente] heeft deelgenomen aan een organisatie, welke werd gevormd door verdachte en medeverdachten, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk - het opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of vervoeren en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of aanwezig hebben van één of meerdere kilogram(men) hennep en/of hennepstekken en/of een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, zijn de hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
283 (tweehonderddrieëntachtig) dagen.
240 (tweehonderdveertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
werkstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.