ECLI:NL:GHARL:2013:CA1894
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding ex artikel 591a Sv wegens ondeugdelijke administratie van advocaat
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 april 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Verzoekster, die in 1954 is geboren en woonachtig is in [woonplaats], had een verzoek ingediend voor vergoeding van kosten van rechtsbijstand, na vrijspraak in een strafzaak. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig was ingediend, maar niet door verzoekster zelf was ondertekend. Desondanks werd het verzoek ontvankelijk verklaard, omdat verzoekster aanwezig was in de openbare raadkamer en had aangegeven dat het verzoek namens haar was ingediend.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing of matiging van het verzoek, terwijl de raadsman van verzoekster heeft volgehouden dat de kosten van rechtsbijstand, ter hoogte van € 3.319,60, vergoed dienden te worden. Het hof heeft echter geoordeeld dat de administratie van de advocaat ondeugdelijk was, waardoor niet kon worden vastgesteld welke bedragen daadwerkelijk aan verzoekster waren gefactureerd. De raadsman had een reconstructie van de declaratie overgelegd, maar het hof oordeelde dat deze niet voldeed aan de eisen van een deugdelijke administratie.
Uiteindelijk heeft het hof besloten het verzoek tot vergoeding van de kosten van de raadsman af te wijzen, maar heeft het wel een vergoeding van € 540,= toegekend voor de kosten verbonden aan de indiening en behandeling van het verzoekschrift. De beslissing is genomen op basis van de landelijke aanbevelingen inzake verzoekschriften schadevergoeding. De griffier is opgedragen het bedrag over te maken op een door verzoekster op te geven rekeningnummer. Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en uitgesproken ter openbare zitting.