ECLI:NL:GHARL:2014:3027
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- Bons
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de beslissing van de kantonrechter inzake niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens het niet stellen van zekerheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 31 oktober 2013 het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk had verklaard. De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarbij zij aanvoerde dat zij niet in staat was om de opgelegde boete te voldoen vanwege een lopend loonbeslag. De kantonrechter had echter geoordeeld dat de betrokkene niet had voldaan aan de verplichting tot zekerheidstelling, wat een voorwaarde is voor de ontvankelijkheid van het beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene niet tijdig zekerheid heeft gesteld, ondanks dat zij op 10 juni 2013 een brief had gestuurd waarin zij haar financiële situatie uiteenzette. De betrokkene had de verplichting om uiterlijk op 28 juni 2013 zekerheid te stellen, maar dit was niet gebeurd. De betrokkene heeft niet betwist dat zij geen zekerheid heeft gesteld, maar stelde dat zij niet in staat was om de boete te betalen. Het hof oordeelde dat het niet tijdig stellen van zekerheid niet verschoonbaar was en bevestigde de beslissing van de kantonrechter.
De beslissing van het hof houdt in dat de betrokkene niet in haar beroep kan worden ontvangen, omdat zij niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bevestigd, waarmee de eerdere uitspraak in stand blijft. Dit arrest is gewezen door mr. M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van Bons als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting.