ECLI:NL:GHARL:2014:1533

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 februari 2014
Publicatiedatum
28 februari 2014
Zaaknummer
TBS P13-0502
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van bevel tot dubbelrapportage en bevestiging verlenging terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 31 oktober 2013, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in Somalië, was in detentie en had beroep aangetekend tegen de verlenging van haar terbeschikkingstelling. Tijdens de zitting op 13 februari 2014 werd zij bijgestaan door haar raadsman, mr. I. Vreeken, en de advocaat-generaal, mr. E.J. Julsing-Nijenhuis. Het hof heeft de relevante stukken, waaronder het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg en aanvullende informatie van de kliniek, in overweging genomen.

Het hof oordeelde dat de rechtbank een bevel had gegeven voor het opmaken van een dubbelrapportage ten behoeve van een volgende verlengingszitting, maar dat dit bevel niet op de wet was gegrond. Het hof vernietigde dit bevel, omdat het niet noodzakelijk werd geacht dat de dubbelrapportage werd opgemaakt. Desondanks bevestigde het hof de beslissing van de rechtbank om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, omdat de rechtbank op goede gronden had geoordeeld en juist had beslist.

De terbeschikkinggestelde had aangevoerd dat zij niet ziek of gevaarlijk was en dat zij haar vrijheid terug wilde. Haar raadsman pleitte voor afwijzing van de vordering tot verlenging, terwijl de advocaat-generaal de kans op gewelddadig gedrag bij onmiddellijke terugkeer in de maatschappij als hoog inschatte. Het hof oordeelde dat de verlenging van de terbeschikkingstelling gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden en het advies van de kliniek.

Uitspraak

TBS P13/0502
Beslissing d.d. 27 februari 2014
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] (Somalië) op [geboortedatum],
verblijvende in [FPC].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van
31 oktober 2013, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 4 november 2013;
  • de aanvullende informatie van [FPC] van 27 januari 2014;
  • de brief van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van 12 februari 2014.
Het hof heeft ter zitting van 13 februari 2014 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door haar raadsman mr I. Vreeken, advocaat te Zutphen, en de advocaat-generaal mr E.J. Julsing-Nijenhuis.

Overwegingen:

Het advies van de kliniek
Uit de aanvullende informatie van de kliniek komt naar voren dat er geen veranderingen zijn opgetreden in het functioneren van de terbeschikkinggestelde ten opzichte van het verlengingsadvies van 4 september 2013. Vanwege het verlofbeleidskader is de kliniek niet in staat de terbeschikkinggestelde, die tot ongewenst vreemdeling is verklaard, te resocialiseren. Het is voor haar niet mogelijk om terug te keren naar het land van herkomst. De kliniek rest slechts de mogelijkheid de longstay status voor haar aan te vragen. Met deze aanvraag wil de kliniek op hoger niveau aandacht vragen voor de schrijnende situatie waarin de vreemdeling verkeert. De kliniek blijft bij het advies de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van één jaar.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en haar raadsman
De terbeschikkinggestelde vindt dat zij niet ziek en niet gevaarlijk is. Zij wil daarom geen medicatie innemen. Zij mist haar kinderen. Zij wil haar vrijheid terug.
De raadsman heeft aangevoerd dat uit de rapportages niet blijkt wat er nog over is van het specifieke recidivegevaar dat samenhing met de symbiotische relatie die de terbeschikkinggestelde met haar zoontje had. Het algemene recidiverisico is niet anders dan dat bij patiënten met een psychiatrische diagnose. Er is geen actuele risicotaxatie. Indien de situatie van de terbeschikkinggestelde na haar vrijlating zou verslechteren wordt de samenleving beschermd door de mogelijkheden die de Wet BOPZ biedt.
Het normale resocialisatietraject dient te worden overgeslagen. Door haar ongewenstverklaring kan zij geen verlof krijgen. Het is niet redelijk om haar te laten wachten op de beslissing op het verzoek om opheffing van de ongewenstverklaring.
De raadsman pleit voor afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal wijst erop dat de kans op gewelddadig gedrag bij onmiddellijke terugkeer in de maatschappij als hoog wordt ingeschat. Volgens de advocaat-generaal dient de verlengingsbeslissing van de rechtbank te worden bevestigd.
Het oordeel van het hof
Vernietiging “bevel”
Bij de beslissing waarvan beroep heeft de rechtbank bevolen dat er een dubbelrapportage betreffende de terbeschikkinggestelde wordt opgemaakt ten behoeve van een volgende terechtzitting ter beoordeling van de verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Het hof zal de beslissing waarvan beroep op dit onderdeel vernietigen , nu dit “bevel” niet op de wet is gegrond Het hof acht het overigens op voorhand ook niet noodzakelijk dat bedoelde dubbelrapportage wordt opgemaakt.
Bevestiging verlengingsbeslissing
Het hof is van oordeel dat de rechtbank overigens op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van één jaar. Daarom zal de verlengingsbeslissing in zoverre met overneming van die gronden worden bevestigd.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 31 oktober 2013 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde]ten aanzien van het bevel dat er een dubbelrapportage wordt opgemaakt.
Bevestigtde beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 31 oktober 2013 voor zover daarbij de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]is verlengd met een
termijn van één jaar.
Aldus gedaan door
mr. Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr. P.R. Wery en mr. B.J.J. Melssen als raadsheren,
en drs. R. Poll en dr. L. Kaiser als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans als griffier,
en op 27 februari 2014 in het openbaar uitgesproken.
Mr. P.R. Wery en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.