Uitspraak
1.[belanghebbende],
2.Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering,
Bureau Jeugdzorg Friesland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek tot ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige], geboren in 2002. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beschikking van de kinderrechter van de rechtbank Noord-Nederland, die op 9 augustus 2013 had besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen van Bureau Jeugdzorg (BJZ) voor een periode van een jaar. De moeder stelde dat de ondertoezichtstelling niet gerechtvaardigd was en dat de problemen voornamelijk voortkwamen uit omgangsperikelen tussen de ouders. De vader, die verweer voerde tegen het hoger beroep, was van mening dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk was vanwege de conflicten tussen de ouders en de gevolgen daarvan voor de minderjarige.
Het hof heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat de minderjarige in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. De ouders zijn verwikkeld in een langdurige strijd, maar het hof oordeelde dat het ontbreken van een omgangsregeling niet automatisch leidt tot een ondertoezichtstelling. De moeder heeft aangegeven dat de minderjarige stabiel functioneert en dat er geen aanwijzingen zijn voor een ernstige bedreiging van zijn zedelijke of geestelijke belangen. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de raad tot ondertoezichtstelling afgewezen, waarbij het belang van de minderjarige voorop stond.
De beslissing van het hof benadrukt dat een ondertoezichtstelling een ingrijpende maatregel is die alleen gerechtvaardigd kan worden als er duidelijke aanwijzingen zijn voor een bedreiging van de ontwikkeling van de minderjarige. Het hof heeft geoordeeld dat de situatie van de minderjarige op dat moment geen dergelijke aanwijzingen vertoonde, en dat het in het belang van de minderjarige was om rust en veiligheid in zijn thuissituatie te waarborgen.