ECLI:NL:GHARL:2014:1559

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 februari 2014
Publicatiedatum
3 maart 2014
Zaaknummer
21-004132-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan poging mensenhandel ten aanzien van een minderjarige

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Nederland. De verdachte was beschuldigd van medeplichtigheid aan poging tot mensenhandel met betrekking tot een minderjarige. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en kwam tot een andere bewijsbeslissing en strafoplegging. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin hij was veroordeeld voor zijn rol in de mensenhandel. Tijdens de zitting op 10 februari 2014 heeft het hof de zaak onderzocht, waarbij de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte hun standpunten naar voren hebben gebracht.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte contact heeft gehad met een potentiële koper van het slachtoffer en dat hij het telefoonnummer van deze koper aan de verkopers heeft verstrekt. Echter, de uiteindelijke verkoop heeft niet plaatsgevonden. Het hof oordeelde dat de betrokkenheid van de verdachte bij de voorgenomen verkoop niet voldoende was om te spreken van medeplegen of medeplichtigheid aan mensenhandel. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van de primair en subsidiair tenlastegelegde feiten, maar achtte het wel bewezen dat hij medeplichtig was aan de poging tot mensenhandel.

De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 63 dagen, waarvan een deel voorwaardelijk, en een werkstraf van 160 uur. Het hof hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de relatief geringe rol die hij had gespeeld in de mensenhandel. De uitspraak benadrukt de ernst van mensenhandel en de impact op slachtoffers, maar ook de noodzaak om de rol van elke verdachte in het geheel te beoordelen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004132-13
Uitspraak d.d.: 24 februari 2014
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Nederland van 19 maart 2013 met parketnummer 05-901068-12 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 10 februari 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr R.B.J.G. Baggen, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en voorts tot een andere strafoplegging.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep- tenlastegelegd dat:

primair

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 augustus 2012 tot en met 28 augustus 2012 te [plaats], en/of te [plaats], en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats], in elk geval (telkens) op een of meer plaats(en) in Nederland,
(lid 3, onder 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten: [slachtoffer] (geboren [1994]),
(lid 1, onder 2)
heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(lid 1, onder 5)
(telkens) die [slachtoffer] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij en/of zijn mededader(s)) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen,
terwijl die [slachtoffer] te leeftijd van achttien jaren nog niet hard bereikt,
en/of
(lid 1, onder 8)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling,
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s), meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] verzocht om tegen betaling seksuele handelingen te verrichten, en/of
- (een) seksadvertentie(s) geplaatst op [website]en/of [website], en/of
- die [slachtoffer] aangeboden als prostituée bij een of meer onbekend gebleven personen, en/of
- afspraken gemaakt met een of meer klanten, en/of
- die [slachtoffer] verkocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- die [slachtoffer] aangekocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- die [slachtoffer] gehuisvest in zijn, verdachtes, woning en/of de woning van een of meer van zijn medeverdachte(n) althans een woning en/of een berging van een bekende van verdachte(n) en/of zijn medeverdachte(n), en/of
- die [slachtoffer] vervoerd naar een of meer klanten,
- het door [slachtoffer] verdiende geld (deels) ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik;
- bemiddeld bij de verkoop van die [slachtoffer], althans een of meer genoemde personen in contact gebracht met een potentiële koper van die [slachtoffer];

subsidiair

[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer andere perso(o)n(en) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 augustus 2012 tot en met 28 augustus 2012 te [plaats], en/of te [plaats], en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats], in elk geval (telkens) op een of meer plaats(en) in Nederland,
(lid 3, onder 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten: [slachtoffer] (geboren [1994]),
(lid 1, onder 2)
heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer], terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(lid 1, onder 5)
(telkens) die [slachtoffer] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen,
terwijl die [slachtoffer] te leeftijd van achttien jaren nog niet hard bereikt,
en/of
(lid 1, onder 8)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben voornoemde verdachte(n) en/of zijn/hun medeverdachte(n), meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] verzocht om tegen betaling seksuele handelingen te verrichten, en/of
- (een) seksadvertentie(s) geplaatst op [website]en/of [website], en/of
- die [slachtoffer] aangeboden als prostituée bij een of meer onbekend gebleven personen, en/of
- afspraken gemaakt met een of meer klanten, en/of
- die [slachtoffer] verkocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- die [slachtoffer] aangekocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- die [slachtoffer] gehuisvest in zijn, verdachtes, woning en/of de woning van een of meer van zijn medeverdachte(n) althans een woning en/of een berging van een bekende van verdachte(n) en/of zijn medeverdachte(n), en/of
- die [slachtoffer] vervoerd naar een of meer klanten,
- het door [slachtoffer] verdiende geld (deels) ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op/in of omstreeks de periode van 26 tot en met 28 augustus te [plaats] en/of te [plaats], in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door te bemiddelen bij de verkoop van die [slachtoffer], althans door een of meer genoemde personen in contact te brengen een potentiële koper van de [slachtoffer];

meer subsidiair

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 augustus 2012 tot en met 26 augustus 2012 te [plaats] en/of te [plaats], en/of te [plaats], en/of te [plaats], in elk geval (telkens) op een of meer plaats(en) in Nederland,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om
(lid 3, onder 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren [1994])
(lid 1, onder 2)
te werven en/of te vervoeren en/of over te brengen en/of te huisvesten en/of op te nemen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s), meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] te koop aangeboden voor enig geldbedrag en/of
- bemiddeld bij een (voorgenomen) verkoop van die [slachtoffer] door één of meer (mede)verdachte(n) in contact te brengen met en/of het telefoonnummer te verstrekken van een potentiële koper (zijnde [medeverdachte 6] alias [alias] uit [plaats]) voor die [slachtoffer]
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

meest subsidiair

[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer andere perso(o)n(en) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 augustus 2012 tot en met 26 augustus 2012 te [plaats] en/of te [plaats], en/of te [plaats], en/of te [plaats], in elk geval (telkens) op een of meer plaats(en) in Nederland,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om
(lid 3, onder 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren [1994])
(lid 1, onder 2)
te werven en/of te vervoeren en/of over te brengen en/of te huisvesten en/of op te nemen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben een of meer van zijn mededader(s), meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] te koop aangeboden aan een potentiële koper (zijnde [medeverdachte 6] alias [alias] uit [plaats]) voor enig geldbedrag,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op/in of omstreeks de periode van 24 augustus 2012 tot en met 26 augustus 2012 te [plaats] en/of te [plaats], en/of te [plaats], en/of te [plaats], in elk geval op een of meer plaats(en) in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door te bemiddelen bij de (voorgenomen) verkoop van die [slachtoffer] door één of meer (mede)verdachte(n) in contact te brengen met en/of het telefoonnummer te verstrekken van een potentiële koper (zijnde [medeverdachte 6] alias [alias] uit [plaats]).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak/bewijsoverweging

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Uit het dossier volgt dat verdachte contact heeft opgenomen met de potentiële koper, medeverdachte [medeverdachte 6], omtrent de (ver)koop van [slachtoffer] en het nummer van [medeverdachte 6] aan de verkopers heeft verstrekt. Vervolgens heeft [medeverdachte 6] met de verkopers afspraken gemaakt omtrent de koop, is er een ontmoeting geweest tussen hem en die verkopers, maar is de uiteindelijke koop niet doorgegaan.
De betrokkenheid van verdachte bij de voorgenomen (ver)koop levert naar het oordeel van het hof geen medeplegen van en evenmin medeplichtigheid aan de
voltooidemensenhandel door de medeverdachten in de periode 6 tot en met 28 augustus 2012 op. Van enige betrokkenheid van verdachte voor of na de voorgenomen verkoop aan [medeverdachte 6], is immers niet gebleken. Evenmin kan worden bewezen dat verdachte zich alleen, als pleger, schuldig heeft gemaakt aan voltooide mensenhandel. Het hof zal verdachte dan ook vrijspreken van het primair en subsidiair tenlastegelegde.
Het hof acht de rol van verdachte bij de voorgenomen verkoop voorts te gering om te spreken van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking gericht op de verkoop van [slachtoffer], zodat het hof verdachte ook zal vrijspreken van het medeplegen van de meer subsidiair tenlastegelegde poging.
Het handelen van verdachte levert echter wel op medeplichtigheid aan de tenlastegelegde poging om [slachtoffer] te verkopen. Het hof komt dan ook tot een bewezenverklaring van het meest subsidiair tenlastegelegde.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het meest subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
[medeverdachte 3] en
/of[medeverdachte 4]
en/of [medeverdachte 5]en
/ofeen
of meerandere perso
(o
)n
(en)op een
of meertijdstip
(pen)in
of omstreeksde periode van 24 augustus 2012 tot en met 26 augustus 2012 te [plaats]
en/of te [plaats], en/of te [plaats],en/of te [plaats], in elk geval
(telkens) op een of meerdere plaats(en)in Nederland,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen
, althans alleen,
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren [1994])
te werven en
/of te vervoeren en/ofover te brengen
en/of te huisvesten en/of op te nemen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben een of meer van zijn medeverdachte(n),
meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] te koop aangeboden aan een potentiële koper (zijnde [medeverdachte 6] alias [alias] uit [plaats]) voor enig geldbedrag,
tot en/of bij het plegen van welk
(e)misdrijf
/misdrijvenverdachte
op/in
of omstreeksde periode van 24 augustus 2012 tot en met 26 augustus 2012 te [plaats]
en/of te [plaats], en/of te [plaats],en/of te [plaats], in elk geval
een of meerdere plaats(en)in Nederland, opzettelijk
gelegenheid en/of middelen en/ofinlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door te bemiddelen bij de (voorgenomen) verkoop van die [slachtoffer] door één of meer (mede)verdachte(n) in contact te brengen met en
/ofhet telefoonnummer te verstrekken van een potentiële koper (zijnde [medeverdachte 6] alias [alias] uit [plaats]).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het meest subsidiair bewezen verklaarde levert op:
Medeplichtigheid aan poging tot mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld ter zake het primair tenlastegelegde tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
De rechtbank Oost-Nederland heeft de verdachte overeenkomstig de eis van de officier van justitie veroordeeld ter zake het primaire feit tot zes maanden gevangenisstraf, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld ter zake het meer subsidiair tenlastegelegde tot de straf zoals opgelegd door de rechtbank.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan een poging tot mensenhandel ten aanzien van een minderjarig en kwetsbaar meisje, dat reeds was geprostitueerd door de medeverdachten. Hij heeft het telefoonnummer van een potentiële koper verstrekt aan de verkopers en heeft voorts telefonisch contact gehad met één van de verkopers en met de potentiële koper. Dit is een ernstig feit. Mensenhandel waarbij iemand in de prostitutie wordt gebracht is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting, waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt wordt gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiters. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke feiten doorgaans nog lange tijd de psychische gevolgen hiervan ondervinden.
Het hof heeft acht geslagen op de straffen die in andere mensenhandelzaken zijn opgelegd.
Het hof heeft bij de strafoplegging met name gelet op de relatief geringe rol van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden zoals die blijken uit het over verdachte uitgebrachte psychologische rapport en het voorlichtingsrapport van de reclassering. Het is van oordeel dat - naast oplegging als onvoorwaardelijke gevangenisstraf van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht - dient te worden volstaan met een (voor het overige) voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een werkstraf van forse duur.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 48 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het meest subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het meest subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
63 (drieënzestig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
60 (zestig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van
160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (tachtig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr J.A.W. Lensing, voorzitter,
mr R. van den Heuvel en mr A. van Waarden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr L. Gereke, griffier,
en op 24 februari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.