Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Zwartewaterland(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland, die op 7 maart 2013 het beroep van belanghebbende ongegrond verklaarde. De heffingsambtenaar van de gemeente Zwartewaterland had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [a-straat] 9 te [Z], vastgesteld op € 298.000 per waardepeildatum 1 januari 2011. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd naar € 280.000, maar belanghebbende was van mening dat deze waarde te hoog was, mede vanwege de invloed van bodemverontreiniging op het perceel. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met de bodemverontreiniging en dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. Belanghebbende ging in hoger beroep.
Tijdens de zitting op 19 december 2013 werd de zaak behandeld. Belanghebbende stelde dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de bodemverontreiniging, die volgens hem een waardedrukkend effect had. De heffingsambtenaar verwees naar rapporten die geen ernstige bodemverontreiniging aangaven en stelde dat de waarde van de onroerende zaak niet te hoog was vastgesteld. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar niet voldoende had aangetoond dat de waarde niet te hoog was, en dat de bekendheid van de bodemverontreiniging wel degelijk een waardedrukkend effect had. Het Hof stelde de waarde van de onroerende zaak uiteindelijk vast op € 266.000, en vernietigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en de heffingsambtenaar. Tevens werden de proceskosten van belanghebbende vergoed.