Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant sub 1] en2 [appellant sub 2],
hierna: [appellanten] (vrouwelijk enkelvoud),
hierna: [geïntimeerde] (vrouwelijk enkelvoud),
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
geengebruik maakt, maar nakoming verlangt, de boete van drie promille verschuldigd is. De voorgeschreven keuze dient de rechtszekerheid en daarmee het belang van de in verzuim verkerende partij, die immers tijdig moet weten waar zij aan toe is. In de brief van 21 april 2010 is [appellanten] een termijn van acht dagen voor nakoming gegeven waarna de overeenkomst “van rechtswege” zou zijn ontbonden, “tenzij ik alsnog uitvoering van de koopovereenkomst verlang”, met aanzegging van de boetes voor ofwel de ontbinding ofwel de niet-nakoming. In het licht van bovenstaande uitleg van artikel 12 van de NVM akte heeft [appellanten] uit de brief van [geïntimeerde] van 21 april 2010 mogen opmaken dat de overeenkomst per 29 april 2010 was ontbonden - met aanspraak op een boete van € 27.000 - tenzij [geïntimeerde] vóór die datum, dat wil zeggen tussen 21 april en 29 april 2010, alsnog had laten weten dat zij niet de ontbinding, maar nakoming van de overeenkomst wenste. Die mededeling heeft [geïntimeerde] niet binnen die termijn gedaan, zodat de overeenkomst geldt als ontbonden per 29 april 2010. De brief van 3 juni 2010 van de gemachtigde van [geïntimeerde] waarbij alsnog nakoming wordt verlangd, heeft dan ook geen rechtsgevolg. De conclusie is dat [appellanten] de overeengekomen boete van 10% van de totale koopprijs is verschuldigd, hetgeen zij ook erkent.
€ 1.229.
€ 4.248,13.