Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
zij in of omstreeks de nacht van 2 op 3 november 2013 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer1] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer1] meermalen (met kracht) met een mes, althans met een scherp/puntig voorwerp in diens borst(streek) en/of in diens buik(streek) heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij in of omstreeks nacht van 2 op 3 november 2013 te [plaats] aan een persoon genaamd [slachtoffer1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (perforerende steekwonden door de lever en twaalfvingerige darm) heeft toegebracht, door deze opzettelijk meermalen (met kracht) met een mes, althans met een scherp/puntig voorwerp in diens borst(streek) en/of in diens buik(streek) te steken;
zij in of omstreeks de nacht van 2 op 3 november 2013 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer1] meermalen (met kracht) met een mes, althans met een scherp/puntig voorwerp in diens borst(streek) en/of in diens buik(streek) heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij in of omstreeks de nacht van 2 op 3 november 2013 te [plaats] opzettelijk mishandelend [slachtoffer1] meermalen (met kracht) met een mes, althans met een scherp/puntig voorwerp in diens borst(streek) en/of in diens buik(streek) heeft gestoken, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
zij op of omstreeks 21 april 2012 te [plaats], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans eenmaal (met kracht) in/op/tegen zijn gezicht/hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of (vervolgens) met een fles/glas, althans een hard en/of scherp voorwerp in/op/tegen zijn hoofd/gezicht heeft geslagen en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal (een) fles(sen) en/of een mes en/of (een) glas/glazen en/of (een) ander(e) voorp(en) (in de richting van voornoemde [slachtoffer2]) heeft gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op of omstreeks 21 april 2012 te [plaats], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer2]), meermalen, althans eenmaal (met kracht) in/op/tegen zijn gezicht/hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of (vervolgens) met een fles/glas, althans een hard en/of scherp voorwerp in/op/tegen zijn hoofd/gezicht heeft geslagen en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal (een) fles(sen) en/of een mes en/of (een) glas/glazen en/of (een) ander(e) voorwerp(en) (in de richting van voornoemde [slachtoffer2]) heeft gegooid, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Vrijspraak 2 primair
Bewijsoverweging 1 primair (voorwaardelijk opzet op de dood)
Bewezenverklaring
zij in de nacht van 2 op 3 november 2013 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer1] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer1] met een mes in diens borst- en buikstreek heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op 21 april 2012 te [plaats], opzettelijk mishandelend [slachtoffer2] tegen zijn hoofd heeft geslagen en vervolgens een fles in de richting van voornoemde [slachtoffer2] heeft gegooid, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Kwalificatie
Strafbaarheid bewezenverklaarde en verdachte
d.d. 3 januari 2014. Hieruit blijkt – voor zover hier relevant – dat er bij verdachte ten tijde van het onder 1 ten laste gelegde delict sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens (in de zin van chronische PTSS en een gecompliceerde chronische rouw) en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens (in de zin van een persoonlijkheidsstoornis NAO en zwakbegaafdheid), waardoor verdachte volgens Breuker als verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden beschouwd.
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
2 (twee) jaren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
5 (vijf) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- de verdachte zich op eerste uitnodiging van de reclassering zal melden en zich vervolgens zal blijven melden zo frequent als de reclassering dit gedurende de proeftijd nodig acht;
- de verdachte zich gedurende maximaal 24 maanden van de proeftijd van 5 jaren, of zoveel korter als de leiding van de zorginstelling in overleg met de reclassering dat wenselijk acht, zal laten opnemen in de FPA Wier, althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die de verdachte in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven;
- de verdachte, aansluitend op haar verblijf in de zorginstelling, zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, zulks ter beoordeling van de reclassering, en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit gedurende de resterende proeftijd noodzakelijk acht.
dadelijk uitvoerbaarzijn.