Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[naam terbeschikkinggestelde].
ontvankelijkin zijn vordering tot verlenging van de ter beschikkingstelling.
een jaar.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 10 februari 2014, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde, een 46-jarige man met een antisociale persoonlijkheidsstoornis, was eerder veroordeeld voor ernstige misdrijven, waaronder verkrachting. De rechtbank had de verlenging van de terbeschikkingstelling goedgekeurd, maar het hof oordeelde dat de vordering tot verlenging tijdig was ingediend, ondanks de opschorting van de termijn door de inverzekeringstelling van de terbeschikkinggestelde op 14 januari 2014. Het hof benadrukte dat de termijn van terbeschikkingstelling niet loopt wanneer de terbeschikkinggestelde van overheidswege wordt verpleegd en zijn vrijheid om andere redenen is ontnomen. Dit leidde tot de conclusie dat de vordering van het openbaar ministerie ontvankelijk was. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, waarbij het belang van de algemene veiligheid van anderen voorop stond. De terbeschikkinggestelde had een moeizame behandeling ondergaan, maar vertoonde vooruitgang in zijn behandeling en resocialisatie. Het hof concludeerde dat, gezien het recidivegevaar, de terbeschikkingstelling noodzakelijk was voor de bescherming van de samenleving.