Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
3 juni 2014
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Beuningen(hierna: de heffingsambtenaar)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
- [b-straat] 39 te [L] is een vrijstaande woning met een garage en een carport. Dit object heeft een inhoud van circa 538 m³ en een perceeloppervlakte van 665 m². Het bouwjaar van de woning is 1993. Dit object is op 6 april 2010 voor
- [c-straat] 54 te [L] is een vrijstaande woning met dakkapel en een garage. Dit object heeft een inhoud van circa 490 m³ en een perceeloppervlakte van 587 m². Het bouwjaar van de woning is 1995. Dit object is op 3 oktober 2011 voor € 480.000 verkocht.
- [d-straat] 6 te [M] is een vrijstaande woning met een dakkapel en een garage. Dit object heeft een inhoud van circa 778 m³ en een perceeloppervlakte van 670 m². De woning is gebouwd in 1996. Dit object is op 4 april 2011 voor € 520.000. verkocht.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
€ 362. Belanghebbendes gemachtigde heeft ter zitting van het Hof deze verschillen, die naar hij ter zitting heeft toegegeven zich (in beginsel) niet kunnen voordoen in de toegepaste waarderingsmethode, niet voldoende kunnen verklaren. Voorts constateert het Hof dat de taxateur die de in eerste aanleg overgelegde taxatiekaart heeft opgesteld is afgeweken van de gehanteerde bouwprijsbenadering door bij de waardering van het referentieobject [d-straat] 6 te [M] niet die (aangepaste) bouwprijs maar de in de uitspraak op bezwaar vermelde m³-prijs te hanteren. Belanghebbendes gemachtigde heeft voor de in 1972 gebouwde referentieobjecten [h-straat] 4 en [i-straat] 16 F te [Z] voor het bouwjaar een correctie van 10 percent toegepast. Hij heeft de door de heffingsambtenaar betwiste hoogte van de correctie echter niet onderbouwd. Voorts heeft de gemachtigde van belanghebbende de door de heffingsambtenaar gestelde waardedrukkende factoren ten tijde van de verkoop van deze beide referentieobjecten, niet betwist. Niet aannemelijk is geworden dat deze factoren bij het opstellen van de taxatiekaart zijn meegenomen. Hetgeen belanghebbendes gemachtigde overigens heeft aangevoerd, is niet voldoende voor de conclusie dat de door hem bepleite waarde van € 367.00 aannemelijk is.
5.Proceskosten
6.Beslissing
3 juni 2014in het openbaar uitgesproken.