Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
(€ 2.079), betonverharding (€ 2904) en de aanleg van een kavelpad (€ 833). Daarnaast heeft [geïntimeerde] in mei 2006 een veewagen gekocht voor € 6.843 en in april 2007 een gebruikte mesttank met bemester voor € 2.750. Daar zijn in november 2010 een kunstmeststrooier voor € 850, in maart 2011 een zes kuub silo van € 1.488 en in augustus 2011 een tweedehands schotelmaaier voor € 1.166 bijgekomen. Blijkens de jaarrekening over boekjaar 2012 is de totale boekwaarde van deze investeringen per 31 december 2012 € 7.610. In 2009 heeft [geïntimeerde] daarnaast 20.000 kg melkquotum aangekocht. Ook na die uitbreiding is de verhouding tussen de omvang van het quotum (85.350 kg in 2012) en het aantal melkkoeien (25 stuks) zodanig dat sprake is van een min of meer extensieve exploitatie. Gelet op de geringe omvang van het melkveebedrijf van [geïntimeerde] zijn er slechts zeer beperkt mogelijkheden om op eigen krachten te groeien tot een bedrijf met een opbrengst die substantieel bijdraagt aan het gezinsinkomen.
€ 1.658,93.
€ 3.510,64.