ECLI:NL:GHARL:2014:3362
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken tot het horen van getuigen en het opmaken van rapporten in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 april 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1960, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling. Tijdens de zitting op 9 april 2014 heeft de verdediging verschillende verzoeken ingediend, waaronder het horen van getuigen en het opmaken van aanvullende rapporten. Het hof heeft deze verzoeken echter afgewezen. Het hof oordeelde dat er geen noodzaak was om de getuigen te horen, aangezien de bezwaren van de verdediging niet voldoende onderbouwd waren. De advocaat-generaal heeft ook aangegeven dat de verzoeken tot het horen van getuigen onnodig belastend zouden zijn voor de betrokken minderjarigen. Het hof heeft wel bepaald dat de audiovideo-opnamen van de verhoren aan het dossier moeten worden toegevoegd, evenals het beeldmateriaal dat door de officier van justitie is bekeken. De beslissing van het hof is gebaseerd op de noodzaak om de betrouwbaarheid van de verklaringen te beoordelen, en het hof heeft geconcludeerd dat de verzoeken van de verdediging niet noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de zaak. Het hof heeft de zaak aangehouden voor een nader te bepalen terechtzitting, waarbij de verdachte opnieuw zal worden opgeroepen.