Uitspraak
[appellante],
Centrada,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordelingDe antwoordakte van Centrada
Uit hetgeen het hof zal beslissen, volgt dat Centrada niet door het buiten beschouwing laten van deze productie in haar belangen wordt geschaad.
Vaststaande feiten
“Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep te kweken dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld.”
In het proces-verbaal is onder meer vermeld:
“
Aanleiding onderzoekOp 11 februari 2013, omstreeks 10.45 uur stelde ik, naar aanleiding van
- een melding in het BHV d.d. 201300400-1,
- een proces-verbaal warmtemeting, nummer 2013000400,
een onderzoek in op het adres Jol 21-26 te Lelystad, vanwege een verdenking van overtreding van de Opiumwet.
Op 11 februari 2013, omstreeks 10.45 uur, constateerde ik het volgende: Na binnentreden van de woning trof ik op de eerste etage in de slaapkamer, gelegen aan de achterzijde van de woning een growtent aan. Tevens trof ik een CO2 systeem aan en 20 lege, wel reeds gebruikte potten.
(…)
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij aanwezig was, waarvan de planten kennelijk waren geoogst.
(…)
KweekruimteNa het binnentreden zag ik het volgende: Op de eerste verdieping in de slaapkamer gelegen aan de achterzijde van de woning stond een zogenaamde growtent
- In totaal stonden er 20 plantenbakken. Per m2 stonden er 9 plantenbakken
- De plantenbakken waren reeds geleegd, maar waren gevuld geweest met aarde.
- In totaal hing er in de kweekruimte 1 assimilatielamp.
- In de kweekruimte bevonden zich 1 koolstoffilter.
- De luchtverversing en luchtafvoer waren geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
- De temperatuur in de kweekruimte bedroeg 10,5 Celsius en de luchtvochtigheid
bedroeg 37%.
- Er werd gebruik gemaakt van CO2 toevoeging.
- er werd gebruik gemaakt van diverse groeimiddelen.
(…)
Ik, verbalisant, trof omstandigheden aan die duiden op een of meerdere opbrengsten uit de exploitatie van de aangetroffen hennepkwekerij. Ik stelde het volgende vast:
(…)
verdroogde resten van hennepplanten waren aangetroffen op het droognet.
(…)
De aangetroffen koolstoffilter was in de kwekerij bevestigd met een spanband. Het filterdoek van de koolstoffilters was vervuild. Bij het verplaatsen van de bevestiging bleek dat op de plaats(en) waar deze was aangebracht, het filterdoek een aanzienlijk lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van het overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van het filterdoek in de kwekerij is opgetreden nadat de koolstoffilters in de kwekerij waren bevestigd.
(…)
In slaapkamer gelegen naast de slaapkamer waar zich de growtent bevond, is een droognet aangetroffen. Op dit droognet zijn resten van hennepplanten aangetroffen.
(…)
In de ruimte waar zich de growtent bevond is een knipschaartje aangetroffen. Op dit knipschaartje bevonden zich hennepresten.”
Procedure in eerste aanleg
Bespreking van de grieven
Indien aan deze vereisten is voldaan, kan ook in kort geding een vordering tot ontruiming van een gehuurde woning worden toegewezen. Voor zover [appellante] zou willen betogen dat dit in strijd is met artikel 6 EVRM - helemaal duidelijk is haar betoog op dit punt niet - ontbeert dit betoog een deugdelijke onderbouwing.
grief 1komt [appellante] op tegen rechtsoverweging 4.5 van het vonnis van de voorzieningenrechter, waarin de voorzieningenrechter concludeert dat het voldoende aannemelijk is geworden dat in de woning een hennepplantage werd onderhouden.
Allereerst wordt in het proces-verbaal - en [appellante] gaat daar ten onrechte aan voorbij - opgemerkt dat de doorzoeking van de woning pas heeft plaatsgevonden nadat een verdenking van overtreding van de Opiumwet was ontstaan. Die verdenking was onder meer gebaseerd op een uitgevoerde warmtemeting. [appellante] heeft niet weersproken dat deze meting de verdenking van overtreding van de Opiumwet rechtvaardigde, zodat ervan kan worden uitgegaan dat voorafgaand aan de doorzoeking in de woning sprake was van een warmteontwikkeling die wijst op de aanwezigheid van hennepteelt.
Vervolgens staat niet ter discussie dat bij de doorzoeking in de woning alle apparatuur is aangetroffen die noodzakelijk is om een hennepplantage van 20 planten te kunnen exploiteren. [appellante] heeft niet gesteld dat essentiële attributen voor de exploitatie van een dergelijke plantage ontbraken.
Verder volgt uit het proces-verbaal dat de aangetroffen potten waren gebruikt - [appellante] heeft deze vaststelling niet bestreden - en dat op het droognet hennepresten zijn aangetroffen. Voor zover [appellante] dat laatste heeft willen bestrijden, heeft zij dat in het licht van het in rechtsoverweging 2.3.5 aangehaalde proces-verbaal betreffende het onderzoek van de hennepresten onvoldoende onderbouwd.
- Het enkel opslaan van kweekapparatuur leidt niet tot een warmteontwikkeling die vergelijkbaar is met de warmteontwikkeling bij het gebruiken van deze apparatuur;
- Het enkel opslaan van kweekapparatuur verklaart niet de aanwezigheid van hennepresten;
- [appellante] heeft haar stelling dat haar ex-partner de apparatuur via Marktplaats wilde verkopen, niet onderbouwd, bijvoorbeeld door het in het geding brengen van op Marktplaats te publiceren foto’s die door haar ex-partner zijn genomen;
- [appellante] heeft niet toegelicht wat haar ex-partner met de apparatuur heeft gedaan voordat hij deze in de woning met het oog op de verkoop ervan zou hebben opgeslagen. [appellante] suggereert dat haar ex-partner op enig moment wel - voor eigen medicinaal gebruik - hennep heeft geteeld, maar waar hij dat heeft gedaan (in de woning van [appellante] of elders) en wanneer
(kort voor de inval of veel langer geleden) heeft zij niet toegelicht. Dat mocht wel van haar worden verwacht;
- De politie heeft foto’s genomen van de aangetroffen situatie. Die foto’s zijn door Centrada in het geding gebracht en wijzen er niet op dat de kweekapparatuur slechts was opgeslagen. Uit de foto’s volgt dat de potten niet opgestapeld waren, maar naast elkaar in de growtent stonden en dat de afzuiginstallatie was aangesloten op een slang die vanuit de slaapkamer, waar de growtent zich bevond, door een gat in de muur naar een doucheruimte en vanuit die ruimte door de buitenmuur buiten uitkwam. De stelling van [appellante] dat deze situatie door de politie in scene is gezet en vervolgens is gefotografeerd - volgens [appellante] stonden de potten opgestapeld, was de slang niet aangesloten en zat de apparatuur in dozen - komt er op neer dat het op ambtseed opgemaakte proces-verbaal vals is. Deze vergaande stelling acht het hof bij gebreke van enige onderbouwing bepaald ongeloofwaardig.
een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit arrest, en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening en te vermeerderen met een bedrag van € 131,- aan nasalaris voor de advocaat en voorts met € 68,- voor nasalaris van de advocaat indien niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan deze uitspraak is voldaan èn betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;