ECLI:NL:GHARL:2013:BZ5063
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vastgestelde waarde van een kantoorvilla door de gemeente Arnhem
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin de waarde van een kantoorvilla per 1 januari 2009 door de gemeente Arnhem was vastgesteld op € 1.196.000. De belanghebbende, eigenaar van de kantoorvilla, was het niet eens met deze vastgestelde waarde en had bezwaar aangetekend. De ambtenaar handhaafde de waarde in de uitspraak op bezwaar, waarna de belanghebbende in beroep ging bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Het Gerechtshof heeft de zaak op 12 maart 2013 behandeld. De partijen waren het erover eens dat de huurwaardekapitalisatiemethode de meest geschikte methode was om de waarde te bepalen, maar er was onenigheid over de huurwaarde. De ambtenaar stelde dat de huurwaarde minimaal € 95.680 per jaar moest zijn, terwijl de belanghebbende betoogde dat deze niet meer dan € 74.640 per jaar bedroeg. Het Hof oordeelde dat de ambtenaar niet aannemelijk had gemaakt dat de door hem verdedigde WOZ-waarde niet te hoog was. Het Hof concludeerde dat de door de belanghebbende voorgestane waarde van € 933.000 aannemelijk was, gebaseerd op de stabiele huuropbrengsten van de kantoorvilla.
Het Gerechtshof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en de uitspraak op bezwaar, verlaagde de vastgestelde waarde tot € 933.000 en veroordeelde de ambtenaar in de proceskosten van de belanghebbende. De belanghebbende had recht op vergoeding van het betaalde griffierecht. Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.