ECLI:NL:GHARL:2013:CA1557
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Y.A.J.M. van Kuijck
- P.R. Wery
- B.J.J. Melssen
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de verlenging van de terbeschikkingstelling ondanks termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 februari 2013, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde had bezwaar gemaakt tegen de verlenging, omdat de vordering tot verlenging 13 maanden te laat was ingediend. De raadsman van de terbeschikkinggestelde voerde aan dat deze termijnoverschrijding een schending van de redelijke termijn opleverde, zoals bedoeld in artikel 509oa van het Wetboek van Strafvordering. Hij stelde dat de terbeschikkinggestelde substantieel in zijn belangen was geschaad door de lange detentie zonder titel en dat de belangen van de terbeschikkinggestelde zwaarder zouden moeten wegen dan de maatschappelijke belangen.
Het openbaar ministerie erkende dat de vordering te laat was ingediend, maar stelde dat deze onmiddellijk na ontdekking van het verzuim was ingediend. De advocaat-generaal concludeerde tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank, met de opmerking dat de kliniek voortvarend aan het behandeltraject moest werken, gezien het aanmerkelijke tijdsverloop.
Het hof oordeelde dat de rechtbank op juiste gronden had beslist en bevestigde de beslissing van de rechtbank. Het hof merkte op dat de terbeschikkinggestelde een lange periode zonder verpleging in een penitentiaire inrichting had verbleven, maar dat dit geen reden was om tot een andere beslissing te komen. De terbeschikkingstelling werd bevestigd, met de nadruk op de noodzaak van een voortvarende behandeling in de kliniek.