ECLI:NL:GHARL:2013:BZ9259
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van ouderlijk gezag en benoeming tijdelijke voogd in het belang van een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de schorsing van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kind, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. De rechtbank Leeuwarden had eerder op 11 april 2012 besloten om Bureau Jeugdzorg (BJZ) tijdelijk tot voogd te benoemen, omdat de verblijfplaats van de moeder onbekend was. De moeder, die in hoger beroep ging, betwistte de beslissing van de rechtbank en verzocht om vernietiging van de beschikking. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat was om het gezag uit te oefenen, aangezien zij niet bereikbaar was voor het kind en haar oom en tante. Het hof oordeelde dat de schorsing van het gezag terecht was en dat BJZ op juiste gronden tot tijdelijke voogd was benoemd. De moeder heeft de mogelijkheid om in de toekomst opnieuw een verzoek in te dienen om het gezag te herstellen, indien de omstandigheden veranderen. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, omdat het hoger beroep geen doel trof. De zaak is behandeld ter zitting op 12 februari 2013, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat, mr. G.A.S. Maduro, en een tolk. De Raad voor de Kinderbescherming en de pleegouders waren ook aanwezig, maar hebben geen verweerschrift ingediend. De uitspraak benadrukt de noodzaak van het waarborgen van het welzijn van het kind in situaties waarin ouders niet in staat zijn om voor hun kinderen te zorgen.