ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4748
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Roelvink-Verhoeff
- A. Smeeïng-van Hees
- R. Krijger
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en nevenverzoeken; geen inschrijving in registers burgerlijke stand; niet-ontvankelijkheid
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep inzake een echtscheiding en de daarbij behorende nevenverzoeken. De vrouw is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Utrecht, waarin de echtscheiding tussen haar en de man is uitgesproken. De vrouw verzoekt het hof om de beschikking te vernietigen en een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen vast te stellen, evenals een zorg- en contactregeling. De man heeft het verzoek bestreden en incidenteel hoger beroep ingesteld, waarbij hij verzoekt om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem te bepalen.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat partijen niet op de hoogte zijn van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. Het hof heeft partijen de gelegenheid gegeven om deze informatie te verstrekken, maar hier is geen gebruik van gemaakt. Het hof concludeert dat de echtscheiding niet is ingeschreven, waardoor er geen sprake is van een rechtsgrond voor de nevenverzoeken. Dit leidt tot de niet-ontvankelijkheid van partijen in hun verzoeken in zowel het principaal als het incidenteel hoger beroep.
De beslissing van het hof is dat partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun verzoeken, en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt. Deze uitspraak is gedaan op 7 februari 2013, in aanwezigheid van de griffier, en is gebaseerd op de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.