ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4034
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toerekenbare tekortkoming in overeenkomst van opdracht en gevolgen voor schadevergoeding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 maart 2013, staat de toerekenbaarheid van een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst van opdracht centraal. De appellant, een belastingadviseur, had de opdracht gekregen om namens de geïntimeerde, een schoonmaakbedrijf, beroep in te stellen tegen naheffingsaanslagen van de Belastingdienst. De naheffingsaanslagen waren opgelegd naar aanleiding van een boekenonderzoek in 2003, waarbij gebreken in de personeelsdossiers van de geïntimeerde waren geconstateerd. De appellant heeft echter de beroepschriften te laat ingediend, waardoor de rechtbank Haarlem het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. De geïntimeerde vorderde in eerste aanleg schadevergoeding van de appellant, stellende dat hij tekortgeschoten was in zijn verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht.
Het hof oordeelt dat de appellant inderdaad toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. De appellant had de verplichting om tijdig beroep in te stellen, maar heeft dit niet gedaan. Het hof overweegt dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij met de geïntimeerde had afgesproken om de beroepsprocedure niet voort te zetten. Bovendien heeft de geïntimeerde voldoende aannemelijk gemaakt dat zij schade heeft geleden door het niet tijdig instellen van beroep. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de appellant wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van beroepschriften en de verantwoordelijkheden van een opdrachtnemer in een overeenkomst van opdracht. De appellant wordt geconfronteerd met de gevolgen van zijn nalatigheid, wat leidt tot aansprakelijkheid voor de schade die de geïntimeerde heeft geleden.