ECLI:NL:GHARL:2014:10203
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van het besturen van een motorrijtuig terwijl de bevoegdheid was ontzegd
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het besturen van een motorrijtuig terwijl hem de bevoegdheid daartoe was ontzegd. Het hof heeft het hoger beroep behandeld naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting, waarbij de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte, mr. R.A.C. Frijns, hun standpunten hebben gepresenteerd.
Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging inhield dat de verdachte op of omstreeks 31 oktober 2011 in [plaats] een motorrijtuig heeft bestuurd, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbevoegdheid was ontzegd. Tijdens de zitting is echter gebleken dat het proces-verbaal van de politie niet voldoende bewijs biedt om de verdachte te veroordelen. Het proces-verbaal vermeldt enkel dat de verdachte is aangehouden, maar niet of hij daadwerkelijk in de auto heeft gezeten of deze heeft bestuurd.
Op basis van het gebrek aan overtuigend bewijs heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te vernietigen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet bewezen kan worden dat hij het ten laste gelegde feit heeft begaan. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging. De beslissing is genomen in het belang van een eerlijke rechtsgang, waarbij de verdachte niet onterecht kan worden veroordeeld zonder voldoende bewijs.