Uitspraak
[verzoeker],
de VvE
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] nog een productie in het geding gebracht en heeft mr. Van de Hoef gepleit aan de hand van schriftelijke aantekeningen. Voorts heeft de VvE ter zitting nog een productie (7) in het geding gebracht.
Het incidenteel appel houdt in dat de kantonrechter had moeten oordelen dat
niet-ontvankelijk was in zijn vordering voor recht te verklaren dat sprake is van nietigheid van het besluit op grond van art. 2:14 BW, nu een dergelijke vordering aan de rechtbank, sector civiel, had moeten worden voorgelegd.
3.De feiten
Op de agenda stond onder meer (punt 17):
"Voorstel verlenen toestemming aanbrengen dakterras [adres] - stempunt".Punt 2 van de agenda luidde:
"Quorumbepaling en eventueel vastleggen tweede vergaderingOm rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen dienen minimaal 19.136 stemmen aanwezig of vertegenwoordigd te zijn. Daar de verwachting bestaat dat op deze vergadering niet het vereiste quorum zal worden gehaald, delen wij u nu al mee, dat een nieuwe vergadering zal worden gehouden op dinsdag 23 mei 2013 om 19.30 uur, alwaar besluitvorming zal plaatshebben. Een oproep met uitnodiging zullen wij u in dat geval nog doen toekomen."
4.Het geschil in eerste aanleg en de beslissing van de kantonrechter
primairverzocht het besluit van 23 mei 2013 tot het verlenen van toestemming voor ingebruikname van het dak als dakterras [adres] nietig te verklaren,
subsidiairvoor recht te verklaren dat het verzoek tot het verlenen van toestemming voor ingebruikname van het dak als dakterras is afgewezen en
meer subsidiairhet besluit tot het verlenen van toestemming te vernietigen.
5 november 2013 afgewezen. Daartoe heeft hij overwogen dat [verzoeker], die als voorzitter bekend was met het gebruik dat de stemmen onmiddellijk na de vergadering werden geteld, daags na de ledenvergadering kennis had kunnen nemen van het besluit als bedoeld in art. 5:130 BW en dat hij zijn verzoek te laat heeft ingediend nu hij dat niet binnen een maand na 24 mei 2013 heeft gedaan.
Bij aanvullende beschikking van 5 februari 2014 heeft de kantonrechter beslist dat het primair, subsidiair en meer subsidiair gevorderde wordt afgewezen.
De kantonrechter heeft daartoe overwogen dat het besluit niet in strijd is met de akte van splitsing nu de bestemming van het dak op zichzelf beschouwd niet verandert doordat op het dak (het aanleggen en het gebruik van) een dakterras wordt toegestaan.
5.Bespreking van de grieven
principaal appel (grief I, eerste onderdeel) allereerst geklaagd dat de kantonrechter niet heeft geoordeeld over zijn primaire en subsidiaire verzoek om het besluit van de ledenvergadering van 23 mei 2013 nietig te verklaren en om voor recht te verklaren dat het verzoek om toestemming voor het aanbrengen van een dakterras is afgewezen.
grief in het incidenteel appelhoudt in dat de kantonrechter onbevoegd is om over het primaire en het subsidiaire verzoek van [verzoeker] te oordelen en dat hij [verzoeker] om die reden niet-ontvankelijk had moeten verklaren in zijn verzoeken.
Wat daarvan ook zij, nu de kantonrechter alle verzoeken van [verzoeker] heeft afgewezen en de VvE derhalve in het gelijk is gesteld en - zoals uit het hierna volgende zal blijken - het hof het vonnis van de kantonrechter zal bekrachtigen, heeft de VvE geen belang bij de bespreking van haar grief.
"Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon, dat in strijd is met de wet of de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit."
"Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon is, onverminderd het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
"Voor de toepassing van artikel 14 van Boek 2 wordt de akte van splitsing gelijkgesteld met de statuten."
"1. In afwijking van artikel 15 lid 3 van Boek 2 geschiedt de vernietiging van een besluit van een orgaan van de vereniging van eigenaars door een uitspraak van de kantonrechter […], op verzoek van degene die de vernietiging krachtens dit lid kan vorderen.
Het hof verwerpt dat standpunt. Door de toestemming aan één van de appartementsgerechtigden het dak als dakterras in gebruik te nemen, wijzigt de bestemming van het dak als zodanig niet. De functie van het dak blijft immers gehandhaafd en de overige appartementseigenaren worden dan ook niet beperkt in het genot van de oorspronkelijke bestemming van het dak. Van het geven van een uitsluitende gebruiksbevoegdheid als bedoeld in artikel 5:106 lid 4 BW aan één van de appartementsgerechtigden is hier geen sprake. De gegeven toestemming is in beginsel binnen de grenzen van artikel 2:8 BW ook herroepbaar.
De grief is vergeefs voorgedragen.
Besluiten die in strijd met dergelijke bepalingen zijn genomen, zijn ingevolge artikel 2:15 BW vernietigbaar en niet nietig op grond van artikel 2:14 BW, nu het niet gaat om fundamentele totstandkomingsgebreken.
5 november 2013, zoals aangevuld bij beschikking van 5 februari 2014 zal worden bekrachtigd. [verzoeker] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van dit hoger beroep. Die kosten worden wat het geliquideerd salaris voor de advocaat betreft tot aan deze uitspraak aan de zijde van de VvE in het principaal appel begroot op € 1.788,- (2 punten tarief II) en in het incidenteel appel op nihil.
de kantonrechter van 5 februari 2014;
mr. A. van Hees, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van vrijdag 13 juni 2014 in bijzijn van de griffier.