ECLI:NL:GHARL:2013:BZ9248
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- G. Jonkman
- J.G. Idsardi
- A. Dijkstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen benoeming deskundige in civiele procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de benoeming van een deskundige in een civiele procedure. De appellant, de man, heeft op 16 oktober 2012 een beroepschrift ingediend bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin hij verzocht om de beschikking van de rechtbank Assen van 22 augustus 2012 te vernietigen. Deze beschikking betrof de benoeming van een deskundige die moest onderzoeken wat de waarde was van bepaalde aandelen en een tandartsenpraktijk op 24 april 2006. De rechtbank had in haar beschikking bepaald dat er geen hogere voorziening openstond tegen de benoeming van de deskundige, conform artikel 194 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de man niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Dit is gebaseerd op de overweging dat er geen doorbrekingsgronden van het appelverbod zijn gesteld. De man had in zijn appelschrift enkel gegriefd tegen de benoeming van de deskundige, maar deed geen beroep op de eerder genoemde doorbrekingsgronden. Het hof heeft ook opgemerkt dat volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad een doorbreking van het appelverbod alleen is toegestaan als er wordt geklaagd over een onjuiste toepassing van het artikel of als essentiële vormen zijn verzuimd.
De beslissing van het hof was dat de man niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn hoger beroep, omdat de beschikking van de rechtbank niet als een eindbeschikking kon worden aangemerkt. De uitspraak werd gedaan op 16 april 2013 in aanwezigheid van de griffier, waarbij de rechters G. Jonkman, J.G. Idsardi en A. Dijkstra de beschikking hebben gegeven.