ECLI:NL:GHARL:2013:BZ8744
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onttrekking aan ouderlijk gezag van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak waarin zij was veroordeeld voor het onttrekken van haar dochter aan het wettig gezag van de vader. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De kern van de zaak draaide om de vraag of het verzwijgen van de verblijfplaats van de dochter door de verdachte kon worden aangemerkt als onttrekking aan het ouderlijk gezag. Het hof oordeelde dat de handelingen van de verdachte niet van beslissende invloed waren op de verblijfplaats van de minderjarige, aangezien de dochter al sinds 4 december 2009 uit huis was geplaatst door Engelse autoriteiten en onder hun tijdelijke gezag stond. Het hof concludeerde dat de verdachte geen invloed meer had op de situatie van de minderjarige en dat het enkele verzwijgen van informatie niet kon worden gekwalificeerd als onttrekking. De beslissing van het hof was gebaseerd op de feiten en omstandigheden die zich hadden voorgedaan tussen 9 december 2009 en 25 februari 2010, waarbij het hof ook rekening hield met de erkenning van het gezag door de Engelse rechter. De verdachte werd uiteindelijk vrijgesproken van het ten laste gelegde, omdat niet was komen vast te staan dat zij zich schuldig had gemaakt aan de onttrekking van haar dochter aan het wettig gezag.