ECLI:NL:GHARL:2013:CA1188
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens geweld tegen politieambtenaren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 maart 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was aangeklaagd voor het verzetten tegen politieambtenaren tijdens de aanhouding van zijn broer op 8 oktober 2011. De tenlastelegging omvatte geweldshandelingen tegen de verbalisanten, waarbij de verdachte zich tussen de verbalisanten en zijn broer zou hebben begeven en hen bij de benen zou hebben gegrepen om de aanhouding te verijdelen.
Tijdens de zitting op 18 maart 2013 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een werkstraf van 80 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk, had geëist. Het hof heeft echter geconcludeerd dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte geweldshandelingen had verricht tegen de verbalisanten. Het hof oordeelde dat de verdachte zich enkel om zijn broer had geklemd om een verdere aanhouding te voorkomen, wat mogelijk een strafbaar feit oplevert, maar niet het feit dat aan de verdachte was tenlastegelegd.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat het hof van mening was dat de bewijsvoering niet voldeed aan de vereisten van wettigheid en overtuigendheid. De beslissing van het hof is op 29 maart 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij de griffier aanwezig was.