ECLI:NL:GHARL:2014:1556

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 februari 2014
Publicatiedatum
3 maart 2014
Zaaknummer
21-004033-12
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel ten aanzien van een minderjarige en onttrekking aan het gezag

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Nederland, dat op 19 maart 2013 was gewezen. De zaak betreft mensenhandel met betrekking tot een minderjarige en de onttrekking aan het gezag. De verdachte, geboren in 1987, werd beschuldigd van het werven, vervoeren en uitbuiten van een minderjarige, geboren in 1994, met het oog op seksuele handelingen. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J.A. Schadd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, omdat het tot een andere bewezenverklaring en strafoplegging kwam. De verdachte werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het dwingen van de minderjarige tot prostitutie en het onttrekken aan het gezag van de ouders. Het hof oordeelde dat de verdachte samen met anderen de minderjarige in de prostitutie had gebracht en haar gedurende drie weken had vastgehouden. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarbij het hof rekening hield met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd. Het hof verklaarde het bewezenverklaarde onder lid 1, onder 5, niet strafbaar en ontsloeg de verdachte van alle rechtsvervolging voor dat onderdeel. Tevens werd een geldbedrag van 2.390 euro verbeurd verklaard, dat door de verdachte was verkregen uit de bewezenverklaarde feiten.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004033-13
Uitspraak d.d.: 24 februari 2014
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Nederland van 19 maart 2013 met parketnummer 05-901056-12 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1987],
wonende te [woonplaats].

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 10 februari 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr J.A. Schadd, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het voor een deel tot een andere bewezenverklaring komt en voorts tot een andere strafoplegging.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:

1.

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 augustus 2012 tot en met 28 augustus 2012 te [plaats], gemeente [gemeente], en/of te [plaats], gemeente [gemeente], en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats], in elk geval (telkens) op een of meer plaats(en) in Nederland,
(lid 3, onder 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten: [slachtoffer] (geboren [1994]),
(lid 1, onder 2)
heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(lid 1, onder 5)
(telkens) die [slachtoffer] heeft gedwongen/bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen,
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(lid 1, onder 8)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling,
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(n), meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer],
- verzocht om tegen betaling seksuele handelingen te verrichten, en/of
- aangeboden als prostituée bij een of meer onbekend gebleven personen, en/of
- afspraken gemaakt met een of meer klanten, en/of
- verkocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- aangekocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- gehuisvest in zijn, verdachtes, woning en/of de woning van een of meer van zijn medeverdachte(n), en/of
- vervoerd naar een of meer klanten, en/of
- het door [slachtoffer] verdiende geld (deels) ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik;

2.

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 augustus 2012 tot en met 28 augustus 2012 te [plaats], gemeente [gemeente], en/of te [plaats], gemeente [gemeente], en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats], in elk geval (telkens) op een of meer plaats(en) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer], geboren op [1994], heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag of aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende,
immers heeft verdachte daar toen tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, - zakelijk weergegeven -:
- contact gelegd en/of gehouden met die [slachtoffer] middels internet en/of per telefoon en/of met die [slachtoffer] afgesproken, en/of
- voornoemde [slachtoffer] onderdak geboden in zijn, verdachtes, woning en/of een of meer woning(en) van (een) ander(e) perso(o)n(en), en/of
- voornoemde [slachtoffer] opgehaald en/of vervoerd van en/of naar voornoemde woning(en);
- die [slachtoffer] aangeboden als prostituée bij een of meer onbekend gebleven personen, en/of
- afspraken gemaakt met een of meer klanten voor die [slachtoffer], en/of
- die [slachtoffer] verkocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- die [slachtoffer] aangekocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- gehuisvest in zijn, verdachtes, woning en/of de woning van een of meer van zijn medeverdachte(n), en/of
- vervoerd naar een of meer klanten,
en heeft hij en/of (een van) verdachtes medeverdachte(n) daarbij de navolgende list dan wel het navolgende geweld en/of de navolgende bedreiging met geweld gebezigd:
verdachte en/of (een van) verdachtes medeverdachte(n) heeft/hebben daarbij
- zakelijk weergegeven -:
- voornoemde [slachtoffer] (meermalen) de woorden "als jij de politie belt dan kun je beter jezelf gelijk van kant maken", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking toegevoegd, en/of
- het door [slachtoffer] verdiende geld (deels) ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
In de tenlastelegging ten aanzien van lid 1, onder 5º, is niet uitdrukkelijk vermeld “terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt”. Nu de geboortedatum van [slachtoffer] uitdrukkelijk in de tenlastelegging is genoemd, te weten [1994], leest het hof de tenlastelegging aldus dat de minderjarigheid van [slachtoffer] in de tenlastelegging ligt besloten.

Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het hoger beroep. Hij heeft hiertoe - onder verwijzing naar artikel 407 Wetboek van Strafvordering en jurisprudentie van de Hoge
Raad - aangevoerd dat de officier van justitie in de appelakte een ontoelaatbare beperking van het hoger beroep heeft aangebracht. In de akte valt immers te lezen dat de officier van justitie beroep instelt,
alleen voor wat betreft de hoogte van de op te leggen straf.
Het hof heeft bij tussenuitspraak ter terechtzitting van 10 februari 2014 het preliminaire verweer van dezelfde strekking verworpen. Het hof verwerpt het verweer op dezelfde gronden. Een redelijke uitleg van de wet en het systeem van de wet brengt met zich mee dat artikel 407 Wetboek van Strafvordering beoogt te voorkomen dat bepaalde voor appellant gunstige beslissingen van het appel worden uitgesloten. Het is niet zo dat appel kan worden ingesteld tegen alleen de straf en dat het hof geen voor verdachte gunstiger beslissing zou kunnen nemen terzake bijvoorbeeld de bewezenverklaring. Mede tegen die achtergrond bezien leest het hof de appelakte aldus dat het hoger beroep op zich onbeperkt is ingesteld en dat de officier van justitie daarbij meteen voor alle duidelijkheid heeft aangegeven dat het voor wat betreft het Openbaar Ministerie gaat om de strafmaat. De onderhavige situatie leidt dan ook niet tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:

1.

hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 06 augustus 2012 tot en met 28 augustus 2012 te [plaats], gemeente [gemeente],
en/of te [plaats], gemeente [gemeente],en
/ofte [plaats] en
/ofte [plaats] en
/ofte [plaats], in elk geval
(telkens)op
een ofmeer plaats
(en
)in Nederland,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
een ander, te weten: [slachtoffer] (geboren [1994]),
heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en
/of
(lid 1, onder 5)
(telkens)
(a) die [slachtoffer] heeft
gedwongen/bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel (b) ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft
/hebbenondernomen waarvan hij en
/ofzijn medeverdachte
(n
)wist
(en
) of redelijkerwijs moest(en) vermoedendat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen,
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en
/of
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling,
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(n), meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer],
- verzocht om tegen betaling seksuele handelingen te verrichten, en
/of
- aangeboden als prostituée bij een of meer onbekend gebleven personen, en
/of
- afspraken gemaakt met een of meer klanten, en
/of
- verkocht voor
een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althansenig geldbedrag, en
/of
- aangekocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- gehuisvest in zijn, verdachtes, woning en/of de woning van een of meer van zijn medeverdachte(n), en
/of
- vervoerd naar een of meer klanten, en
/of
- het door [slachtoffer] verdiende geld
(deels
)ingenomen
en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik en/of verdiende geld (deels) ingenomen;

2.

hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 24 augustus 2012 tot en met 28 augustus 2012
te [plaats], gemeente [gemeente], en/of te [plaats], gemeente [gemeente], en/ofte [plaats] en
/ofte [plaats] en
/ofte [plaats], in elk geval
(telkens)op
een ofmeer plaats
(en
)in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met anderen
of een ander, althans alleen,
opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer], geboren op [1994], heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag
of aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende,
immers heeft verdachte daar toen tezamen en in vereniging met anderen
of een ander, althans alleen,- zakelijk weergegeven -:
- contact
gelegd en/ofgehouden met die [slachtoffer] middels internet en/of per telefoon en
/ofmet die [slachtoffer] afgesproken, en
/of
- voornoemde [slachtoffer] onderdak geboden in zijn, verdachtes, woning en/of een of meer woning(en) van (een) ander(e) perso(o)n(en), en
/of
- voornoemde [slachtoffer] opgehaald en
/ofvervoerd van en
/ofnaar voornoemde woning(en);
- die [slachtoffer] aangeboden als prostituée bij een of meer onbekend gebleven personen, en/of
- afspraken gemaakt met een of meer klanten voor die [slachtoffer], en/of
- die [slachtoffer] verkocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- die [slachtoffer] aangekocht voor een bedrag van (ongeveer) 1.500 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- gehuisvest in zijn, verdachtes, woning en/of de woning van een of meer van zijn medeverdachte(n).
en/of
- vervoerd naar een of meer klanten,
en heeft hij en/of (een van) verdachtes medeverdachte(n) daarbij de navolgende list dan wel het navolgende geweld en/of de navolgende bedreiging met geweld gebezigd:
verdachte en/of (een van) verdachte medeverdachte(n) heeft/hebben daarbij
- zakelijk weergegeven -:
- voornoemde [slachtoffer] (meermalen) de woorden "als jij de politie belt dan kun je beter jezelf gelijk van kant maken", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking toegevoegd, en/of
- het door [slachtoffer] verdiende geld (deels) ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Ontslag van alle rechtsvervolging

Voor wat betreft het onder 1 tenlastegelegde met de nadere aanduiding “lid 1, onder 5” overweegt het hof dat het onder (a) bewezen verklaart dat verdachte [slachtoffer] heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. Dit bewezenverklaarde valt echter niet te kwalificeren als mensenhandel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, aanhef, en onder 4º Wetboek van Strafrecht nu daarvoor de onder artikel 273f lid 1 aanhef en onder 1º Wetboek van Strafrecht genoemde dwangmiddelen moeten zijn tenlastegelegd en bewezenverklaard. Evenmin is dit gedeelte te kwalificeren als mensenhandel in de zin van artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 5º Wetboek van Strafrecht, nu het daar gaat om “degene die een ander
ertoe brengtzich beschikbaar te stellen”. Voor wat betreft dit onderdeel van de bewezenverklaring zal het hof de verdachte dan ook van alle rechtsvervolging ontslaan.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert voor het overige op:
Mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over hem gesteld gezag.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld ter zake de feiten 1 en 2 tot een gevangenisstraf van 48 maanden.
De rechtbank Oost-Nederland heeft de verdachte veroordeeld ter zake feit 1 en 2 tot een gevangenisstraf van 18 maanden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld ter zake beide feiten tot 36 maanden gevangenisstraf, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft samen met anderen een minderjarig en kwetsbaar meisje in de prostitutie gebracht en daar drie weken in gehouden, van haar geprofiteerd en haar gedurende vijf dagen onttrokken aan het ouderlijk gezag. Dit zijn ernstige feiten. Het eerste feit legt bij de strafoplegging in deze zaak het meeste gewicht in de schaal. Mensenhandel waarbij iemand in de prostitutie wordt gebracht is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting, waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt wordt gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiters. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke feiten doorgaans nog lange tijd de psychische gevolgen hiervan ondervinden. Het hof acht het in deze zaak extra kwalijk dat verdachte samen met zijn medeverdachte [slachtoffer] heeft willen verkopen nadat bij “Tros Vermist” aandacht was besteed aan haar vermissing. Zij hebben [slachtoffer] - nadat een eerste potentiële koper was afgehaakt - uiteindelijk verkocht aan een ander. Verdachte en zijn medeverdachte hebben door deze transactie aan te gaan eens te meer laten zien dat zij geen respect hadden voor haar eigenwaarde en haar slechts als handelswaar beschouwden. Uit telefoontaps volgt bovendien dat verdachte en een van zijn medeverdachten hebben geprobeerd het meisje, nadat zij was verkocht, door middel van intimidatie opnieuw als prostituée aan het werk te zetten.
Bij de beoordeling van de ernst heeft het hof ook rekening gehouden met de verdere omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, waaronder de duur van de feiten, de mate van geweld, de mate van uitbuiting, de leeftijd en de houding van [slachtoffer].
Het hof heeft voorts acht geslagen op de straffen die in andere mensenhandelzaken zijn opgelegd.
Ten nadele van verdachte neemt het hof in aanmerking dat hij blijkens een hem betreffend uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 23 januari 2014, reeds eerder is veroordeeld en hij niet heeft laten merken inzicht te hebben in het kwalijke van zijn handelen.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een straf als door de rechtbank is opgelegd - te weten 18 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf - passend en geboden.

Beslag

Verbeurdverklaring
Het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van 2.390 euro behoort aan verdachte toe. Aangezien het geheel of grotendeels door middel van het onder 1 tenlastegelegde en bewezenverklaarde feit is verkregen, zal het hof dat bedrag verbeurd verklaren. Uit de verklaring van [getuige] volgt immers dat een deel van de prostitutiegelden naar verdachte ging. Het hof acht niet aannemelijk dat het bedrag uit een andere bron komt. Uit het dossier blijkt dat verdachte een bijstandsuitkering ontvangt. Verdachte heeft voor wat betreft het aangetroffen geldbedrag verschillende verklaringen afgelegd tegenover de politie en tegenover het hof. Mede daarom acht het hof die verklaringen niet aannemelijk. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 47, 57, 63, 273f en 279 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde onder het kopje “lid 1, onder 5”, onderdeel (a), niet strafbaar en ontslaat verdachte terzake van alle rechtsvervolging.
Verklaart het overigens onder 1 en het onder 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Beslag

Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een geldbedrag van 2.390 euro.
Gelast de
teruggaveaan [naam] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- dekbed met dekbedovertrek;
- een kussen met kussensloop;
- een hoeslaken bovenmatras;
- een kussen zonder sloop;
- een bovenmatras;
- een hoeslaken ondermatras.
Gelast de
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- de overige in beslag genomen goederen.
Aldus gewezen door
mr J.A.W. Lensing, voorzitter,
mr R. van den Heuvel en mr A. van Waarden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr L. Gereke, griffier,
en op 24 februari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.