GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
zaaknummer gerechtshof: 200.126.807/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland (Leeuwarden) 405249 4/ EZ VERZ 12-86)
Beschikking van de tweede kamer voor burgerlijke zaken van 28 februari 2014
[appellante],
wonende te [woonplaats 1],
appellante in het principaal appel en geïntimeerde in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: verzoekster in conventie en verweerster in reconventie,
hierna:
[appellante],
advocaat: mr. F.P. van Dalen, kantoorhoudende te Leeuwarden,
1.
[geïntimeerde 1],
wonende te [woonplaats 2],
hierna:
[geïntimeerde 2],
2.
[geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats 3],
hierna:
[geïntimeerde 2],
3.
[geïntimeerde 3],
wonende te [woonplaats 4],
hierna:
[geïntimeerde 3],
geïntimeerden in het principaal appel en appellanten in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: verweerders in conventie en verzoekers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen:
[geïntimeerden],
advocaat: mr. J.S. Bauer, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Het geding in eerste aanleg
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de beschikking van 12 februari 2013 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, hierna te noemen de kantonrechter, als hersteld bij beschikking van de kantonrechter d.d. 7 mei 2013.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 8 mei 2013, is [appellante] in hoger beroep gekomen van genoemde beschikking van 12 februari 2013.
[appellante] heeft bij het beroepschrift, dat tevens een wijziging van haar verzoek als oorspronkelijk verzoekster in reconventie behelst, onder overlegging van producties verzocht:
'de beschikking d.d. 12 februari 2013 van de Rechtbank Noord-Nederland, afdeling Privaatrecht, locatie Leeuwarden, gewezen onder het zaaknummer 405249 en onder het rolnummer EZ VERZ 12-86 te willen vernietigen en om alsnog te willen bepalen:
I. geïntimeerden te verplichten tot overdracht van de activa van de onderneming van vader tegen een door het Gerechtshof in goede justitie te bepalen overnameprijs, en wel binnen vier weken na afgifte van de in deze te wijzen beschikking, zulks onder verbeurte van een direct opeisbare en niet voor compensatie vatbare dwangsom van
€ 500,- voor elke dag dan wel dagdeel dat geïntimeerden daarmee in gebreke blijven;
II. te willen bepalen als nadere regeling ex artikel 4:38 BW dat [appellante] de schulden van de onderneming per 21 september 2011 voor haar rekening neemt en de andere erfgenamen zal vrijwaren en ervoor zal zorgdragen dat de andere erfgenamen door de ING Bank uit hun hoofdelijke aansprakelijkheid worden ontslagen;
III. te willen bepalen dat het bedrijfsresultaat van de onderneming “[de dierenwinkel]” met ingang 21 september 2011 heeft te gelden als winst uit de onderneming aan appellante en dat appellante die bedrijfsresultaat met ingang van 21 september 2011 als eigen winst uit de onderneming zal aangeven in haar aangifte inkomstenbelasting, althans op dit onderdeel een beslissing te nemen als het Gerechtshof in goede justitie zal vermenen te behoren;
IV. te bepalen dat de boedelkosten die na 21 september 2011 vanuit het rekening-courant bij de ING en/of vanuit het bedrijfsresultaat van de onderneming zijn betaald, in mindering kunnen worden gebracht op de overnamesom die appellante in verband met de overname van de activa aan de overige erfgenamen dient te betalen;
V. te bepalen dat het bedrag ad € 8.700,- in mindering zal worden gebracht op de overnamesom die appelante in verband met de overname van de activa aan de overige erfgenamen dient te betalen;
VI. geïntimeerden te willen veroordelen in de kosten van de procedure;
VII. de af te geven beschikking uitvoerbaar bij voorraad te willen verklaren.'
Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 14 juni 2013, hebben [geïntimeerden] onder overlegging van producties in het principaal appel geantwoord en hebben zij incidenteel appel ingesteld met als verzoek:
'het beroep van [appellante] ongegrond te verklaren en hun incidenteel beroep gegrond te verklaren en de beschikking te bekrachtigen voor zover het tegenverzoek van [geïntimeerde 1], [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] is toegewezen en te vernietigen voor zover het meer of anders bij tegenverzoek verzochte is afgewezen en bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad te bepalen dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] ieder apart en afzonderlijk, dan wel gezamenlijk hun bevoegdheid als vereffenaar van de nalatenschap kunnen uitoefenen, waaronder begrepen de bevoegdheid om namens de erfgenamen registergoederen te verkopen en over te dragen/te leveren, gelden in ontvangst te nemen, schulden in te lossen, aangifte erfbelasting te doen en al die handelingen te verrichten die nodig of wenselijk zijn om tot de vereffening van de nalatenschap te komen, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten in eerste aanleg.'
Op 9 juli 2013 is ter griffie ingekomen een faxbrief van mr. Bauer van dezelfde datum.
Bij verweerschrift in het incidenteel appel, ingekomen ter griffie op 26 juli 2013, heeft [appellante] onder overlegging van een productie geantwoord met het verzoek:
'I. de verzoeken van appellanten in incidenteel appèl, zoals nader uitgewerkt in het
appèlrekest d.d. 14 juni 2013 te willen afwijzen, althans appellanten in incidenteel appèl in deze verzoeken niet-ontvankelijk te willen verklaren;
II. appellanten in incidenteel appèl te willen veroordelen in de kosten van de procedure;
III. de af te geven beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
'
Op 22 november 2013 is ter griffie ingekomen een brief van mr. Van Dalen van dezelfde datum met producties waarvan enkel op productie 1 acht zal worden geslagen (zie na te noemen proces-verbaal).
Op 25 november 2013 is ter griffie ingekomen een faxbrief van mr. Bauer van dezelfde datum met een productie
De mondelinge behandeling heeft ter zitting van 2 december 2013 plaatsgevonden, al waar de advocaten van partijen - mede aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen - de onderscheiden standpunten van partijen hebben toegelicht. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.
[appellante] heeft in het principaal appel vier grieven opgeworpen.
[geïntimeerden] hebben in het incidenteel appel een ongenummerde grief opgeworpen.
In het principaal appel en in het incidenteel appel
: