In deze zaak gaat het om de wijziging van de kinderalimentatie die de man aan de vrouw dient te betalen voor hun twee minderjarige kinderen. Het huwelijk van partijen is in 2008 ontbonden, waarna de kinderen bij de vrouw zijn gaan wonen. De man heeft in 2012 verzocht om de alimentatie, die destijds op € 250 per kind per maand was vastgesteld, te wijzigen naar nihil of een door de rechtbank te bepalen bedrag. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, waarna de man in hoger beroep is gegaan.
Het hof heeft vastgesteld dat er een relevante wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden, waardoor een herbeoordeling van de alimentatie noodzakelijk was. De man heeft aangevoerd dat de behoefte van de kinderen lager is, omdat zij in Colombia wonen, waar de levensstandaard lager is dan in Nederland. Het hof heeft de behoefte van de kinderen berekend en vastgesteld dat deze in Colombia op ongeveer € 183 per kind per maand kan worden gesteld.
Bij de beoordeling van de draagkracht van de man heeft het hof rekening gehouden met zijn netto besteedbaar inkomen, dat op € 1.674 per maand is vastgesteld. Na berekening van de draagkracht is het hof tot de conclusie gekomen dat de man in staat is om een bijdrage van € 112,50 per kind per maand te betalen, met ingang van 1 mei 2012. De eerdere beschikking van de rechtbank is vernietigd en de nieuwe alimentatie is vastgesteld, waarbij ook is bepaald dat de man niet hoeft terug te betalen voor eventuele te veel betaalde bedragen in de tussenliggende periode.