ECLI:NL:GHARL:2013:CA3061
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Otte
- H. Abbink
- R.H. Koning
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vrijspraak meineed oud-rechter
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen de vrijspraak van de verdachte, die werd beschuldigd van meineed. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank een juiste beslissing heeft genomen en bevestigt het vonnis, met uitzondering van de beslissingen ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen, aangezien deze zich niet in hoger beroep hebben gevoegd. Het hof heeft de motivering van de rechtbank echter niet in al haar onderdelen juist bevonden en heeft deze terzijde gesteld.
De zaak draait om de vraag of de verdachte, een oud-rechter, opzettelijk onware verklaringen heeft afgelegd over zijn privécontacten met een medeverdachte. Het hof benadrukt dat in het strafrecht een feitelijke toedracht overtuigend moet worden bewezen. Het hof heeft de verklaringen van getuigen en de ontkenningen van de verdachte en de medeverdachte zorgvuldig gewogen. Ondanks dat er voldoende bewijsmiddelen zijn die de stelling van het openbaar ministerie zouden kunnen ondersteunen, is er onvoldoende helderheid over de feitelijke toedracht en de frequentie van de contacten tussen de verdachte en de medeverdachte.
Uiteindelijk concludeert het hof dat de feitelijke toedracht niet kan worden vastgesteld en dat de alternatieve duiding van de toedracht niet minder waarschijnlijk is dan het door het openbaar ministerie geschetste scenario. Daarom spreekt het hof de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit van meineed. Het arrest is gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.