ECLI:NL:GHARL:2013:CA0377
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de kwalificatie van arbeidsrelatie voor inkomstenbelasting in verband met thaiboxlessen
In deze zaak gaat het om de kwalificatie van de arbeidsrelatie van belanghebbende, die thaiboxlessen verzorgt, voor de inkomstenbelasting. De Inspecteur had op 29 december 2011 een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) afgegeven, waarin de arbeidsrelatie voor het jaar 2012 werd gekwalificeerd als resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-row). Belanghebbende ging hiertegen in beroep bij de rechtbank Arnhem, die op 6 september 2012 oordeelde dat de VAR-wuo (winst uit onderneming) van toepassing was. De Inspecteur ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting op 26 februari 2013 werd de zaak behandeld. Belanghebbende stelde dat zijn werkzaamheden als winst uit onderneming moesten worden gekwalificeerd, terwijl de Inspecteur volhield dat dit niet het geval was. Het Hof oordeelde dat de rechtbank de feiten en omstandigheden correct had beoordeeld en dat de voordelen uit de werkzaamheden van belanghebbende inderdaad als winst uit onderneming moesten worden aangemerkt. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de Inspecteur geen rekening kon houden met informatie die na de afgifte van de VAR was verstrekt.
De uitspraak van het Hof houdt in dat de Inspecteur de VAR-wuo moet afgeven, en dat de kosten van het hoger beroep voor de Inspecteur komen. Beide partijen hebben het recht om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige belastingkamer en is openbaar uitgesproken op 2 mei 2013.