Uitspraak
UBA,
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de rechtbank Assen van 8 februari 2012 met zaak/rolnummer 84272/HA ZA 11-26 te vernietigen en opnieuw rechtdoende:
3.De vaststaande feiten
4.De vordering van UBA en de beslissing in eerste aanleg
5.De grieven
6.De beoordeling
ECLI:NL:HR:1999:ZC2994).
De toegang moet zonder veel ingrepen gerealiseerd kunnen worden"
.Vast staat dat om de douchepijpen in het project "Bovenkerk-Zuid" te kunnen bereiken de GIBO-koker achter het toilet op de begane grond opengebroken moest worden en daarna opnieuw opgebouwd waarna het tegel- of stucwerk moest worden hersteld. Dit blijkt ook uit de door UBA overgelegde kostenspecificaties. Dit is naar het oordeel van het hof niet een toegang die zonder veel ingrepen kan worden gerealiseerd. Dit in tegenstelling tot de in de handleiding opgenomen plaatsing van de douchepijp in een meterkast, welke over het algemeen goed toegankelijk is. Dit betekent dat de douchepijpen niet op de daarvoor aangegeven plaats zijn geïnstalleerd, wat aan UBA als hoofdaannemer van het project "Bovenkerk-Zuid" dient te worden toegerekend. Voor zover de door UBA gemaakte kosten door de wijze van plaatsen zijn ontstaan, kan de schade niet worden toegerekend aan de lekkende douchepijpen.
grief 7die ageert tegen het - door UBA als zodanig opgevatte -oordeel van de rechtbank dat voor aansprakelijkheid van [geïntimeerde 1] van belang is of zij bekend was met de oorzaak van de gebreken in haar producten, en dat UBA dit dient te stellen en te bewijzen.
grief 8die betrekking heeft op rechtsoverweging 5.15 en 5.16 van het bestreden vonnis, waarin de rechtbank vordering van UBA niet toewijsbaar achtte vanwege het niet volgen van de handleiding, kan achterwege blijven, omdat dit in het voorgaande reeds aan de orde is geweest.
ECLI:NL:GHSHE:2008:BD9790). Dit heeft UBA in hoger beroep genoegzaam gedaan.
7.De beslissing
mr. M.M.A.Wind, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zullen opgeven op
dinsdag 4 februari 2014, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;
twee wekenvoor het getuigenverhoor zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de advocaat van UBA alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk
één weekvoor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen;