ECLI:NL:GHARL:2013:BZ8055

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
21-004477-12
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het helpen van een terbeschikkinggestelde bij zelfbevrijding en het verbergen van deze terbeschikkinggestelde

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht. De verdachte, werkzaam in een kliniek waar een terbeschikkinggestelde verbleef, werd beschuldigd van het helpen bij de zelfbevrijding van deze terbeschikkinggestelde en het verbergen van deze persoon in haar woning. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, waarbij de nadruk lag op generale preventie. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het helpen van de terbeschikkinggestelde bij zijn ontsnapping, wat een ernstige schending van de rechtsorde met zich meebracht. De verdachte had zich niet gerealiseerd welke gevolgen haar handelen had voor de uitvoering van rechterlijke beslissingen en de maatschappelijke onrust die dit teweegbracht. Het hof heeft de strafoplegging gemotiveerd door te verwijzen naar de ernst van de feiten en de rol van de verdachte als werknemer in de kliniek, die een bijzondere zorgplicht had. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de aard en ernst van het bewezenverklaarde, en de verdachte is strafbaar verklaard op basis van de artikelen 57, 189 en 191 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004477-12
Uitspraak d.d.: 19 april 2013
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Utrecht van 29 oktober 2012 in de strafzaak tegen
(verdachte),
geboren te (Den Haag) op (datum),
wonende te (adres).
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 5 april 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr X.B. Sijmons, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1:
zij op of omstreeks 26 november 2010, te (plaats 1), althans in het arrondissement (arrondissement), in elk geval in Nederland, tezamen en/of in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (terbeschikkinggestelde), die krachtens rechterlijke uitspraak en/of beschikking van de vrijheid beroofd was, bij zijn zelfbevrijding behulpzaam is geweest, hebbende zij, verdachte, en/of (een van) haar mededader(s) alstoen aldaar opzettelijk die (terbeschikkinggestelde), die terbeschikking was gesteld met verpleging van overheidswege en uit dien hoofde verbleef in de (kliniek) te (plaats 1), in staat gesteld te ontsnappen
- door een/of meer deuren (die normaliter afgesloten worden) (van de medische afdeling) niet af te sluiten en/of
- door die (terbeschikkinggestelde) te informeren over een gunstig tijdstip waarop de medische afdeling van genoemde kliniek verlaten zou zijn (zodat die (terbeschikkinggestelde) daar ongestoord het raam en/of het traliewerk kon forceren) en/of
- door het overklimalarm uit te (laten) schakelen en/of
- door buiten de kliniek met een auto op die (terbeschikkinggestelde) te staan wachten en hem daarin te vervoeren naar een schuilplaats of die (terbeschikkinggestelde) (na door hem te zijn gebeld) met een auto op te halen,
waardoor die (terbeschikkinggestelde) zich uit genoemde (kliniek) heeft bevrijd;
2:
zij op of omstreeks 26 november 2010 te (plaats 2), althans in het arrondissement (arrondissement), opzettelijk een persoon te weten (terbeschikkinggestelde), die schuldig was aan of verdachte was van onder meer de volgende misdrijven: bedreiging tegen het leven, mishandeling, wapenbezit, afpersing, diefstal in vereniging en heling , heeft verborgen en/of behulpzaam is geweest in het ontkomen aan de nasporing van of aanhouding door een of meer ambtenaren van de justitie of politie, immers heeft verdachte voornoemde (terbeschikkinggestelde) in haar, verdachtes, woning onderdak verschaft.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Ter terechtzitting heeft de raadsman bepleit dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor betrokkenheid van verdachte bij de ontsnapping van de terbeschikkinggestelde (terbeschikkinggestelde) en mocht al vast komen te staan dat de deuren van de medische afdeling niet waren afgesloten, dit geen opzet oplevert maar eerder een min of meer grove onoplettendheid en derhalve schuld. Aldus moet verdachte worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat er wettig en overtuigend bewijs is voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:
zij op of omstreeks 26 november 2010, te (plaats 1), althans in het arrondissement (arrondissement), in elk geval in Nederland, tezamen en/of in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (terbeschikkinggestelde), die krachtens rechterlijke uitspraak en/of beschikking van de vrijheid beroofd was, bij zijn zelfbevrijding behulpzaam is geweest, hebbende zij, verdachte, en/of (een van) haar mededader(s) alstoen aldaar opzettelijk die (terbeschikkinggestelde), die terbeschikking was gesteld met verpleging van overheidswege en uit dien hoofde verbleef in de (kliniek) te (plaats 1), in staat gesteld te ontsnappen
- door een/of meer deuren (die normaliter afgesloten wordten) (van de medische afdeling) niet af te sluiten en/of
- door die (terbeschikkinggestelde) te informeren over een gunstig tijdstip waarop de medische afdeling van genoemde kliniek verlaten zou zijn (zodat die (terbeschikkinggestelde) daar ongestoord het raam en/of het traliewerk kon forceren) en/of
- door het overklimalarm uit te (laten) schakelen en/of
- door buiten de kliniek met een auto op die (terbeschikkinggestelde) te staan wachten en hem daarin te vervoeren naar een schuilplaats of die (terbeschikkinggestelde) (na door hem te zijn gebeld) met een auto op te halen,
waardoor die (terbeschikkinggestelde) zich uit genoemde (kliniek) heeft bevrijd;
2:
zij op of omstreeks 26 november 2010 te (plaats 2), althans in het arrondissement (arrondissement), opzettelijk een persoon te weten (terbeschikkinggestelde), die schuldig was aan of verdachte was van onder meer de volgende misdrijven: bedreiging tegen het leven, mishandeling, wapenbezit, afpersing, diefstal in vereniging en heling , heeft verborgen en/of behulpzaam is geweest in het ontkomen aan de nasporing van of aanhouding door een of meer ambtenaren van de justitie of politie, immers heeft verdachte voornoemde (terbeschikkinggestelde) in haar, verdachtes, woning onderdak verschaft.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk iemand, krachtens rechterlijke uitspraak van de vrijheid beroofd, bij zijn zelfbevrijding behulpzaam zijn.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk iemand die schuldig is aan enig misdrijf, verbergen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld wegens het onder 1 en 2 tenlastegelegde tot 8 maanden gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De rechtbank Utrecht heeft de verdachte veroordeeld wegens het onder 1 en 2 tenlastegelegde tot een werkstraf van 240 uren, met aftrek van het voorarrest en met bijbehorende vervangende hechtenis en een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en bijzondere voorwaarden inhoudende reclasseringscontact en een behandeling bij een forensisch psychiatrische kliniek.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld wegens het onder 1 en 2 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en dezelfde bijzondere voorwaarden als door de rechtbank opgelegd.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij het bepalen van de strafsoort en -hoogte zijn de strafdoeleinden (vergelding, speciale en generale preventie) bepalend. Met name de generale preventie speelt een belangrijke rol bij het bepalen van de hoogte van de straf in deze zaak.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (kort gezegd) het helpen van een terbeschikkinggestelde bij zijn ontsnapping en het verbergen van deze terbeschikkinggestelde in haar woning. Zij heeft hiermee geprobeerd het gezag dat aan rechterlijke uitspraken wordt toegekend, te ondermijnen en ernstig afbreuk gedaan aan een ongestoorde tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen.
Verdachte, op dat moment al langere tijd werkzaam op de medische afdeling van de (kliniek), had zich bewust moeten zijn van haar bijzondere taak als werknemer van deze kliniek en de extra zorgplicht die daardoor op haar rust.
De verdachte heeft op geen enkel moment stilgestaan bij de verstrekkende gevolgen die haar handelen heeft, waaronder ernstige maatschappelijke en politieke onrust en zwaarwegende consequenties die dergelijk handelen heeft voor het systeem van de terbeschikkingstelling in het geheel en dat van de individuele terbeschikkinggestelden in het bijzonder. Algemeen bekend is dat in het verleden verloven van andere terbeschikkinggestelden bij een ontsnapping zijn ingetrokken en het verlofstelsel ten nadele van terbeschikkinggstelden is aangescherpt naar aanleiding daarvan.
Gelet op het voorstaande doet een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur geen recht aan de aard en de ernst van de feiten. Het hof zal dan ook een hogere straf opleggen dan de rechtbank heeft gedaan.
Naar het oordeel van het hof is het onder 1 bewezenverklaarde delict in een zodanig situationele context gepleegd (verdachte is thans niet meer werkzaam in een justitiële inrichting en is in het verleden en nadien ook niet met justitie in aanraking geweest) dat een (deels) voorwaardelijke straf om verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw schuldig te maken aan dergelijke strafbare feiten, niet passend of geboden is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 189 en 191 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr H. Abbink, voorzitter,
mr R. de Groot en mr F.G. Bauduin, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr A.H. Hettema, griffier,
en op 19 april 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.