Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de wijziging van de kinderalimentatie na de echtscheiding van partijen, die op 3 januari 2012 is ontbonden. De man en de vrouw zijn de ouders van twee kinderen, geboren in 1999 en 2002, en hebben een co-ouderschapsregeling afgesproken. De man heeft zijn inkomen door een overstap naar zelfstandig ondernemerschap zien fluctueren, wat heeft geleid tot een verzoek om de alimentatie te herzien. De rechtbank Gelderland had eerder de bijdrage van de man vastgesteld op € 203,- per kind per maand voor de periode van 1 mei 2012 tot en met 31 juli 2012, en op € 192,50 per kind per maand vanaf 1 augustus 2012. De man heeft in hoger beroep zeven grieven ingediend, waarbij hij stelt dat zijn draagkracht onvoldoende is om enige bijdrage te betalen.
Het hof heeft vastgesteld dat er een relevante wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden, waardoor de draagkracht van de man is veranderd. De man heeft zijn dienstverband beëindigd en is een eigen onderneming gestart, maar heeft door arbeidsongeschiktheid en een daling van zijn inkomen geen draagkracht voor alimentatie kunnen genereren. Het hof heeft de financiële situatie van beide partijen beoordeeld en geconcludeerd dat de man in de periode van 1 januari 2013 tot 1 augustus 2013 geen draagkracht heeft voor een bijdrage. Voor de periode vanaf 1 januari 2014 is de draagkracht van de man vastgesteld op € 162,- per maand, wat leidt tot een bijdrage van € 81,- per kind per maand. De eerdere beschikking van de rechtbank is vernietigd en de alimentatie is aangepast aan de nieuwe omstandigheden.