ECLI:NL:GHARL:2014:2172

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 maart 2014
Publicatiedatum
18 maart 2014
Zaaknummer
21-007829-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van afpersing en poging tot afpersing met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte is veroordeeld voor de voortgezette handeling van medeplegen van afpersing en medeplegen van poging tot afpersing. De feiten vonden plaats op 15 april 2012 in Apeldoorn, waar de verdachte samen met anderen een horecagelegenheid heeft overvallen. Tijdens de overval werden twee personeelsleden bedreigd met een vuurwapen en werd één van hen geboeid. De verdachte heeft de benadeelden gedwongen tot de afgifte van geld door middel van geweld en bedreiging. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en een gevangenisstraf van vier jaar opgelegd, waarvan twee jaar voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden. De verdachte heeft in hoger beroep zijn veroordeling betwist, maar het hof heeft geoordeeld dat de bewezenverklaring van de feiten voldoende is onderbouwd. De vordering van de benadeelde partij is toegewezen tot een bedrag van € 3.610,00, bestaande uit materiële en immateriële schade. Het hof heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder deelname aan gedragsinterventies en meldplicht bij de reclassering. De uitspraak is gedaan in het belang van de veiligheid in de maatschappij en ter bescherming van de slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-007829-13
Uitspraak d.d.: 20 maart 2014
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van
1 oktober 2013 met parketnummer 05-860633-13 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
thans verblijvende in PI Achterhoek - Gevangenis Ooyerhoekseweg te Zutphen.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld, voor zover hij daarbij terzake de onder 1. en 2. tenlastegelegde feiten was veroordeeld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 maart 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr J. Vlug, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 april 2012 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[benadeelde] heeft gedwongen tot de afgifte van ongeveer 110 euro, in elk geval van enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- met een bivakmuts(en) en/of met (een) vuurwapen(s), althans met (een) op (vuur)wapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) het bedrijf, waar die [benadeelde] en/of [slachtoffer] werkzaam waren/was (te weten [naam bedrijf], gevestigd in perceel [adres bedrijf]), heeft/hebben betreden en/of
- die/dat vuurwapen(s) op het gezicht, althans op het lichaam van die [benadeelde] en/of die [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of
- ( meermalen) tegen die [benadeelde] en/of die [slachtoffer] heeft/hebben geroepen: "Ga liggen, ga liggen" en/of "Waar is de kluis" en/of
- de polsen en/of enkels van die [slachtoffer] met tiewraps heeft/hebben vastgebonden en/of
- tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen: "Blijf liggen, blijf liggen." en/of
- ( toen die [benadeelde] opstond) die [benadeelde] met kracht met die/dat/een (vuur)wapen(s)/voorwerp(en) in diens gezicht heeft/hebben geslagen, en/of
- tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen: "Ik schiet je dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of: "We willen geld zien, waar is de kluis?";
2
primair:
hij op of omstreeks 15 april 2012 te Apeldoorn, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde] en/of [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld en/of een of meer andere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [eigenaar 1] en/of aan [eigenaar 2] en/of aan [naam bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met voormeld oogmerk
- met een bivakmuts(en) en/of met (een) vuurwapen(s), althans met (een) op (vuur)wapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) het bedrijf, waar die [benadeelde] en/of [slachtoffer] werkzaam waren/was ([naam bedrijf], gevestigd in perceel [adres bedrijf]), heeft/hebben betreden en/of
- die/dat vuurwapen(s) op het gezicht, althans op het lichaam van die [benadeelde] en/of die [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of
- ( meermalen) tegen die [benadeelde] en/of die [slachtoffer] heeft/hebben geroepen: "Ga liggen, ga liggen"en/of "Waar is de kluis" en/of
- de polsen en/of enkels van die [slachtoffer] met tiewraps heeft/hebben vastgebonden en/of
- tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen: "Blijf liggen, blijf liggen." en/of
- ( toen die [benadeelde] opstond) die [benadeelde] met kracht met die/dat/een (vuur)wapen(s)/voorwerp(en) in diens gezicht heeft/hebben geslagen, en/of
- tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen: "Ik schiet je dood.", althans woorden van gelijkende dreigende aard of strekking, en/of "We willen geld zien, waar is de kluis?" en/of
- heeft/hebben geroepen: "De kassa, ik wil de kassa" en/of
- tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen/gezegd: "Maak de gokkast open ",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
subsidiair:
hij op of omstreeks 15 april 2012 te Apeldoorn, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of een of meer andere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [eigenaar 1] en/of aan [eigenaar 2] en/of aan [naam bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen[benadeelde] en/of [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met voormeld oogmerk
- met een bivakmuts(en) en/of met (een) vuurwapen(s), althans met (een) op (vuur)wapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) het bedrijf, waar die [benadeelde] en/of [slachtoffer] werkzaam waren/was ([naam bedrijf], gevestigd in perceel [adres bedrijf]), heeft/hebben betreden en/of
- die/dat vuurwapen(s) op het gezicht, althans op het lichaam van die [benadeelde] en/of die [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of
- ( meermalen) tegen die [benadeelde] en/of die [slachtoffer] heeft/hebben geroepen: "Ga liggen, ga liggen"en/of "Waar is de kluis" en/of
- de polsen en/of enkels van die [slachtoffer] met tiewraps heeft/hebben vastgebonden en/of
- tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen: "Blijf liggen, blijf liggen." en/of
- ( toen die [benadeelde] opstond) die [benadeelde] met kracht met die/dat/een (vuur)wapen(s)/voorwerp(en) in diens gezicht heeft/hebben geslagen, en/of
- tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen: "Ik schiet je dood.", althans woorden van gelijkende dreigende aard of strekking, en/of "We willen geld zien, waar is de kluis?" en/of
- heeft/hebben geroepen: "De kassa, ik wil de kassa" en/of
- tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen/gezegd: "Maak de gokkast open ",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op
of omstreeks15 april 2012 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/of (een)ander
(en
)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot de afgifte van
ongeveer 110 euro, in elk geval vanenig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat hij, verdachte, en
/ofzijn mededader(s)
- met
eenbivakmuts
(en
)en
/ofmet
(een) vuurwapen(s), althans met (een)op
(vuur
)wapen
(s
)gelijkend
(e
)voorwerp
(en
)het bedrijf, waar die [benadeelde] en
/of[slachtoffer] werkzaam waren
/was(te weten [naam bedrijf], gevestigd in perceel [adres bedrijf]),
heeft/hebben betreden en
/of
- die
/dat vuurwapen
(s
) op het gezicht, althansop het lichaam van die [benadeelde] en
/ofdie [slachtoffer]
heeft/hebben gericht en
/ofgericht gehouden en
/of
-
(meermalen)tegen die [benadeelde] en
/ofdie [slachtoffer]
heeft/hebben geroepen: "Ga liggen, ga liggen" en
/of"Waar is de kluis?" en
/of
- de polsen en
/ofenkels van die [slachtoffer] met tiewraps
heeft/hebben vastgebonden en
/of
- tegen die [benadeelde]
heeft/hebben geroepen: "Blijf liggen, blijf liggen" en
/of
-
(toen die [benadeelde] opstond
)die [benadeelde] met kracht met
die/dat
/een (vuur)wapen
(s)/ voorwerp(en)in diens gezicht
heeft/hebben geslagen, en
/of
- tegen die [benadeelde]
heeft/hebben geroepen: "Ik schiet je dood."
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,en
/of:"We willen geld zien, waar is de kluis?";
2
primair:
hij op
of omstreeks15 april 2012 te Apeldoorn, ter uitvoering van het voornemen
en het misdrijfom tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [benadeelde] en
/of[slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld en/of een of meer andere goed
(eren
), geheel of ten dele toebehorende aan [eigenaar 1] en/of aan [eigenaar 2] en/of aan [naam bedrijf],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),met voormeld oogmerk
- met
eenbivakmuts
(en
)en
/ofmet
(een) vuurwapen(s), althans met (een)op
(vuur
)wapen
(s
)gelijkend
(e
)voorwerp
(en
)het bedrijf, waar die [benadeelde] en
/of[slachtoffer] werkzaam waren
/was([naam bedrijf]gevestigd in perceel [adres bedrijf]),
heeft/hebben betreden en
/of
- die
/dat vuurwapen
(s
) op het gezicht, althansop het lichaam van die [benadeelde] en
/ofdie [slachtoffer]
heeft/hebben gericht en
/ofgericht gehouden en
/of
-
(meermalen)tegen die [benadeelde] en
/ofdie [slachtoffer]
heeft/hebben geroepen: "Ga liggen, ga liggen" en
/of"Waar is de kluis?" en
/of
- de polsen en
/ofenkels van die [slachtoffer] met tiewraps
heeft/hebben vastgebonden en
/of
- tegen die [benadeelde]
heeft/hebben geroepen: "Blijf liggen, blijf liggen" en
/of
-
(toen die [benadeelde] opstond
)die [benadeelde] met kracht met
die/dat
/een (vuur)wapen
(s)/voorwerp(en)in diens gezicht
heeft/hebben geslagen, en
/of
- tegen die [benadeelde]
heeft/hebben geroepen: "Ik schiet je dood"
, althans woorden van gelijkende dreigende aard of strekking,en
/of"We willen geld zien, waar is de kluis?" en
/of
-
heeft/hebben geroepen: "De kassa, ik wil de kassa" en
/of
- tegen die [benadeelde]
heeft/hebben geroepen
/gezegd: "Maak de gokkast open ",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het hof is ten aanzien van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde en bewezenverklaarde van oordeel dat de onderscheidenlijke feitelijkheden hun ontstaan vonden in één wilsbesluit bij verdachte en kort achter elkaar werden gepleegd ten opzichte van dezelfde benadeelden. Zij stonden in zodanig verband dat zij een voortgezette handeling opleveren.
Het bewezen verklaarde levert op:
De voortgezette handeling van:

medeplegen van afpersing

en

medeplegen van poging tot afpersing.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De officier van justitie heeft in eerste aanleg geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De rechtbank heeft verdachte ter zake van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De advocaat-generaal vordert hiernaast dat aan verdachte bijzondere voorwaarden worden opgelegd conform het reclasseringsrapport van 20 februari 2014.
De raadsman heeft verzocht om oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar waarvan een groter gedeelte dan een jaar in de vorm van een voorwaardelijke gevangenisstraf. Een deel van de straf kan in de vorm van elektronische detentie worden ondergaan.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- de volgende omstandigheden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van een overval op een horecagelegenheid onder bedreiging met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. Ten tijde van de overval waren twee personeelsleden in de horecagelegenheid aanwezig. Deze personeelsleden zijn bedreigd, één van hen is geboeid en de ander is met een wapen geslagen. De ervaring leert dat de medewerkers van een onderneming, die ten tijde van een overval aanwezig zijn in die onderneming, nog lange tijd psychische gevolgen van een overval ondervinden. Bovendien dragen feiten als deze bij aan gevoelens van onveiligheid in de maatschappij.
De oriëntatiepunten straftoemeting kennen, wanneer sprake is van een overval waarbij gedreigd is en waarbij licht geweld is gebruikt, als uitgangspunt de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar. De overval die verdachte heeft gepleegd is gelet op het gebruikte geweld en het dreigen met een (nep)wapen ernstiger.
Het hof heeft ten voordele van verdachte in de strafoplegging meegewogen een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 17 februari 2014, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Voorts houdt het hof rekening met een reclasseringsrapport betreffende verdachte van 20 februari 2014, waarin geadviseerd wordt om een forse (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met bijzondere voorwaarden.
Alles afwegende is het hof -anders dan de advocaat-generaal en met de raadsman- van oordeel dat dient te worden volstaan met de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar waarvan 2 jaar voorwaardelijk en dat hierbij -conform het advies van de reclassering- bijzondere voorwaarden opgelegd dienen te worden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.610,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 3.535,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 en 2 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte, die de hoogte van de vordering niet heeft betwist, is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Het hof heeft er nota van genomen dat door de raadsman een betalingsbewijs is overgelegd waaruit blijkt dat kort voor de zitting namens verdachte een bedrag van 1.200 euro is overgemaakt aan de heer [benadeelde]. Het hof merkt hieromtrent op dat verrekening plaats kan vinden in de executiefase.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 47, 56, 57 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
2 (twee) jaren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij Reclassering Nederland te Zwolle, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- moet deelnemen aan een gedragsinterventie, bestaande uit GI-RN Cognitieve Vaardigheden en GI-GGZ Leefstijltraining waarbij de veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie aan hem zullen worden gegeven;
- wordt verplicht om zich gedurende de volledige proeftijd voor diagnostiek en behandeling te melden bij Kairos, forensische polikliniek of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- gedurende de volledige proeftijd geen softdrugs en alcohol mag gebruiken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal ondersteund worden door middel van Middelencontrole;
- wordt geboden zich gedurende een periode van 6 maanden te bevinden aan de Bredenhorst 115, 7414 HD te Deventer. Het locatiegebod kan gecontroleerd worden door middel van het elektronisch controlemiddel de enkelband.
Ten aanzien van de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden wordt de reclassering steeds opdracht gegeven toezicht te houden op de naleving van deze voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: drie telefoonkaarten.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 en 2 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 3.610,00 (drieduizend zeshonderdtien euro) bestaande uit € 110,00 (honderdtien euro) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], een bedrag te betalen van
€ 3.610,00 (drieduizend zeshonderdtien euro) bestaande uit € 110,00 (honderdtien euro) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
46 (zesenveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Aldus gewezen door
mr R. van den Heuvel, voorzitter,
mr G. Mintjes en mr C. Caminada, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr R. Jansen, griffier,
en op 20 maart 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.