ECLI:NL:GHARL:2014:4246

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 mei 2014
Publicatiedatum
27 mei 2014
Zaaknummer
ks 21-003000-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor gekwalificeerde diefstal en afpersing, veroordeling voor poging tot diefstal en afpersing van minderjarige

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor verschillende strafbare feiten, waaronder gekwalificeerde diefstal en afpersing. Het hof kwam echter tot de conclusie dat de rol van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten onvoldoende kon worden vastgesteld, wat leidde tot vrijspraak voor de gekwalificeerde diefstal en afpersing in vereniging. De feiten in kwestie betroffen onder andere een inbraak in een boerderij te Tripscompagnie en een poging tot afpersing van een minderjarige jongen in Oldambt. De verdachte werd echter wel veroordeeld voor de poging tot diefstal van hennep en de afpersing van € 14.000,- van de minderjarige jongen. Het hof oordeelde dat de verdachte, samen met medeverdachten, de minderjarige had gedwongen tot afgifte van het geld door hem in een auto te dwingen en te bedreigen. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van vier jaar opgelegd, met aftrek van voorarrest. Het hof oordeelde dat de ernst van de feiten, vooral gezien de kwetsbaarheid van het slachtoffer, een aanzienlijke straf rechtvaardigde. Daarnaast werden vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij de vordering van de benadeelde partij [benadeelde1] niet-ontvankelijk werd verklaard, terwijl de vordering van [benadeelde4] tot schadevergoeding werd toegewezen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003000-13
Uitspraak d.d.: 26 mei 2014
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 27 december 2012 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18-830148-12 en 18-670486-12, tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1990],
thans verblijvende in P.I. Veenhuizen, gevangenis Esserheem te Veenhuizen.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 17 juni 2013, 11 september 2013, 2 december 2013, 20 februari 2014, 7, 8 en 9 april 2014, 12 mei 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1, 2A, 2B, 3, 4, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren, met aftrek van voorarrest. De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde1] en [slachtoffer8] dienen hoofdelijk te worden toegewezen, telkens met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De inbeslag-genomen witte Blackberry dient aan verdachte te worden teruggegeven. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. I.A. Groenendijk, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 18-670486-12:
1:
hij in of omstreeks de nacht van 10 juli 2011 op 11 juli 2011, te Beerta, in elk geval in de gemeente Oldambt, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een aan of nabij de [straat] staande garage/schuur heeft weggenomen een hoeveelheid hennep en/of hennepplanten, een motor (merk Yamaha) en/of gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
2A:
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [adres] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, genaamd [benadeelde1] en/of [slachtoffer1], te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met dat oogmerk tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- die [benadeelde1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- op die [benadeelde1] is gaan zitten, en/of
- de handen van die [benadeelde1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de handen van die [slachtoffer1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de benen van die [benadeelde1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [benadeelde1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [slachtoffer1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [benadeelde1] gezet en/of gehouden, althans aan die [benadeelde1] getoond, en/of
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

EN/OF
2B
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [adres] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
€ 320, althans geld en/of een simkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
een telefoontoestel en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- die [benadeelde1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- op die [benadeelde1] is gaan zitten, en/of
- de handen van die [benadeelde1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de handen van die [slachtoffer1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de benen van die [benadeelde1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [benadeelde1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [slachtoffer1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [benadeelde1] gezet en/of gehouden, althans aan die [benadeelde1] getoond, en/of
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten.
3.
hij in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [adres] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, te weten [slachtoffer2] en/of diens echtgenote [slachtoffer3] en/of hun/diens zoon(tje) [slachtoffer4] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.000,- euro, althans geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- (een) (papieren) zak(ken) over het hoofd/de hoofden van die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- de handen van die [slachtoffer2] op diens rug heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- die [slachtoffer2] de woorden heeft toegevoegd en/of doen toevoegen: "Zij moeten twee ton aan geld van je hebben", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen op die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] heeft gericht en/of gericht gehouden, althans aan die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] getoond, en/of
- die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten.
Zaak met parketnummer 18-830148-12:
4:
hij op of omstreeks 7 november 2011, te Froombosch, in elk geval in de gemeente Slochteren, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een aan of nabij de [adres] staande schuur/loods weg te nemen hennep(planten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die schuur/loods te verschaffen en/of die/dat weg te nemen hennep(planten), althans die/dat goed(eren), onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
met dat oogmerk met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een (toegangs-)deur van die schuur/loods heeft open gebroken,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
5 primair:
hij op of omstreeks 7 november 2011, op of aan de openbare weg, de [adres], althans op of aan een openbare weg te Froombosch, in elk geval in de gemeente Slochteren, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een/die) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, te weten[slachtoffer5] en/of [slachtoffer6], te dwingen tot de afgifte van hennep, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan genoemde[slachtoffer5] en/of genoemde [slachtoffer6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met voormeld oogmerk met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
met een of meer auto's naar de woning van die[slachtoffer5] is gereden, en/of
met (een of meer van) die auto('s) meerdere malen, althans eenmaal, met gierende banden en/of met hoge snelheid, althans met veel lawaai langs die woning van die[slachtoffer5] is gereden, en/of
een band van een (na)bij die woning van die[slachtoffer5] staande auto heeft lek gestoken en/of vernield, en/of
een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die[slachtoffer5] en/of die [slachtoffer6] heeft gericht althans aan die[slachtoffer5] en/of die [slachtoffer6] heeft getoond, en/of
die[slachtoffer5] en/of die [slachtoffer6] de woorden heeft toegevoegd: "Weedhok leeghalen, anders bel ik de politie", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
5 subsidiair:
hij op of omstreeks 7 november 2011, op of aan de openbare weg, de [adres], althans op of aan een openbare weg te Froombosch, in elk geval in de gemeente Slochteren, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen/geld, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer5] en/of [slachtoffer6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die[slachtoffer5] en/of die [slachtoffer6], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
met een of meer auto's naar de woning van die[slachtoffer5] is gereden, en/of
met (een of meer van) die auto('s) meerdere malen, althans eenmaal, met gierende banden en/of met hoge snelheid, althans met veel lawaai langs die woning van die[slachtoffer5] is gereden, en/of
een band van een (na)bij die woning van die[slachtoffer5] staande auto heeft lek gestoken en/of vernield, en/of
een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die[slachtoffer5] en/of die [slachtoffer6] heeft gericht althans aan die[slachtoffer5] en/of die [slachtoffer6] heeft getoond, en/of
die[slachtoffer5] en/of die [slachtoffer6] de woorden heeft toegevoegd: "Weedhok leeghalen, anders bel ik de politie", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
5 meer subsidiair:
dat hij op of omstreeks 7 november 2011, in de gemeente Slochteren,, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer personen, te weten[slachtoffer5] en/of [slachtoffer6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die[slachtoffer5] en/of die [slachtoffer6] gericht althans aan die[slachtoffer5] en/of die [slachtoffer6] getoond.
6 primair:
hij op of omstreeks 22 november 2011, in de gemeente Oldambt, op of aan de openbare weg de [straat], althans op of aan een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een jongen, genaamd [slachtoffer8], heeft gedwongen tot de afgifte van € 14.000,-, althans enig geldbedrag, en/of een simkaart, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer8] en/of [benadeelde4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, (terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) samen met die [slachtoffer8] in een auto over de [straat] reden)
- plots en/of zonder noodzaak die auto op die [straat] tot stilstand heeft gebracht, en/of
- die [slachtoffer8] de woorden heeft toegevoegd: "Geef me je geld" en/of "Geef me je telefoon", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- door het optreden van verdachte en/of dat van verdachtes mededader(s) een zodanige sfeer hebben/heeft geschapen dat die [slachtoffer8] vreesde dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) geweld zou(den) gaan gebruiken.
6 subsidiair:
hij op of omstreeks 22 november 2011, in de gemeente Oldambt, op of aan de openbare weg de [straat], althans op of aan een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen € 14.000,-, althans enig geldbedrag, en/of een simkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer8] en/of [benadeelde4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, (terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) samen met die [slachtoffer8] in een auto over de [straat] reden)
- plots en/of zonder noodzaak die auto op die [straat] tot stilstand heeft gebracht, en/of
- die [slachtoffer8] de woorden heeft toegevoegd: "Geef me je geld" en/of "Geef me je telefoon", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- door het optreden van verdachte en/of dat van verdachtes mededader(s) een zodanige sfeer hebben/heeft geschapen dat die [slachtoffer8] vreesde dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) geweld zou(den) gaan gebruiken.
6 meer subsidiair:
dat hij op of omstreeks 22 november 2011, in de gemeente Oldambt, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, genaamd [slachtoffer8] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van € 14.000,-, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [slachtoffer8] medegedeeld dat - zakelijk weergegeven - wanneer hij, die [slachtoffer8], voor een bedrag van € 14.000,- vuurwerk zou kopen hij, die [slachtoffer8], daarmee € 10.000,- winst zou kunnen maken wanneer hij, die [slachtoffer8], dat vuurwerk weer zou verkopen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, waardoor die [slachtoffer8] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
6 meest subsidiair:
hij op of omstreeks 22 november 2011, in de gemeente Oldambt, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, € 14.000,-, althans een hoeveelheid geld, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat geld wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Feit 1 (zaak Afghanistan, parketnummer 18-670486-12):
Door de raadsvrouw van verdachte is ter terechtzitting van het hof bepleit dat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat niet blijkt dat verdachte ten aanzien van de inbraak uitvoeringshandelingen heeft verricht dan wel dat hij anderszins een substantiële bijdrage aan het feit heeft geleverd zodat hij niet als (mede)pleger van dat feit kan worden veroordeeld.
Verdachte heeft erkend dat hij kort voor de gepleegde diefstal op de plaats delict aanwezig is geweest. Naar eigen zeggen is hij echter weer weggegaan toen hij zag dat er een hele groep was die daar wilde inbreken en dat hij het daarom "niet helemaal vertrouwde".
Het hof is met de verdediging van oordeel dat op basis van het dossier niet is vast te stellen dat verdachte bij de daadwerkelijke inbraak is betrokken geweest en/of dat zijn rol daaraan voorafgaand of ten tijde van de inbraak zodanig is geweest dat van medeplegen kan worden gesproken. Verdachte zal daarom van het onder 1 ten laste gelegde feit worden vrijgesproken.
Feit 2A, 2B en 3 (zaak Zeespin, parketnummer 18-670486-12):
Verdachte heeft gedurende de gehele procedure ontkend dat hij betrokken is geweest bij de (poging tot) afpersing en/of diefstal met geweld van [benadeelde1], [slachtoffer1], [slachtoffer2] en diens zoon [slachtoffer4]. Deze feiten zijn gepleegd in het weekend van 27 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 en hebben plaatsgevonden in een boerderij in Tripscompagnie. De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte vanwege een gebrek aan wettig en overtuigend bewijs van deze feiten dient te worden vrijgesproken.
Anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat verdachte van deze feiten dient te worden vrijgesproken. Hoewel uit het dossier blijkt dat verdachte in het betreffende weekend op enig moment in de boerderij in Tripscompagnie aanwezig is geweest, blijkt daaruit niet op overtuigende wijze of verdachte een rol – en zo ja, welke - heeft gehad bij de totstandkoming en/of uitvoering van de jegens [benadeelde1], [slachtoffer1], [slachtoffer2] en [slachtoffer4] gepleegde delicten. Aldus kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zich (als medepleger) heeft schuldig gemaakt aan die feiten en zal hij daarvan worden vrijgesproken.
Feit 4 en 5 (zaak Muskiet, parketnummer 18-830148-12):
Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof erkend dat hij op 7 november 2011 samen met anderen heeft ingebroken bij een schuur/loods gelegen achter de woning van [slachtoffer5] te Froombosch met het doel om daaruit hennep weg te nemen. Toen de deur van de schuur/loods was opengebroken en één van de aanwezigen naar binnen ging om te kijken of de hennep meegenomen kon worden, hoorden zij geluiden op het erf en zijn ze gevlucht. Het onder 4 ten laste gelegde feit kan wettig en overtuigend bewezen worden.
Verdachte en zijn medeverdachten zijn toen teruggegaan naar hun auto's, die verderop geparkeerd stonden. Daar is overleg gepleegd en besloten dat er versterking moest komen. Verdachte heeft vervolgens medeverdachte [medeverdachte1] gebeld, waarna [medeverdachte1] samen met [medeverdachte13] en [medeverdachte14] in de blauwe Mazda van [medeverdachte14] ter plaatse zijn gekomen en zich bij de anderen hebben gevoegd. Na het overleg is een andere verdachte, [medeverdachte3], bij [medeverdachte1], [medeverdachte13] en [medeverdachte14] in de Mazda gaan zitten. De auto's zijn vervolgens een aantal keer met veel lawaai langs de woning van [slachtoffer5] gereden, en de blauwe Mazda is op een gegeven moment bij de woning gestopt. [medeverdachte3] is toen uit de auto gestapt en heeft [slachtoffer5] en [slachtoffer6], die zich inmiddels op het erf bevonden, met een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) bedreigd. Daarbij werd geroepen: "Weedhok leeghalen, anders bel ik de politie". Anders dan de verdachten kennelijk hadden verwacht, heeft [slachtoffer5] zelf de politie ingeschakeld. Toen hij dit kenbaar maakte, zijn ze er vandoor gegaan.
Verdachte bevond zich niet in de blauwe Mazda maar reed in één van de andere auto's. Verdachte heeft verklaard niets te hebben geweten van de plannen van de medeverdachten in de Mazda om [slachtoffer5] en/of [slachtoffer6] af te persen door onder andere met een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) te dreigen. Verdachte wist überhaupt niet dat één van hen een wapen bij zich had, zo heeft hij gesteld. Volgens verdachte hadden zij juist het plan gevat om de aangevers af te leiden door met de auto's met gierende banden voor de woning langs te rijden, zodat de hennep ondertussen ongemerkt uit de schuur/loods kon worden gehaald. Verdachte had dus wel opzet op diefstal van hennep maar niet op geweld en/of bedreiging met geweld.
Het hof constateert dat uit het dossier niet eenduidig blijkt wat er tijdens het overleg dat na de eerste poging tot diefstal plaatsvond, is besloten. Enerzijds zitten er verklaringen in het dossier waaruit lijkt te volgen dat besloten is om [slachtoffer5] en/of [slachtoffer6] af te persen, anderzijds zitten er verklaringen in het dossier - zoals die van verdachte en [medeverdachte9] - die ertoe strekken dat er besloten is om de bewoners af te leiden, zodat de hennep ongemerkt kon worden gestolen.
Het hof is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte wist dat een medeverdachte een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) bij zich had en dat dit zou worden gebruikt om aangevers af te persen. Anders dan de advocaat-generaal en de rechtbank hebben aangenomen was dit naar het oordeel van het hof voor verdachte niet voorzienbaar.
Ook anderszins blijkt niet dat verdachte handelingen heeft verricht met het opzet om aangevers te dwingen tot afgifte van hennep noch dat hij daartoe bewust en nauw met anderen heeft samengewerkt. Verdachte dient aldus van het onder 5 primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
Nu het opzet op het geweld/bedreiging met geweld ontbreekt, kan het subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde evenmin worden bewezen. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde geldt daarbij dat het niet tot een strafbare poging is gekomen. Het met auto’s trachten af te leiden van [slachtoffer5] en/of [slachtoffer6] is nog niet aan te merken als een begin van uitvoering van diefstal, ook al was dat bedoeld om de diefstal te vergemakkelijken. Ten aanzien van de in de tenlastelegging opgenomen bedreigende handelingen kan - zoals hiervoor reeds overwogen - niet worden bewezen dat deze door verdachte (al dan niet tezamen en in vereniging met anderen) zijn verricht. Het lek steken van de autoband heeft plaats gevonden bij het eerste bezoek aan [slachtoffer5] (feit 4). Dit lek steken is evenmin aan te merken als een begin van uitvoering van een tweede poging tot diefstal uit de schuur/loods. Verdachte zal derhalve ook van feit 5 subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Feit 6 (zaak Sluipvlieg, 18-830148-12)
De verdediging heeft zich ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde feit gerefereerd aan het oordeel van het hof. Verdachte heeft dit feit erkend. Overeenkomstig het standpunt van de advocaat-generaal kan het onder 6 primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend worden bewezen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging verkregen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-830148-12 onder 4 en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 18-830148-12:
4:
hij op 7 november 2011, te Froombosch, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een aan of nabij de [adres] staande schuur/loods weg te nemen hennep(planten), toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die schuur/loods te verschaffen door middel van braak, met dat oogmerk met een of meer van zijn mededader(s), een toegangsdeur van die schuur/loods heeft open gebroken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
6 primair:
hij op 22 november 2011, in de gemeente Oldambt, op of aan de openbare weg de [straat], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een jongen, genaamd [slachtoffer8], heeft gedwongen tot de afgifte van € 14.000,-, toebehorende aan die [slachtoffer8] en/of [benadeelde4], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders, terwijl verdachte en verdachtes mededaders samen met die [slachtoffer8] in een auto over de [straat] reden
- plots en zonder noodzaak die auto op die [straat] tot stilstand heeft gebracht, en
- die [slachtoffer8] de woorden heeft toegevoegd: "Geef me je geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en
- door het optreden van verdachte en/of dat van verdachtes mededaders een zodanige sfeer hebben/heeft geschapen dat die [slachtoffer8] vreesde dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) geweld zou(den) gaan gebruiken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 18-830148-12 onder 4 bewezen verklaarde levert op:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het in de zaak met parketnummer 18-830148-12 onder 6 primair bewezen verklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan twee misdrijven, waarvan één van zeer ernstige aard. Dit betreft de afpersing in vereniging van aangever [slachtoffer8], destijds nog maar 14 jaar oud. Toen verdachte en zijn medeverdachten hoorden dat [slachtoffer8] wist waar zijn vader € 14.000,- bewaarde, hebben zij hem een lucratieve handel in vuurwerk voorgehouden en hem ertoe gebracht dit geld stiekem mee te nemen. Aangever heeft vervolgens plaats moeten nemen op de achterbank van een auto, tussen twee andere verdachten in. De auto werd bestuurd door verdachte en op de passagiersstoel zat een vierde verdachte. Toen verdachte tijdens de autorit plotseling aan de handrem trok, zich naar aangever toedraaide en zei "geef me je geld", werd er een zodanige sfeer geschapen dat bij [slachtoffer8] de redelijke vrees kon ontstaan dat er geweld zou worden gebruikt en werd hij op die manier gedwongen het geld af te geven. Nadat aangever uit de auto werd gezet, moest hij zijn simkaart afgeven, zodat hij niet meteen hulp kon inschakelen.
Het hof acht het buitengewoon stuitend dat verdachte op voornoemde wijze misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van een jong en daarom kwetsbaar slachtoffer. Het gebeuren op 22 november 2011 moet voor [slachtoffer8] beangstigend zijn geweest. Dat de verdachte slechts heeft gehandeld vanuit het oogpunt van financieel gewin en kennelijk geen moment heeft stilgestaan bij de mogelijke gevolgen voor het slachtoffer, wordt hem zwaar aangerekend.
Enkele weken voorafgaand aan de afpersing van [slachtoffer8] heeft verdachte met anderen gepoogd in te breken in een loods/schuur van [slachtoffer5] om hennep te stelen. Ook dit feit getuigt van een gebrek aan respect voor de eigendomsrechten van een ander.
Ten nadele van verdachte spreekt dat hij blijkens een hem betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 14 maart 2014 eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder een poging tot afpersing.
Het reclasseringsadvies d.d. 29 mei 2012 schetst een zorgelijk beeld. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat, waarbij opleiding, werk, vrienden en kennissen als risicofactoren gelden. Daarnaast zijn er bij verdachte beperkingen geconstateerd op het gebied van probleemsignalering.
De verdediging heeft ter terechtzitting aangevoerd dat voornoemd reclasseringsrapport als achterhaald te beschouwen is, in die zin dat verdachte zijn leven wil beteren en dat hij zich daarvoor actief wil inzetten. Verdachte wil ervoor zorgen dat hij na detentie een vast inkomen en een vaste plek om te wonen krijgt, en wil afstand nemen van 'verkeerde vrienden'. Binnen detentie heeft verdachte diverse certificaten behaald en in die zin de daad bij het woord gevoegd, aldus de raadsvrouw.
Het hof is van oordeel dat de ernst van met name het onder 6 primair bewezenverklaarde feit en verdachtes strafrechtelijk verleden, oplegging van een gevangenisstraf van aanmerkelijke duur rechtvaardigen. Hetgeen hierboven met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden is vermeld, maakt dat niet anders. Alles afwegende, wordt een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest, passend en noodzakelijk geacht. Deze straf is beduidend lager dan de straf die in eerste aanleg is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd, aangezien verdachte van een aantal (ernstige) feiten wordt vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer7]

Uit het onderzoek is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat zij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep niet voort en kan het hof niet op die vordering beslissen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van ontstaan van de schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 2A en 2B ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde4]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 11.010,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 6 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De vordering is door de verdediging niet betwist. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering (hoofdelijk) zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 57, 63, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-670486-12 onder 1, 2A, 2B en 3 en het in de zaak met parketnummer 18-830148-12 onder 5 primair, 5 subsidiair en 5 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-830148-12 onder 4 en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18-830148-12 onder 4 en 6 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1.
Blackberry, kleur wit.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde1]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde1] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde4]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde4] ter zake van het onder 6 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 11.010,00 (elfduizend tien euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte, die evenals zijn mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde4], een bedrag te betalen van
€ 11.010,00 (elfduizend tien euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Aldus gewezen door
mr. T.H. Bosma, voorzitter,
mr. G. Dam en mr. G.M. Meijer-Campfens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman, griffier,
en op 26 mei 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.