Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks[pleegdatum] te [pleegplaats], in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 7.500 Euro, althans 4.800 Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, een mes, althans een scherp voorwerp, op die [benadeelde partij] heeft gericht en/of gericht gehouden en/of (vervolgens) met dat mes een of meer stekende beweging(en) heeft gemaakt in de richting van die [benadeelde partij];
hij op of omstreeks[pleegdatum]te [pleegplaats], in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 7.500 Euro, althans 4.800 Euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, een mes, althans een scherp voorwerp, op die [benadeelde partij] heeft gericht en/of gericht gehouden en/of (vervolgens) met dat mes een of meer stekende beweging(en) heeft gemaakt in de richting van die [benadeelde partij].
Vrijspraak
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
of omstreeks[pleegdatum] te [pleegplaats]
, in elk geval in Nederland,met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag
van 7.500 Euro,
althans 4.800 Euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die[benadeelde partij],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en)dat hij, verdachte, een mes,
althans een scherp voorwerp,op die [benadeelde partij] heeft gericht en
/of gericht gehouden en/of (vervolgens
)met dat mes
een of meerstekende beweging
(en
)heeft gemaakt in de richting van die [benadeelde partij].
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
teruggaveaan[benadeelde partij] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedrag van € 4.800,-.
teruggaveaan verdachte van de overige in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 257,00 (tweehonderdzevenenvijftig euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 257,00 (tweehonderdzevenenvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.