Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002350-13
Uitspraak d.d.: 26 mei 2014
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 27 december 2012 met parketnummer 18-670180-12 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1989],
thans verblijvende in P.I. Veenhuizen, gevangenis Esserheem te Veenhuizen.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 17 juni 2013, 11 september 2013, 2 december 2013, 20 februari 2014, 7, 8 en 9 april 2014, 12 mei 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling ter zake van het onder 1A, 1B en 2 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van voorarrest. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde1] dient hoofdelijk te worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedings-maatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. Y. Moszkowicz, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1A:
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [adres] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, genaamd [benadeelde1] en/of [slachtoffer1], te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met dat oogmerk tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- die [benadeelde1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- op die [benadeelde1] is gaan zitten, en/of
- de handen van die [benadeelde1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de handen van die [slachtoffer1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de benen van die [benadeelde1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [benadeelde1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [slachtoffer1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [benadeelde1] gezet en/of gehouden, althans aan die [benadeelde1] getoond, en/of
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1B
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [adres] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
€ 320, althans geld en/of een simkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
een telefoontoestel en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- die [benadeelde1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- op die [benadeelde1] is gaan zitten, en/of
- de handen van die [benadeelde1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de handen van die [slachtoffer1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de benen van die [benadeelde1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [benadeelde1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [slachtoffer1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [benadeelde1] gezet en/of gehouden, althans aan die [benadeelde1] getoond, en/of
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten.
2.
hij in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [adres] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, te weten [slachtoffer2] en/of diens echtgenote [slachtoffer3] en/of hun/diens zoon(tje) [slachtoffer4] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.000,- euro, althans geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- (een) (papieren) zak(ken) over het hoofd/de hoofden van die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- de handen van die [slachtoffer2] op diens rug heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- die [slachtoffer2] de woorden heeft toegevoegd en/of doen toevoegen: "Zij moeten twee ton aan geld van je hebben", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen op die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] heeft gericht en/of gericht gehouden, althans aan die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] getoond, en/of
- die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Door de verdediging is ter terechtzitting van het hof bepleit dat verdachte van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken. Hiertoe is - kort gezegd - aangevoerd dat verdachte weliswaar in de boerderij aanwezig is geweest, maar dat hij geen opzet had op afpersing dan wel diefstal met geweld en dat er evenmin sprake is van (opzet op) medeplegen. Verdachte was niet op de hoogte van de plannen om [benadeelde1], [slachtoffer1], [slachtoffer2] en/of [slachtoffer4] af te persen dan wel geld of goederen van hen weg te nemen en is evenmin betrokken geweest bij de uitvoering van die plannen. Hij wist niet wat er in de boerderij gaande was. De andersluidende verklaring van [medeverdachte8] is niet betrouwbaar en het feit dat verdachte zwijggeld zou hebben betaald is onvoldoende om tot een veroordeling te komen. Uit het dossier blijkt bovendien dat verdachte degene was die aangever [benadeelde1] gerust stelde en dat [benadeelde1] zich nooit daadwerkelijk bedreigd heeft gevoeld door verdachte. Ten aanzien van de diefstal geldt ten slotte dat verdachte geen wegnemingshandeling heeft verricht. Gezien het voorgaande dient verdachte van de onder 1A en 1B en 2 ten laste gelegde feiten te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Wetenschap
Vast staat dat verdachte in het weekend van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 in de boerderij in Tripscompagnie aanwezig is geweest. De eerste vraag die aan de orde is, is of verdachte wist wat er zich in dat weekend in die boerderij afspeelde, te weten de poging tot afpersing van [benadeelde1] (1A), de diefstal met geweld jegens [benadeelde1] en [slachtoffer1] (1B) en tot slot de afpersing van [slachtoffer1] en/of zijn gezinsleden (2). Het hof overweegt als volgt.
Medeverdachte [medeverdachte7] heeft verklaard dat verdachte reeds in de boerderij aanwezig was, toen de medeverdachten [medeverdachte1] en [medeverdachte8] de slachtoffers [benadeelde1] en [slachtoffer1] op 29 juli 2011 gingen ophalen. Toen [benadeelde1] en [slachtoffer1] de boerderij werden binnen gebracht hoorde [medeverdachte7], die op dat moment ook in de boerderij aanwezig was, een hoop lawaai en geschreeuw. Uit de gesprekken die volgden tussen medeverdachten [medeverdachte8] en [medeverdachte2] - bijgenaamd [medeverdachte2] - kon [medeverdachte7], die met verdachte op de bank zat, opmaken dat er personen werden gegijzeld en dat één van hen [benadeelde1] was. Er bestaat geen discussie over dat [benadeelde1] en [slachtoffer1] na binnenkomst in de boerderij zijn overvallen door personen die vermomd waren met bivakmutsen en dat zij zijn mishandeld en vastgebonden. De spullen die zij bij zich hadden, zijn van hen afgenomen en er is geld van [benadeelde1] geëist.
Naast de verklaring van [medeverdachte7] inhoudende dat hij een hoop lawaai en geschreeuw heeft gehoord, bevat het dossier een verklaring van medeverdachte [medeverdachte12], inhoudende dat de jongens als speenvarkens hebben gekrijst en dat het klonk alsof ze klappen kregen.
Ook [getuige6], die in een ander deel van de boerderij woont, heeft luid geschreeuw en gehuil gehoord en een geluid als van een harde slag op mensenhuid.
Dat verdachte dit alles niet heeft gehoord, zoals hij ter terechtzitting heeft verklaard, acht het hof volstrekt ongeloofwaardig. Net als [medeverdachte7] moet hij hebben vernomen dat er personen tegen hun wil in de boerderij werden vastgehouden.
Voorts is van belang dat verdachte blijkens de verklaring van [benadeelde1] op een gegeven moment tegen [benadeelde1] heeft gezegd: "Ik hoorde wat er met jou gebeurd was. Ik sta garant dat er niks meer met je gebeurt." En daarnaast is er de verklaring van [benadeelde1] op 14 maart 2012: "Toen mijn telefoon over ging en ik zag dat [vriendin] weer een berichtje had gestuurd, gaf ik dit naar [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) aan. Hij zei tegen mij dat hij (het hof begrijpt: ik) onder zijn toezicht wel een berichtje naar [vriendin] kon sturen, maar dat daarin moest staan dat ik met [slachtoffer1] in Amsterdam zat".
Het hof leidt uit het voorgaande af dat verdachte niet alleen wist dat er mensen tegen hun wil in de boerderij werden vastgehouden met het doel hen af te persen dan wel door geweld/bedreiging met geweld geld of goederen van hen af te nemen, maar ook dat hij daar zelf een rol in speelde en enige invloed had op het beloop van de gebeurtenissen. Ook neemt het hof in aanmerking een incident tussen [medeverdachte1] en [medeverdachte2]. [medeverdachte1] had in opdracht van verdachte pizza’s gehaald voor de aanwezigen in de boerderij. Toen [medeverdachte1] - in het bijzijn van [benadeelde1] en/of [slachtoffer1] - aan [medeverdachte2] vertelde dat hij de pizza’s in opdracht van [verdachte] (verdachte) had gehaald, werd [medeverdachte2] boos omdat [benadeelde1] en [slachtoffer1] nu wisten dat “[verdachte] er ook bij was”.
Toen de afpersing van [benadeelde1] niet slaagde, is er een nieuw plan gemaakt, namelijk om [slachtoffer2] af te persen. Uit het dossier blijkt dat verdachte hierbij aanwezig was. Volgens [medeverdachte8] was iedereen ervan op de hoogte wat er zou gebeuren met de man als hij in de boerderij zou komen. [medeverdachte2] had namelijk gezegd dat het "net zo moest" als toen [benadeelde1] en [slachtoffer1] (het hof begrijpt: [slachtoffer1]) binnenkwamen. Hoewel het hof niet de volledige verklaring van [medeverdachte8] geloofwaardig acht, bijvoorbeeld ten aanzien van het gedeelte dat verdachte de zoon van [slachtoffer2] zou hebben vastgebonden, acht het hof voornoemd deel van de verklaring wel geloofwaardig en bruikbaar voor het bewijs, nu andere omstandigheden bevestigen dat verdachte wist wat er met [slachtoffer2] stond te gebeuren. Zo heeft [medeverdachte7] verklaard dat hij op de derde dag (het hof begrijpt: zondag 31 juli 2011) lawaai hoorde en dat verdachte toen de televisie luider zette. [medeverdachte7] zag daarop dat de man uit Groningen (het hof begrijpt: [slachtoffer2]) in één van de slaapkamers werd geduwd. [medeverdachte7] hoorde vervolgens gesprekken tussen [medeverdachte2] en [medeverdachte8] dat de man geld moest betalen en hoorde dat de man werd bedreigd.
Het hof acht ook hier niet aannemelijk dat dit allemaal langs verdachte heen is gegaan, terwijl [medeverdachte7] dit wel heeft meegekregen. Dat [medeverdachte2] die dag tegen verdachte heeft gezegd "dat het niet lang meer ging duren", zoals [medeverdachte7] heeft verklaard, bevestigt dat verdachte wel degelijk wist wat er zich in de boerderij afspeelde.
Toen het opgeëiste geld uiteindelijk bij de vrouw van [slachtoffer2] werd opgehaald, zat verdachte in de woonkamer. Verdachte is vervolgens met de medeverdachten vertrokken, waarna zij samen hebben gegeten. Verdachte heeft na afloop € 500,- zwijggeld aan medeverdachte [medeverdachte1] betaald.
Medeplegen
Het hof stelt voorop dat het voor een bewezenverklaring van (een poging tot) medeplegen van afpersing in vereniging en/of voor diefstal met geweld niet noodzakelijk is dat de mededader(s) de gewelddadige handelingen zelf heeft of hebben verricht, zolang het opzet van de medepleger (al dan niet in voorwaardelijke vorm) maar is gericht op de bewuste en nauwe samenwerking alsmede op de afpersing/diefstal met geweld.
Zoals hierboven uiteen is gezet, wist verdachte dat men zowel bij [benadeelde1] en/of [slachtoffer1] als bij [slachtoffer2] uit was op geldelijk gewin en moet voor hem kenbaar zijn geweest dat de slachtoffers het geld en/of de goederen niet vrijwillig zouden afstaan. Ook moet hem duidelijk zijn geworden dat er geweld tegen de slachtoffers werd gebruikt en moet hij bedreigingen hebben gehoord. Ten aanzien van [slachtoffer2] wist verdachte van tevoren dat het de bedoeling was om het afhandig maken van geld op vergelijkbare wijze aan te pakken als bij [benadeelde1] en [slachtoffer1].
Dat verdachte het slachtoffer [benadeelde1] op een gegeven moment geprobeerd heeft gerust te stellen, hetgeen het hof aanneemt, laat onverlet dat verdachte op geen enkel moment daadwerkelijk heeft ingegrepen en/of heeft geprobeerd te voorkomen dat er (nog) meer geweld werd gebruikt. Evenmin heeft verdachte zich gedistantieerd van het gebeuren en zijn medeverdachten. Verdachte heeft immers geen enkele poging gedaan om in te grijpen dan wel zich aan het gebeuren te onttrekken, terwijl hij hiertoe wel in de gelegenheid is geweest. Verdachte heeft door zijn aanwezigheid de groep, die een meerderheid vormde ten opzichte van de slachtoffers, niet alleen getalsmatig versterkt, ook heeft hij een toezichthoudende rol gehad, zo blijkt uit de verklaring van [benadeelde1].
Het hof leidt hieruit af dat verdachte niet alleen wist van de afpersing van [benadeelde1] en het (dreigen met) geweld jegens [benadeelde1] en [slachtoffer1], maar hiermee ook heeft ingestemd en bovendien heeft bijgedragen aan het mogelijk maken van deze misdrijven.
Naar het oordeel van het hof is er, gelet op de hierboven uiteengezette omstandigheden, sprake van het opzettelijk in vereniging dwingen tot afgifte van geld van [benadeelde1].
Het hof is voorts van oordeel dat verdachte door zich aan te sluiten bij de afpersing van [benadeelde1], bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er niet alleen geld geëist zou worden, maar ook dat er geld en goederen van [benadeelde1] en [slachtoffer1] zouden worden afgenomen. Derhalve is het hof van oordeel dat er in de gegeven omstandigheden tevens sprake is van medeplegen van diefstal met geweld van [benadeelde1] en [slachtoffer1].
Toen de afpersing van [benadeelde1] niet slaagde, is er, zoals eerder gezegd, een nieuw plan gemaakt, namelijk om [slachtoffer2] af te persen. Verdachte was ook hierbij aanwezig in de boerderij en wist wat er stond te gebeuren, namelijk hetzelfde als bij [benadeelde1] en [slachtoffer1]. Verdachte heeft niet geprobeerd een en ander te voorkomen en/of zich gedistantieerd. Ook hier heeft hij de groep met zijn aanwezigheid versterkt. Daarnaast werd hij door een andere verdachte op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van de afpersing ("het gaat niet lang meer duren") en is hij na afloop samen met de anderen vertrokken. Deze omstandigheden duiden op een bewuste en nauwe samenwerking. Dit geldt ook voor het feit dat verdachte, in het bijzijn van medeverdachte [medeverdachte2], zwijggeld aan een medeverdachte heeft betaald. Hoewel dit een handeling was die na de delicten plaatsvond, zegt het feit dat verdachte zwijggeld betaalde wel iets over zijn betrokkenheid bij de delicten.
Gezien het voorgaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan de onder 1A, 1B en 2 ten laste gelegde feiten. Anders dan de raadsman stelt, is er bij de poging tot afpersing van [benadeelde1] en de diefstal met geweld van [benadeelde1] en [slachtoffer1] geen sprake van eendaadse samenloop. De verweren van de raadsman worden verworpen.
De omstandigheden dat verdachte, hoewel als medepleger aan te merken, geen erg actieve rol heeft gehad bij de gewelddadige feitelijkheden, zal bij de strafoplegging in aanmerking worden genomen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging verkregen, dat verdachte het onder 1A en B en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: