ECLI:NL:GHARL:2013:BZ9821

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
24-001651-12
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor gewelddadige berovingen, opzetheling, mishandeling en diefstal met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte werd beschuldigd van twee gewelddadige berovingen, opzetheling van een telefoon, mishandeling van zijn ex-vriendin en diefstal met geweld van de telefoon van die ex-vriendin. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren, een straf die door de advocaat-generaal was geëist en die het hof in stand hield. De verdachte ontkende alle feiten, maar het hof achtte de bewijsvoering overtuigend. Het hof baseerde zich op verschillende bewijsmiddelen, waaronder het signalement van de dader dat overeenkwam met de verdachte, en het feit dat de verdachte kort na de berovingen in het bezit was van de buitgemaakte goederen. De verklaringen van de slachtoffers en getuigen werden als geloofwaardig beschouwd, terwijl de verdediging van de verdachte niet overtuigend was. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan afpersing, opzetheling, mishandeling en diefstal met geweld, en legde de straf op zoals eerder door de rechtbank was bepaald. Daarnaast werden vorderingen van benadeelde partijen tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de verdachte werd verplicht om deze bedragen te betalen. Het hof concludeerde dat de feiten niet alleen veel leed hadden veroorzaakt bij de slachtoffers, maar ook een gevoel van onveiligheid in de maatschappij teweegbrachten.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 24-001651-12
Uitspraak d.d.: 8 mei 2013
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 5 juli 2012 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 07-662533-11, 07-690247-12 en 07-690037-12, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1985],
thans verblijvende in [verblijfplaats].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 8 oktober 2012 en 25 april 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 1 en 2 primair en in de zaak met parketnummer 07-690247-12 onder 1 primair en in de zaak met parketnummer 07-690037-12 onder 1 en 2 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf van zeven jaren met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd om de vorderingen van de benadeelde partijen geheel toe te wijzen telkens met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. L.J.M. Janssen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 07-662533-11:
1 primair:
hij op of omstreeks 3 juli 2011 in de gemeente [gemeente], omstreeks 02.15 uur, in ieder geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in de portiek behorende bij de woning gelegen aan de [adres], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas (merk Prada, kleur zwart) met daarin
- een ID-kaart en/of rijbewijs en/of OV chipkaart en/of bankpas op naam van [benadeelde 1] en/of
- een mobiele telefoon (merk Blackberry, type Bold 9700, kleur zwart) en/of bijbehorende oplader en/of
- twee sjaals en/of
- een verpakking parfum (merk Adidas) en/of
- een sleutelbos,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
hij op of omstreeks 3 juli 2011 in de gemeente [gemeente], omstreeks 02.15 uur, in ieder geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in de portiek behorende bij de woning gelegen aan de [adres], met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een tas (merk Prada, kleur zwart)met daarin
- een ID-kaart en/of rijbewijs en/of OV chipkaart en/of bankpas op naam van [benadeelde 1] en/of
- een mobiele telefoon (merk Blackberry, type Bold 9700, kleur zwart) en/of bijbehorende oplader en/of
- twee sjaals en/of
- een verpakking parfum (merk Adidas) en/of
- een sleutelbos,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
- die [benadeelde 1] meerdere malen, in ieder geval éénmaal (met kracht) op/tegen het hoofd heeft geslagen/gestompt ten gevolge waarvan zij op de grond is gevallen en/of
- (vervolgens) terwijl zij op de grond lag, (wederom) meerdere malen, in ieder geval éénmaal op/tegen het hoofd heeft geslagen/gestompt en/of tegen de ribben, in ieder geval tegen het bovenlichaam heeft geschopt/getrapt en/of
- die [benadeelde 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik maak je dood, ik maak je dood" in ieder geval woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2 primair:
hij op of omstreeks 26 juni 2011 in de gemeente [gemeente], op de openbare weg, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een mobiele telefoon (merk Samsung, type Galaxy S II), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
- die [benadeelde 2] (met kracht) heeft geslagen/gestompt op/tegen het hoofd tengevolge waarvan die [benadeelde 2] op de grond is gevallen en/of
- (met kracht) met zijn voet die [benadeelde 2] tegen de grond heeft geduwd en/of
- die [benadeelde 2] dreigend de woorden toegevoegd dat hij, verdachte, zijn, [benadeelde 2], telefoon en geld wilde, in ieder geval woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of - (vervolgens) die mobiele telefoon uit de hand van die [benadeelde 2] heeft getrokken;
2 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 26 juni 2011 tot en met 4 juli 2011 in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een mobiele telefoon (merk Samsung, type Galaxy S II), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon wist danwel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Zaak met parketnummer 07-690247-12 (gevoegd):
1 primair:
hij op of omstreeks 31 mei 2011 in de gemeente [gemeente] gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een woning (gelegen aan de [adres]) een (lederen) portemonnee en/of (met daarin) een geldbedrag van 100 Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
hij op of omstreeks 31 mei 2011 in de gemeente [gemeente] gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld in een woning (gelegen aan de [adres]) [benadeelde 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee en/of (met daarin) een geldbedrag van 100 Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 4] en/of aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte;
- achter die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3] aan voornoemde woning is in gegaan en/of
- die [benadeelde 4] (met kracht) (met gebalde vuist) één of meerdere malen heeft geslagen en/of gestompt in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd en/of
- (daarbij) tegen die [benadeelde 4] heeft geroepen: "Al je geld!" en/of
- (vervolgens) voornoemde portemonnee uit de hand(en) van die [benadeelde 4] heeft gegrist/gepakt en/of
- die [benadeelde 4] heeft getrapt en/of geschopt op/tegen het been, althans het lichaam en/of
- een deur welke die [benadeelde 3] probeerde te openen met kracht heeft dichtgeduwd en/of
- die [benadeelde 4] en/of die [benadeelde 3] één of meerdere malen (met kracht) (met gebalde vuist) heeft geslagen en/of gestompt op/tegen het lichaam (waardoor die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3] ten val is/zijn gekomen) en/of
- een (kralen)ketting van de nek van die [benadeelde 3] heeft getrokken;
1 meer subsidiair:
hij op of omstreeks 31 mei 2011 in de gemeente [gemeente] gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres]) weg te nemen een (lederen) portemonnee en/of (met daarin) 100 Euro, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- achter die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3] aan voornoemde woning is in gegaan en/of
- die [benadeelde 4] (met kracht) (met gebalde vuist) één of meerdere malen heeft geslagen en/of gestompt in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd en/of
- (daarbij) tegen die [benadeelde 4] heeft geroepen: "Al je geld!" en/of
- (vervolgens) voornoemde portemonnee uit de hand(en) van die [benadeelde 4] heeft gegrist/gepakt en/of
- die [benadeelde 4] heeft getrapt en/of geschopt op/tegen het been, althans het lichaam en/of
- een deur welke die [benadeelde 3] probeerde te openen met kracht heeft dichtgeduwd en/of
- die [benadeelde 4] en/of die [benadeelde 3] één of meerderemalen (met kracht) (met gebalde vuist) heeft geslagen en/of gestompt op/tegen het lichaam (waardoor die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3] ten val is/zijn gekomen) en/of
- een (kralen)ketting van de nek van die [benadeelde 2] heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
B. hij op of omstreeks 31 mei 2011 in de gemeente [gemeente] gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 4] in een woning (gelegen aan de [adres]) te dwingen tot de afgifte van een portemonnee en/of een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
- achter die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3] aan voornoemde woning is in gegaan en/of
- die [benadeelde 4] (met kracht) (met gebalde vuist) één of meerdere malen heeft geslagen en/of gestompt in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd en/of
- (daarbij) tegen die [benadeelde 4] heeft geroepen: "Al je geld!" en/of
- (vervolgens) voornoemde portemonnee uit de hand(en) van die [benadeelde 4] heeft gegrist/gepakt en/of
- die [benadeelde 4] heeft getrapt en/of geschopt op/tegen het been, althans het lichaam en/of
- een deur welke die [benadeelde 3] probeerde te openen met kracht heeft dichtgeduwd en/of
- die [benadeelde 4] en/of die [benadeelde 3] één of meerdere malen (met kracht) (met gebalde vuist) heeft geslagen en/of gestompt op/tegen het lichaam (waardoor die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3] ten val is/zijn gekomen) en/of
- een (kralen)ketting van de nek van die [benadeelde 3] heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1 meer subsidiair:
hij op of omstreeks 31 mei 2011 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend
- [benadeelde 4] (met kracht) (met gebalde vuist) één of meerdere malen heeft geslagen en/of gestompt in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd en/of op/tegen het lichaam (waardoor die [benadeelde 4] ten val is gekomen) en/of getrapt en/of geschopt op/tegen het been, althans het lichaam, waardoor hij letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden en/of
- [benadeelde 3] één of meerdere malen (met kracht) (met gebalde vuist) heeft geslagen en/of gestompt op/tegen het lichaam (waardoor die [benadeelde 3] ten val is gekomen), waardoor zij letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Zaak met parketnummer 07-690037-12 (gevoegd):
1 primair:
hij op of omstreeks 25 mei 2011 in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend [slachtoffer] een of meer keer (met kracht) (met gebalde vuist(en)) in/tegen het gezicht, althans het hoofd heeft geslagen en/of gestompt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2 primair:
hij in of omstreeks de periode van 4 april 2011 tot en met 8 april 2011 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (type Blackberry Torch), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, voornoemde telefoon (met kracht) uit de hand(en) van voornoemde [slachtoffer] heeft getrokken en/of gegrist en/of gepakt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Overweging met betrekking tot het bewijs van de zaak met parketnummer
07-662533-11 feit 1 primair:
De raadsvrouw heeft ter zitting van het hof bepleit, dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Zij heeft daartoe betoogd dat verdachte weliswaar heeft verklaard dat hij rond het tijdstip van het ten laste gelegde een meisje heeft beroofd van haar tas, maar dat dit een ander meisje dan aangeefster [benadeelde 1] betrof. Verder was verdachte weliswaar in het bezit van bij de overval op [benadeelde 1] buitgemaakte spullen, maar verdachte heeft daar een alternatieve verklaring voor gegeven. Het bezit van de spullen rechtvaardigt dus niet zonder meer de conclusie dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, aldus de raadsvrouw.
Het hof stelt met betrekking tot de feiten het volgende vast.
[benadeelde 1] fietst op 3 juli 2011 rond 02:00 uur vanaf het station in [plaats] naar het huis van haar vriendin. Dit betreft een flatwoning aan de [adres]. [benadeelde 1] zet haar fiets op slot in het fietsenrek. Er komt een man aanlopen. [benadeelde 1] belt bij haar vriendin aan bij de buitendeur van de flat. Haar vriendin doet vanuit haar woning de deur open en [benadeelde 1] loopt het portiek in. Ze gaat ervan uit dat de man ook naar binnen moet en houdt de deur voor hem open. Ze staat voor de lift te wachten als ze opeens hard op haar hoofd wordt geslagen. Ze valt op de grond. Ze wordt meerdere keren tegen het hoofd geslagen en tegen haar ribben geschopt. Ze geeft haar tas waarin onder meer haar telefoon zit aan de man. Daarna schopt en slaat hij haar nog meerdere keren. De man loopt vervolgens het portiek uit. [benadeelde 1] gaat achter hem aan. De man draait zich om en zegt: “Ik maak je dood, ik maak je dood”. [benadeelde 1] gilt en belt weer aan bij haar vriendin. Ze geeft het volgende signalement op van de dader: een lichte negroïde man, ongeveer 1.82 meter, 18-23 jaren oud, atletisch, niet dun maar breed gevormd, zwart gemillimeterd haar. Uit de letselverklaring blijkt dat [benadeelde 1] verschillende bloeduitstortingen, kneuzingen en schaafwonden in het gelaat heeft opgelopen. Ook mist zij een stuk van haar kies en heeft zij gekneusde kaak, een kapotte lip en pijn in haar nek, schouder en ribben.
Getuige [getuige] ziet diezelfde nacht omstreeks 02:00 uur een jongen lopen vanaf het portiek aan de [adres]. Op het moment dat de jongen 20 meter van het portiek verwijderd is, rent hij weg. [getuige] omschrijft de manspersoon als volgt: lengte tussen de 1.70-1.80 meter, normaal tot krachtig postuur, licht-negroïde, Antilliaans-Surinaams, tussen de 25 en 30 jaren oud, heel kort zwart haar.
De politie sluit naar aanleiding van de aangifte een tap aan op de net gestolen telefoon van [benadeelde 1]. Op 3 juli 2011 om 14:14 uur wordt de telefoon in gebruik genomen door een telefoonnummer dat op naam staat van verdachte.
Verdachte wordt aangehouden op 4 juli 2011. Onder verdachte worden de telefoon van [benadeelde 1] en nog een aantal goederen in beslag genomen die waren buitgemaakt bij de overval, namelijk pasjes van Douglas en van Sixt en twee sjaals.
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij zaterdagavond onder druk van een groepje jongens bestaande uit een aantal Marokkaanse jongens en een Antilliaanse jongen, een meisje heeft beroofd van haar tas. Nadien is hij weggerend en heeft hij de tas gedumpt. Verder heeft hij omtrent het verkrijgen van de onder hem in beslag genomen buit verklaard dat hij op maandagochtend een tasje vond in de achtertuin van zijn broer, in wiens huis verdachte op dat moment verbleef, met daarin spullen die niet van hem waren en die later afkomstig bleken te zijn van de overval op [benadeelde 1]. Desgevraagd verklaarde hij over de telefoon van [benadeelde 1] dat hij deze reeds voorafgaand aan het incident met het meisje had gekregen van “de jongens”.
Verdachte heeft geen afdoende antwoord gegeven op de vraag hoe het kon dat hij de bij de overval buitgemaakte telefoon reeds voorafgaand aan de overval op zaterdagavond in zijn bezit had. Ter terechtzitting van het hof heeft verdachte hierover verklaard bij zijn bij de politie afgelegde verklaringen te blijven.
Ter zitting heeft het hof geconstateerd dat verdachte past in het signalement van de dader, zoals opgegeven door [benadeelde 1] en [getuige], kleine afwijkingen in lengte en leeftijd daargelaten in het door [benadeelde 1] opgegeven signalement. Het hof acht deze onderdelen van de beschrijving door de aangeefster verklaarbaar, waarbij het hof in aanmerking neemt dat de lengte (“ik denk 1.82 meter zoiets”) een schatting betreft terwijl onmiskenbaar sprake is geweest van stressvolle omstandigheden.
In weerwil van wat de raadsvrouw heeft betoogd, acht het hof – met de rechtbank en de advocaat-generaal – de verklaring van verdachte omtrent het verkrijgen van de bij de overval op [benadeelde 1] buitgemaakte goederen ongeloofwaardig.
Het is feitelijk onmogelijk dat verdachte de telefoon van [benadeelde 1] al vóór 3 juli 2011 in zijn bezit heeft gehad, aangezien [benadeelde 1] zelf aldus haar verklaring - zoals door de verdediging ook niet is bestreden - tot het moment van de overval de beschikking over haar telefoon heeft gehad. Verdachte heeft op geen enkel moment verklaard dat hij een telefoon van de door hem niet nader aangeduide Marokkanen heeft gekregen ná het moment van de overval op [benadeelde 1].
De verklaring van verdachte dat hij niet [benadeelde 1], maar een ander meisje heeft beroofd van haar tas, is niet verifieerbaar en vindt op geen enkele manier steun in het dossier.
De conclusie luidt dat verdachte binnen ongeveer 12 uren na de beroving in de nacht in het bezit was van de bij de overval buitgemaakte telefoon. Het hof kent ook betekenis toe aan het feit dat ook andere buitgemaakte spullen van [benadeelde 1] bij verdachte zijn aangetroffen. Hij heeft voor die aanwezigheid geen plausibele verklaring gegeven, noch is zijn verklaring anderszins aannemelijk geworden. Het hof acht de verklaring van verdachte niet geloofwaardig. Verdachte past in het signalement van de dader zoals opgegeven door aangeefster en een getuige.
Het hof verwerpt het verweer.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het ten laste gelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Overweging met betrekking tot het bewijs van de zaak met parketnummer
07-690247-12:
De raadsvrouw heeft bepleit dat het hof verdachte zal vrijspreken van het ten laste gelegde wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Verdachte heeft ontkend het feit te hebben gepleegd en heeft zich verder voornamelijk op zijn zwijgrecht beroepen.
Het hof stelt met betrekking tot de feiten het volgende vast.
Het echtpaar [benadeelde 4 en benadeelde 3] loopt op dinsdag 31 mei 2011 rond 23:15 uur vanaf het metrostation WTC naar hun huis aan de [adres] te [plaats]. Dit betreft een rijtjeshuis in een doodlopende straat. Onderweg op straat is het rustig, zij komen slechts een enkeling tegen. Als zij bij hun huis zijn aangekomen doen ze de voordeur open. Mevrouw (hierna: [benadeelde 3]) gaat direct naar de wc. In de gang ziet mijnheer (hierna: [benadeelde 4]) plotseling een man staan, die hem direct hard in het gezicht slaat. [benadeelde 4] geeft zijn portemonnee aan de man. [benadeelde 3] hoort vanuit de wc geschreeuw in de gang. Ze probeert de deur open te doen maar deze wordt met kracht dichtgeduwd. Als het haar lukt de deur open te doen ziet ze het bebloede gezicht van haar echtgenoot. [benadeelde 3] loopt daarop de gang in en ziet nog een man staan. [benadeelde 3] en [benadeelde 4] schreeuwen dat de man weg moet gaan. Deze slaat hen beiden met zijn vuisten, waardoor zij op de grond vallen. [benadeelde 3] wordt geschopt en haar ketting wordt door de dader kapot getrokken. Hierna verlaat de dader onder medeneming van eigendommen van [benadeelde 4] en [benadeelde 3] de woning. [benadeelde 4] geeft het volgende signalement op van de dader: een man met een donkere gelaatskleur, kort zwart haar, slank postuur, ongeveer 1.70 meter, ongeveer 25-30 jaren oud. [benadeelde 3] omschrijft de dader als volgt: negroïde, licht getint, zwart haar, kortgeknipt dik krullend haar, ongeveer 25 jaren oud, ongeveer 1.75-1.78 meter lang, slank tot normaal postuur.
De buurman, getuige [getuige 2], komt op het gestommel af. Hij belt aan bij aangevers en ziet bewegingen achter het glas. Er komt een jongen naar buiten lopen die desgevraagd meldt: “Er is iets met die mensen”. Binnen aangekomen treft [getuige 2] de aangevers hulpeloos en bebloed op de grond aan. [getuige 2] omschrijft de jongen die hij bij aangevers’ huis trof als volgt: een licht getinte man, slank, 1.75 meter lang, 25 jaren oud, kort zwart haar.
Uit een letselverklaring blijkt dat [benadeelde 4] een volledig uitgescheurde lip, een gescheurde wenkbrauw, een gebroken neus en een gebroken jukbeen heeft opgelopen. Ook mist hij twee tanden als gevolg van het uitgeoefende geweld. [benadeelde 3] heeft een opgezwollen linkerkaak en een schaafwond in het gezicht opgelopen.
De politie doet direct na de melding onderzoek in en om het huis van aangevers. Voor het huis van de buren op nr. 2 wordt een ‘verse’ Marlboro sigarettenpeuk aangetroffen. De peuk is deels opgebrand, de askegel is nog aanwezig. Na onderzoek door het NFI wordt het DNA van verdachte op de peuk aangetroffen.
Op verzoek van de raadsvrouw is ten tijde van het hoger beroep een nader rapport van het NFI aan de stukken toegevoegd, waarin de eerdere resultaten worden verduidelijkt. Daarbij wordt door de deskundige verwezen naar de door hem gehanteerde methode van deskundigenonderzoek. Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd, ziet het hof geen aanleiding om het rapport van het NFI uit te sluiten voor het bewijs. De raadsvrouw heeft de rapportage slechts in zeer algemene bewoordingen betwist. De raadsvrouw verbindt aan haar stelling dat de rapportage van bewijs dient te worden uitgesloten. De DNA-match op zich heeft de raadsvrouw niet betwist. Het is het hof niet gebleken dat de match op onjuiste wijze tot stand is gekomen en derhalve niet betrouwbaar zou zijn. Het hof acht het deskundigenonderzoek valide, betrouwbaar en dus bruikbaar voor het bewijs.
Uit het dossier volgt voorts dat uit historische telefoongegevens blijkt dat de telefoon van verdachte direct voorafgaand, ten tijde van en kort na de overval zendmasten in de directe omgeving van de plaats van het delict heeft aangestraald.
Verdachte is meermalen bevraagd over het aantreffen van zijn DNA op de sigarettenpeuk en op de aanwezigheid van zijn telefoon in de directe nabijheid van de plaats delict ten tijde van het ten laste gelegde. Bij de politie wenste verdachte hierover geen verklaring af te leggen. Ter zitting bij de rechtbank heeft verdachte zich op dit punt op zijn zwijgrecht beroepen. Ter zitting bij het hof heeft verdachte wederom verklaard hier geen antwoord op te kunnen geven. Kortom, verdachte heeft op dit punt geen verklaring gegeven.
Ter zitting heeft het hof waargenomen dat verdachte past in het signalement van de dader, zoals opgegeven door [benadeelde 3], [benadeelde 4] en [getuige 2], een kleine afwijking in haardracht daargelaten in het door [benadeelde 3] opgegeven signalement. Enkel [benadeelde 3] spreekt over krullend haar, [benadeelde 4] en [getuige 2] spreken over kort zwart haar.
De conclusie luidt dat verdachte zich ten tijde van het ten laste gelegde in de zeer directe nabijheid van de plaats van het delict heeft bevonden. Hij heeft geen verklaring gegeven voor zijn aanwezigheid, terwijl die aanwezigheid wel om uitleg vraagt. Verdachte past daarnaast in het signalement van de dader zoals opgegeven door de aangevers en getuige [getuige 2].
Mede in aanmerking genomen het tijdstip van de overval en het feit dat aangevers hebben verklaard dat er zich op dat moment in de omgeving weinig mensen op straat bevonden, acht het hof boven redelijke twijfel verheven dat het verdachte is geweest die [benadeelde 3] en [benadeelde 4] direct na hun thuiskomst heeft overvallen en acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de overval op [benadeelde 3] en [benadeelde 4].
Het hof verwerpt het verweer.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het ten laste gelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 1 primair en onder 2 subsidiair, in de zaak met parketnummer 07-690247-12 onder 1 primair en in de zaak met parketnummer 07-690037-12 onder 1 en onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 07-662533-11:
1 primair:
hij op 3 juli 2011 in de gemeente [gemeente], omstreeks 02.15 uur, in ieder geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in de portiek behorende bij de woning gelegen aan de [adres], met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde 1]heeft gedwongen tot de afgifte van een tas (merk Prada, kleur zwart) met daarin
- een ID-kaart en rijbewijs en OV chipkaart en bankpas op naam van [benadeelde 1] en
- een mobiele telefoon (merk Blackberry, type Bold 9700, kleur zwart) en bijbehorende oplader en
- twee sjaals en
- een verpakking parfum (merk Adidas) en
- een sleutelbos,
toebehorende aan [benadeelde 1],
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte,
- die [benadeelde 1] meerdere malen met kracht op/tegen het hoofd heeft gestompt ten gevolge waarvan zij op de grond is gevallen en
- vervolgens terwijl zij op de grond lag, (wederom) meerdere malen, op/tegen het hoofd heeft gestompt en tegen de ribben heeft geschopt en
- die [benadeelde 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik maak je dood, ik maak je dood".
2 subsidiair:
hij in de periode van 26 juni 2011 tot en met 4 juli 2011 in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een mobiele telefoon (merk Samsung, type Galaxy S II), heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Zaak met parketnummer 07-690247-12 (gevoegd):
1 primair:
hij op 31 mei 2011 in de gemeente [gemeente] gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld in een woning (gelegen aan de [adres]) [benadeelde 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met daarin een geldbedrag van 100 Euro, toebehorende aan die [benadeelde 4],
welk geweld hierin bestonden dat hij, verdachte;
- achter die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3] aan voornoemde woning is in gegaan en
- die [benadeelde 4] met kracht heeft gestompt in het gezicht, en
- tegen die [benadeelde 4] heeft geroepen: "Al je geld!" en
- vervolgens voornoemde portemonnee uit de handen van die [benadeelde 4] heeft gegrist en
- die [benadeelde 4] heeft getrapt en/of geschopt op/tegen het been, althans het lichaam en/of
- een deur welke die [benadeelde 3] probeerde te openen met kracht heeft dichtgeduwd en
- die [benadeelde 4] en die [benadeelde 3] meerdere malen met kracht heeft gestompt tegen het lichaam waardoor die [benadeelde 4] en [benadeelde 3] ten val zijn gekomen) en
- een kralenketting van de nek van die [benadeelde 3] heeft getrokken;
Zaak met parketnummer 07-690037-12 (gevoegd):
1:
hij op 25 mei 2011 in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend [slachtoffer] een of meer keer met kracht in het gezicht, heeft gestompt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/ pijn heeft ondervonden;
2:
hij op 4 april 2011 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (type Blackberry Torch), toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, voornoemde telefoon met kracht uit de hand van voornoemde [slachtoffer] heeft getrokken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
Afpersing.
Het in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 2 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
Opzetheling.
Het in de zaak met parketnummer 07-690247-12 onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning.
Het in de zaak met parketnummer 07-690037-12 onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Mishandeling.
Het in de zaak met parketnummer 07-690037-12 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Verdachte is opgenomen geweest in het Pieter Baan Centrum. Hij heeft echter niet mee willen werken aan onderzoek. Hierdoor was het in casu niet mogelijk om diagnostische conclusies te trekken en kan er bij verdachte niet worden vastgesteld of er bij hem ten tijde van de ten laste gelegde feiten sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Het hof houdt verdachte voor volledig toerekeningsvatbaar.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee gewelddadige berovingen. De manier waarop de afzonderlijke feiten zijn gepleegd komt sterk overeen. Beide keren sloop verdachte op handige wijze met de slachtoffers mee de woning in. Hieruit kan een zekere mate van voorbereiding worden afgeleid. De slachtoffers, een bejaard echtpaar en een jonge vrouw, werden vervolgens onverhoeds met zeer ernstig geweld geconfronteerd waarna zij hun bezittingen moesten afgeven. Zij bleven achter met aanzienlijk letsel. Aangeefster [benadeelde 1] was zo ernstig toegetakeld dat haar vriendin haar vlak na het incident niet meer herkende. Uit de schriftelijke slachtofferverklaringen blijkt van een enorme impact op het leven van de slachtoffers.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een telefoon, mishandeling van zijn ex-vriendin en diefstal met geweld van de telefoon van die ex-vriendin.
Deze feiten hebben niet alleen bij de slachtoffers van de bewezenverklaarde feiten veel leed veroorzaakt, maar zorgen in de maatschappij voor onrust en gevoel van onveiligheid.
Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 21 maart 2012 blijkt dat verdachte eerder ter zake van geweldsdelicten onherroepelijk is veroordeeld.
Het hof komt ten aanzien van de zaak met parketnummer 07-662533-11 feit 2 tot een andere bewezenverklaring dan de rechtbank en de advocaat-generaal. Dit leidt gelet op de gebleken bijzondere ernst van de overige feiten niet tot vermindering van de op te leggen straf.
Alles afwegende zal het hof – zoals ook was opgelegd door de rechtbank en geëist door de advocaat-generaal – verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf van zeven jaren. Het hof acht deze straf voor de bewezen verklaarde feiten passend en geboden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.072,78. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De vordering is door de verdediging inhoudelijk niet betwist. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 284,99. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Het hof komt tot een vrijspraak van het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 2 primair ten laste gelegde diefstal. Wel wordt verdachte veroordeeld voor de onder 2 subsidair ten laste gelegde opzetheling.
De vordering van de benadeelde partij behelst schadeposten betreffende de vervanging van de gestolen telefoon en immateriële schade. Derhalve heeft de vordering van de benadeelde partij niet betrekking op schade, die rechtstreeks is toegebracht door het bewezen verklaarde feit. Gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder b, van het Wetboek van Strafvordering, dient de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard. Zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 6.030,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 5.030,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De vordering is door de verdediging inhoudelijk niet betwist. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 07-690247-12 onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 10.916,29. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 8.916,29. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De vordering is door de verdediging inhoudelijk niet betwist. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 07-690247-12 onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 300, 312, 317 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 1 primair en 2 subsidiair en in de zaak met parketnummer 07-690247-12 onder 1 primair en in de zaak met parketnummer 07-690037-12 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 1 primair en 2 subsidiair en in de zaak met parketnummer 07-690247-12 onder 1 primair en in de zaak met parketnummer 07-690037-12 onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] ter zake van het in de zaak met parketnummer 07-662533-11 onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 2.072,78 (tweeduizend tweeënzeventig euro en achtenzeventig cent) bestaande uit € 572,78 (vijfhonderdtweeënzeventig euro en achtenzeventig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1], een bedrag te betalen van € 2.072,78 (tweeduizend tweeënzeventig euro en achtenzeventig cent) bestaande uit € 572,78 (vijfhonderdtweeënzeventig euro en achtenzeventig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 3] ter zake van het in de zaak met parketnummer 07-690247-12 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 6.030,00 (zesduizend dertig euro) bestaande uit € 30,00 (dertig euro) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 3], een bedrag te betalen van € 6.030,00 (zesduizend dertig euro) bestaande uit € 30,00 (dertig euro) materiële schade en
€ 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 65 (vijfenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 4] ter zake van het in de zaak met parketnummer 07-690247-12 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 10.916,29 (tienduizend negenhonderdzestien euro en negenentwintig cent) bestaande uit € 3.916,29 (drieduizend negenhonderdzestien euro en negenentwintig cent) materiële schade en € 7.000,00 (zevenduizend euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 4], een bedrag te betalen van € 10.916,29 (tienduizend negenhonderdzestien euro en negenentwintig cent) bestaande uit
€ 3.916,29 (drieduizend negenhonderdzestien euro en negenentwintig cent) materiële schade en
€ 7.000,00 (zevenduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 89 (negenentachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. J. Dolfing, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen, griffier,
en op 8 mei 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Tebbenhoff Rijnenberg voornoemd is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.