ECLI:NL:GHARL:2014:1358

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 februari 2014
Publicatiedatum
24 februari 2014
Zaaknummer
ks 21-007244-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van het Gerechtshof in hoger beroep tegen vonnis economische politierechter

In deze zaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 29 augustus 2013. Het hoger beroep werd behandeld door de commune strafkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 februari 2014. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in hoger beroep is gedagvaard om te verschijnen voor de commune strafkamer, terwijl de zaak volgens de Wet op de economische delicten behandeld dient te worden door de economische kamers van de gerechtshoven. Dit is geregeld in artikel 52 van de Wet op de economische delicten en artikel 64 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Gezien deze wettelijke bepalingen heeft het hof geconcludeerd dat het zich niet bevoegd acht om kennis te nemen van de zaak. De beslissing van het hof was dan ook om zich onbevoegd te verklaren. Dit arrest is op 11 februari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. O. Anjewierden, samen met raadsheren mr. W.M. van Schuijlenburg en mr. E. de Witt, en in aanwezigheid van griffier mr. I.N. Koers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-007244-13
Uitspraak d.d.: 11 februari 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 29 augustus 2013 met parketnummer 84-244059-12 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 18-994757-09, in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1954],
wonende te [woonplaats], [adres].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 februari 2014.
Het hof heeft kennis genomen van hetgeen de advocaat-generaal en verdachte ter zitting naar voren hebben gebracht.

Bevoegdheid

Verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter van de rechtbank Noord-Nederland. Gelet op artikel 52 van de Wet op de economische delicten behandelen en beslissen de economische kamers van de gerechtshoven, bedoeld in artikel 64 van de Wet op de rechterlijke organisatie, zaken als deze.
In hoger beroep is verdachte echter gedagvaard om te verschijnen voor de commune strafkamer van het hof. Gelet hierop acht het hof (de commune kamer) zich niet bevoegd kennis te nemen van de onderhavige zaak.

BESLISSING

Het hof (de commune kamer)
Verklaart zich onbevoegd tot kennisneming van deze zaak.
Aldus gewezen door
mr. O. Anjewierden, voorzitter,
mr. W.M. van Schuijlenburg en mr. E. de Witt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 11 februari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.