Gerechtshof Arnhem Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 24-000709-12
Uitspraak d.d.: 8 maart 2013
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Assen van
9 maart 2012 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1992],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in [verblijfplaats].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 februari 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren en tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 8.850,-, hoofdelijk en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. W.J.J. Lunsingh Tonckens, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1 primair:
verdachte op of omstreeks 31 mei 2011 gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [adres] heeft weggenomen een rijbewijs, een horloge, een bankpas, een translator, sieraden, sleutels, een gsm en/of een of meer spaarpot(ten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of die mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben/heeft verschaft en/of die/dat weggenomen goed(eren) onder hun/zijn/haar bereik hebben/heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan die mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of die mededader(s)
- met een schreeuw vanuit een toiletruimte in die woning tevoorschijn zijn/is gesprongen/gekomen terwijl die [benadeelde] zojuist thuis was gekomen en/of
- zich aan die [benadeelde] hebben/heeft vertoond terwijl hun/zijn/haar gezicht/hoofd (gedeeltelijk) was bedekt met een capuchon en/of een bivakmuts, althans textiel en/of
- die [benadeelde] tegen de vloer hebben/heeft gegooid/gewerkt en/of
- die [benadeelde] hebben/heeft vastgepakt en/of
- die [benadeelde] (meermalen) met tape, althans met enig voor vastbinden geschikt materiaal, hebben/heeft vastgebonden over haar ogen en/of mond en/of armen/handen en/of benen/voeten en/of
- tegen die [benadeelde] hebben/heeft gezegd: "Miljoen, waar is die miljoen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [benadeelde] (meermalen) hebben/heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt en/of
- op die [benadeelde] zijn/is gaan zitten en/of
- de borsten en/of benen en/of vagina van die Lambeck hebben/heeft betast en/of
- die [benadeelde] (gedeeltelijk) van de door haar gedragen kleding hebben/heeft ontdaan en/of
- hebben/heeft geprobeerd die Lambeck op haar buik te draaien en/of
- die [benadeelde] (meermalen) hebben/heeft gevraagd waar het geld lag en/of
- tegen die [benadeelde] hebben/heeft gezegd: "Rolex, Breitling", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- tegen die [benadeelde] hebben/heeft gezegd dat zij/hij haar zou(den) meenemen, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [benadeelde] hebben/heeft gedwongen de bij haar bankpasje behorende pincode bekend te maken en/of
- die [benadeelde] hebben/heeft verboden te praten en/of
- die [benadeelde] in een kast hebben/heeft geduwd/gelegd en/of
- die [benadeelde] parfum, althans een bijtende en/of benauwd makende stof, in het gezicht hebben/heeft gespoten en/of
- (meermalen) op die [benadeelde] zijn/is gesprongen en/of
- die [benadeelde] (opnieuw) in een kast hebben geduwd/gelegd en/of (vervolgens) de deur van die kast op slot hebben/heeft gedraaid en/of
- dreigend tegen die [benadeelde] hebben/heeft gezegd dat er niets zou gebeuren als zij zich twee uur stil zou houden en/of dat, als zij zich niet stil zou houden, zij/hij terug zou(den) komen en haar dood zou(den) schieten, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- een hard voorwerp tegen een slaap en/of de nek van die [benadeelde] hebben/heeft gezet/gehouden en/of (daarbij) dreigende tegen haar hebben/heeft gezegd: "We schieten je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [benadeelde] (meermalen) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp hebben/heeft gestoken/geprikt;
1 subsidiair:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks 31 mei 2011 gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd te [plaats] tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [adres] hebben/heeft weggenomen een rijbewijs, een horloge, een bankpas, een translator, sieraden, sleutels, een gsm en/of een of meer spaarpot(ten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die ander(en) en/of aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die ander(en) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben/heeft verschaft en/of die/dat weggenomen goed(eren) onder hun/zijn/haar bereik hebben/heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan (een) ander(en) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die ander(en)
- met een schreeuw vanuit een toiletruimte in die woning tevoorschijn zijn/is gesprongen/gekomen terwijl die [benadeelde] zojuist thuis was gekomen en/of
- zich aan die [benadeelde] hebben/heeft vertoond terwijl hun/zijn/haar gezicht/hoofd (gedeeltelijk) was bedekt met een capuchon en/of een bivakmuts, althans textiel en/of
- die [benadeelde] tegen de vloer hebben/heeft gegooid/gewerkt en/of
- die [benadeelde] hebben/heeft vastgepakt en/of
- die [benadeelde] (meermalen) met tape, althans met enig voor vastbinden geschikt materiaal, hebben/heeft vastgebonden over haar ogen en/of mond en/of armen/handen en/of benen/voeten en/of
- tegen die [benadeelde] hebben/heeft gezegd: "Miljoen, waar is die miljoen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [benadeelde] (meermalen) hebben/heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt en/of
- op die [benadeelde] zijn/is gaan zitten en/of
- de borsten en/of benen en/of vagina van die [benadeelde] hebben/heeft betast en/of
- die [benadeelde] (gedeeltelijk) van de door haar gedragen kleding hebben/heeft ontdaan en/of
- hebben/heeft geprobeerd die [benadeelde] op haar buik te draaien en/of
- die [benadeelde] (meermalen) hebben/heeft gevraagd waar het geld lag en/of
- tegen die [benadeelde] hebben/heeft gezegd: "Rolex, Breitling", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- tegen die [benadeelde] hebben/heeft gezegd dat zij/hij haar zou(den) meenemen, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [benadeelde] hebben/heeft gedwongen de bij haar bankpasje behorende pincode bekend te maken en/of
- die [benadeelde] hebben/heeft verboden te praten en/of
- die [benadeelde] in een kast hebben/heeft geduwd/gelegd en/of
- die [benadeelde] parfum, althans een bijtende en/of benauwd makende stof, in het gezicht hebben/heeft gespoten en/of
- (meermalen) op die [benadeelde] zijn/is gesprongen en/of
- die [benadeelde] (opnieuw) in een kast hebben geduwd/gelegd en/of (vervolgens) de deur van die kast op slot hebben/heeft gedraaid en/of
- dreigend tegen die [benadeelde] hebben/heeft gezegd dat er niets zou gebeuren als zij zich twee uur stil zou houden en/of dat, als zij zich niet stil zou houden, zij/hij terug zou(den) komen en haar dood zou(den) schieten, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- een hard voorwerp tegen een slaap en/of de nek van die [benadeelde] hebben/heeft gezet/gehouden en/of (daarbij) dreigende tegen haar hebben/heeft gezegd: "We schieten je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [benadeelde] (meermalen) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp hebben/heeft gestoken/geprikt,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2011 tot en met 31 mei 2011 in de gemeente [gemeente], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer mededader(s), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- aan een vriendin/(een van) die ander(en) te vertellen dat die [benadeelde] (veel) geld (in huis) had en/of
- aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die ander(en) informatie te verschaffen over die [benadeelde] en/of over de door haar bewoonde woning en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die ander(en) te vragen dat misdrijf te plegen en/of
- aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die ander(en) de woning van die [benadeelde] aan te wijzen en/of
- over het plegen van dat misdrijf contact te onderhouden met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die ander(en) (kort) voor en/of tijdens het plegen van dat misdrijf;
2 primair:
verdachte op of omstreeks 26 oktober 2010 te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan/nabij de [adres] heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en) en/of een kluis, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of die mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben/heeft verschaft en/of dat/die geld/goed(eren) onder hun/zijn/haar bereik hebben/heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming
en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of haar zoon [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of die mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of die mededader(s)
- de slaapkamer waarin die [slachtoffer 1] zich bevond, zijn/is binnengegaan en/of (daarbij) (tegen die [slachtoffer 1]) heeft geroepen/gezegd: "Dit is het arrestatieteam, u wordt gearresteerd, u moet liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] hebben/heeft gezegd dat haar man op de snelweg zou worden aangehouden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer 1] (terug) op bed hebben/heeft geduwd/gedrukt en/of
- de armen van die [slachtoffer 1] op haar rug hebben/heeft vastgehouden en/of
- om de pols(en) van die [slachtoffer 1] (een) tie-rip(s) hebben/heeft gedaan en/of
- tegen die [slachtoffer 1] hebben/heeft gezegd: "Zwart geld, zwart geld, wij zoeken zwart geld, we weten dat het er is", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- een kluis (uit een nachtkastje) hebben/heeft gepakt en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer 1] hebben/heeft gezegd: "Nummer van de kluis, nummer van de kluis", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of - tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd dat zij/hij niet mocht(en) kijken, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- (meermalen) aan die [slachtoffer 1] hebben/heeft gevraagd waar het zwarte geld en/of de weedplantages waren/was en/of
- tegen die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd: "Liggen, liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- om de pols(en) van die [slachtoffer 2] (een) tie-rip(s) hebben/heeft gedaan en/of
- tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd dat zij/hij rustig moest(en) blijven liggen, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- zichtbaar voor die [slachtoffer 2] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, voorhanden hebben/heeft gehad en/of
- een kussen op het hoofd/gezicht van die [slachtoffer 1] hebben/heeft gelegd/geduwd en/of
- het hoofd van die [slachtoffer 1] aan haar haren omhoog heeft getrokken, althans aan de hoofdharen van die [slachtoffer 1] hebben/heeft getrokken, en/of
- toen verdachte en/of die mededader(s) die woning verliet(en) tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd: "Liggen blijven", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2 subsidiair:
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] op of omstreeks 26 oktober 2010 te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan/nabij de [adres] hebben/heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en) en/of een kluis, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] en/of aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben/heeft verschaft en/of dat/die geld/goed(eren) onder hun/zijn/haar bereik hebben/heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of haar zoon [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of (een) ander(en) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6]
- de slaapkamer waarin die [slachtoffer 1] zich bevond, zijn/is binnengegaan en/of (daarbij) (tegen die [slachtoffer 1]) heeft geroepen/gezegd: "Dit is het arrestatieteam, u wordt gearresteerd, u moet liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] hebben/heeft gezegd dat haar man op de snelweg zou worden aangehouden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer 1] (terug) op bed hebben/heeft geduwd/gedrukt en/of
- de armen van die [slachtoffer 1] op haar rug hebben/heeft vastgehouden en/of
- om de pols(en) van die [slachtoffer 1] (een) tie-rip(s) hebben/heeft gedaan en/of
- tegen die [slachtoffer 1] hebben/heeft gezegd: "Zwart geld, zwart geld, wij zoeken zwart geld, we weten dat het er is", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- een kluis (uit een nachtkastje) hebben/heeft gepakt en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer 1] hebben/heeft gezegd: "Nummer van de kluis, nummer van de kluis", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of - tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd dat zij/hij niet mocht(en) kijken, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- (meermalen) aan die [slachtoffer 1] hebben/heeft gevraagd waar het zwarte geld en/of de weedplantages waren/was en/of
- tegen die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd: "Liggen, liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- om de pols(en) van die [slachtoffer 2] (een) tie-rip(s) hebben/heeft gedaan en/of
- tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd dat zij/hij rustig moest(en) blijven liggen, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- zichtbaar voor die [slachtoffer 2] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, voorhanden hebben/heeft gehad en/of
- een kussen op het hoofd/gezicht van die [slachtoffer 1] hebben/heeft gelegd/geduwd en/of
- het hoofd van die [slachtoffer 1] aan haar haren omhoog heeft getrokken, althans aan de hoofdharen van die [slachtoffer 1] hebben/heeft getrokken, en/of
- toen die persoon/personen die woning verliet(en) tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd: "Liggen blijven", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met
26 oktober 2010 in de gemeente(n) [gemeente] en/of [gemeente], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer mededader(s), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- aan die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] te vertellen dat die [slachtoffer 1] veel geld had en/of dat in de door die [slachtoffer 1] bewoonde woning een koffer met geld lag en/of
- aan die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] informatie over het adres van die woning en/of de bewoners daarvan te verstrekken en/of
- aan die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] te vertellen dat in die woning het geld onder een bed lag/moest liggen en/of
- samen met die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] voorafgaand aan die diefstal (met geweld) de door die [slachtoffer 1] bewoonde woning en/of de onmiddellijke omgeving daarvan af te leggen en/of
- aan die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] tips/aanwijzingen te geven over de wijze waarop dat misdrijf gepleegd zou kunnen worden en/of
- samen met die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] vooraf besprekingen te voeren over dat te plegen misdrijf en/of
- aan die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, ter beschikking te stellen en/of
- met een auto in de (directe) omgeving van die woning klaar te staan voor een snelle aftocht en/of die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] onmiddellijk na het plegen van dat misdrijf met die auto te vervoeren van de plaats van het misdrijf;
3 primair:
verdachte op of omstreeks 10 december 2010 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [adres] heeft weggenomen een geldbedrag, een tas, een of meer geldkist(en) en/of sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben/heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik hebben/heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3 subsidiair:
[medeverdachte 4] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks 10 december 2010 te [plaats] tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [adres] hebben/heeft weggenomen een geldbedrag, een tas, een of meer geldkist(en) en/of sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 4] en/of die ander(en) en/of aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij die [medeverdachte 4] en/of die ander(en) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben/heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder hun/zijn/haar bereik hebben/heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2010 tot en met 10 december 2010 in de gemeente(n) [gemeente] en/of [gemeente], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer mededader(s), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door - aan die [medeverdachte 4] en/of die ander(en) te vertellen dat die [benadeelde] en/of die [slachtoffer 3] (veel) geld had(den) en/of - aan die [medeverdachte 4] en/of die ander(en) informatie over het adres van die woning en/of de bewoners daarvan te verstrekken en/of - tegen die [medeverdachte 4] en/of die ander(en) te zeggen, althans door aan hen/hem te sms'en dat het wel kon omdat niemand thuis was;
4:
verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 april 2011 tot en met 8 april 2011 te [plaats], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan de erven [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), waarbij verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) dat weg te nemen geldbedrag onder hun/zijn/haar bereik hebben/heeft gebracht door middel van een valse sleutel (Paypal-transactie(s)).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
feit 2 primair, 3 primair en 4
De ten laste gelegde diefstallen met braak (feit 2 primair en 3 primair) en diefstal door middel van een valse sleutel (feit 4) zijn wettig en overtuigend bewezen, gelet op de aangiftes en de bekennende verklaring die verdachte hierover heeft afgelegd ter zitting van het hof.
De advocaat-generaal heeft betoogd dat het bij feit 2 ten laste gelegde geweld voorzienbaar was voor verdachte en om die reden ook in zoverre sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen haar en haar medeverdachten. Dat geweldsgebruik is dus in zijn visie ook bewijsbaar.
Het betoog van de advocaat-generaal komt erop neer dat verdachtes opzet voorwaardelijk was gericht op het ten laste gelegde geweld. Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dat gevolg zal intreden. Voor de vaststelling dat de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan zulk een kans is niet alleen vereist dat de verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, maar ook dat hij die kans ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen). De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Bepaalde gedragingen kunnen naar hun verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.
Indien al moet worden aangenomen dat sprake is geweest van een aanmerkelijke kans op geweldsgebruik geldt dat een bewezenverklaring slechts zal kunnen volgen indien verdachte die kans welbewust heeft aanvaard. Vastgesteld kan worden dat verdachte zelf niet aanwezig is geweest bij de uitvoering van de inbraak, maar dat zij anderen op pad heeft gestuurd om de klus voor haar te klaren. De inbraak in de woning te [plaats] is gepleegd op 26 oktober 2010 en ging vooraf aan de gewelddadige overval op [benadeelde] te [plaats] (feit 1, 31 mei 2011). Derhalve kan niet gesteld worden dat verdachte, die voorafgaand aan de nu ten laste gelegde feiten geen relevante justitiële voorgeschiedenis heeft, op grond van een eerdere ervaring wist dat geweld gebruikt zou kunnen gaan worden tijdens de inbraak te [plaats]. De advocaat-generaal heeft in zijn requisitoir nog gewezen op een verklaring van verdachte waarin zij zegt dat zij gehoord heeft dat medeverdachte [medeverdachte 5], één van de uitvoerders van de inbraak te [plaats], vuurwapengevaarlijk is. Ter zitting van het hof heeft verdachte verklaard dat zij dit had gehoord nadat de overval had plaatsgevonden. Voorafgaand aan de overval wist zij dit niet. Bewijsmiddelen waaruit kan volgen dat verdachte, anders dan zij ter zitting in hoger beroep heeft verklaard, wel degelijk voorafgaand aan de overval had vernomen dat [medeverdachte 5] vuurwapengevaarlijk is, ontbreken. De door verdachte bij de politie afgelegde verklaring laat bovendien wel ruimte voor de daarop door haar in hoger beroep aangebrachte nuancering. Een en ander maakt dat die bij de politie afgelegde verklaring op dit onderdeel onvoldoende betrouwbaar is om te kunnen dienen als basis voor de vaststelling dat verdachte wist dat [medeverdachte 5] vuurwapengevaarlijk was. De overige door de advocaat-generaal op pagina 5 van zijn requisitoir aangehaalde verklaringen van verdachte en van medeverdachte [medeverdachte 7] bewijzen evenmin dat verdachte mogelijk geweldsgebruik door haar medeverdachten heeft aanvaard, omdat deze verklaringen ook betrekking kunnen hebben op een inbraak zonder geweld.
De slotsom is dat voorwaardelijk opzet op het ten laste gelegde geweldsgebruik niet bewijsbaar is.
feit 1
Verdachte heeft ontkend dat zij medepleger is van de overval te [plaats] op 31 mei 2011, zoals is tenlastegelegd onder 1 primair. De raadsman heeft, zo maakt het hof op uit diens pleitnota, vrijspraak bepleit van het onder 1 primair ten laste gelegde omdat:
1. Verdachte geen enkele betrokkenheid had bij dit feit;
2. Verdachte geen opzet had op de samenwerking met de feitelijke uitvoerders van de inbraak;
3. Verdachte geen opzet had op het (mede)plegen van geweldshandelingen tijdens die inbraak;
4. Verdachte geen opzet had op het plegen van het ten laste gelegde seksuele geweld tijdens die inbraak.
Ad 1.
Uit het dossier blijkt dat de door verdachte voor de feitelijke uitvoering van de inbraak bij [benadeelde] ingeschakelde 'jongens' in de nacht van 27 op 28 mei 2011 een mislukte (poging tot) inbraak hadden ondernomen.
Ter zitting van het hof heeft verdachte verklaard dat zij na die mislukte (poging tot) inbraak in de woning van [benadeelde] in de nacht van 27 op 28 mei 2011 heeft meegedeeld aan de uitvoerders van die inbraak dat zij ‘ermee stopte’. Omdat zij van de uitvoerders daarna niets meer had vernomen, ging zij ervan uit dat er geen verdere pogingen meer zouden worden ondernomen om het ‘miljoen’ waarnaar zij op zoek was te vinden. Bovendien was bij de (poging tot) inbraak niet het gezochte 'miljoen' aangetroffen, zodat aan de uitvoerders van die inbraak wel duidelijk moest zijn geworden dat dat geld er simpelweg niet was. Aldus verdachte.
De stellingname van verdachte komt erop neer dat vanaf 27/28 mei 2011 niet langer aanwezig was de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen haar en de feitelijke uitvoerders van de overval op 31 mei 2011. Indien dat juist is kan zij niet worden aangemerkt als medepleger van die overval.
De raadsman heeft zich in dit verband beroepen op de verklaring van [medeverdachte 8], afgelegd bij de rechter-commissaris op 15 februari 2012, inhoudende ”Ik herinner mij dat [verdachte] heeft gezegd dat ze ermee wilde stoppen”. Deze door verdachte geuite wens toont echter nog niet aan dat ze de samenwerking met de feitelijke uitvoerders daadwerkelijk heeft gestaakt. Bewijsmiddelen waaruit kan blijken dat ze de wens heeft omgezet in daden zijn er niet. Het enkele feit dat verdachte, indien juist, na de mislukte inbraak van 27/28 mei 2011 niet meer van haar medeverdachten heeft vernomen toont voorts niet aan dat die medeverdachten hun zoektocht naar het 'miljoen' zouden staken en/of dat verdachte daarvan mocht uitgaan. Alleen al gelet op het bedrag van de mogelijke buit - het 'miljoen' - lag niet erg voor de hand dat de feitelijke uitvoerders meenden dat aan hun taak met de mislukte (poging tot) inbraak van 27/28 mei 2011 een einde was gekomen. Andere feiten of omstandigheden die de conclusie zouden kunnen rechtvaardigen dat verdachtes samenwerking met haar medeverdachten na 27/28 mei 2011 was geëindigd zijn evenmin gebleken.
Het verweer wordt verworpen.
Ad 2.
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte geen uitvoeringshandelingen heeft verricht of afspraken heeft gemaakt over de verdeling van de buit en derhalve (ook daarom) geen (mede)pleger is. Hij heeft voorts aangevoerd dat medeplegen niet kan worden bewezen, omdat verdachte geen ‘vol’ opzet had op de samenwerking met de feitelijke uitvoerders van de overval. Omdat voorwaardelijk opzet op het samenwerken onvoldoende is, dient verdachte volgens de raadsman vrijgesproken te worden.
Van medeplegen is sprake indien bewust en nauw wordt samengewerkt tot het verrichten van het delict. Niet noodzakelijk is dat verdachte zelf feitelijk aan de overval op 31 mei 2011 heeft deelgenomen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte zo intensief heeft samengewerkt met de feitelijke uitvoerders van de overval, dat zij als medepleger daarvan kan worden aangemerkt. Met het feitelijk uitvoeren van de inbraak heeft zij zich dan wel niet beziggehouden (omdat ze zichzelf daarvoor fysiek niet geschikt achtte), maar wel met het beramen daarvan. Verdachte heeft de plannen gemaakt om het 'miljoen' te bemachtigen, zij heeft gezorgd dat er personen waren die het geld voor haar uit de woning van [benadeelde]zouden halen, zij heeft hen vervolgens meermalen grondig ingelicht over de situatie ter plaatse en zij heeft afspraken met hen gemaakt over de verdeling van de buit.
Het hof onderschrijft het standpunt van de raadsman dat voorwaardelijk opzet op samenwerking onvoldoende is om medeplegen bewezen te achten. Anders dan de raadsman heeft bepleit, geldt echter dat uit de bewijsmiddelen, zoals die zijn opgenomen in dit arrest, blijkt dat verdachte het voor medeplegen vereiste opzet op die samenwerking had.
Het verweer wordt verworpen.
Ad 3:
Verdachte heeft meerdere keren met de uitvoerders, door verdachte zelf aangemerkt als ‘jongens waarmee ze moest oppassen’, afgesproken en hen informatie verschaft over aangeefster [benadeelde] en de door haar bewoonde woning. Ter zitting van het hof heeft verdachte verklaard dat zij bij één van die ontmoetingen bij één van de uitvoerders, genaamd [medeverdachte 3], een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp), heeft gezien. Verdachte wist ook dat aangeefster [benadeelde] thuis zou zijn ten tijde van de overval, omdat verdachte, blijkens de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 8], met de overvallers heeft besproken dat aangeefster de koffer met geld mogelijk meenam naar haar werk. Alleen op het moment dat aangeefster thuis was, zouden de overvallers derhalve de beschikking kunnen krijgen over het geld.
Verdacht wist voorts dat tijdens een door haar beraamde overval te [plaats] op 26 oktober 2010, die weliswaar door andere personen werd uitgevoerd, geweld was gebruikt tegen de bewoners.
Uit al deze feiten en omstandigheden kan redelijkerwijs niet anders worden geconcludeerd dan dat verdachte zich willens wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat er geweld zou worden toegepast tijdens de overval op [benadeelde].
Het verweer wordt verworpen.
Ad 4.
Tijdens de eerdere overval te [pplaats] is geen seksueel geweld gebruikt jegens de bewoners. Aanwijzingen dat verdachte wist dat daarvan nu wel sprake zou kunnen zijn, ontbreken. Anders dan de advocaat-generaal heeft betoogd acht het hof daarom niet bewezen dat verdachte de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat haar medeverdachten seksueel geweld zouden gebruiken jegens [benadeelde].
Van dit onderdeel van de tenlastelegging wordt verdachte daarom vrijgesproken.
Resumerend geldt dat de door verdachte gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van het ten laste gelegde worden weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze in dit arrest zijn opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1 primair:
verdachte op 31 mei 2011 gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd te [plaats] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [adres] heeft weggenomen een rijbewijs, een horloge, een bankpas, een translator, sieraden, sleutels, een gsm en een spaarpot, toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte en die mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming,
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of die mededader(s)
- met een schreeuw vanuit een toiletruimte in die woning tevoorschijn zijn gesprongen/gekomen terwijl die [benadeelde] zojuist thuis was gekomen en
- zich aan die [benadeelde] hebben vertoond terwijl hun gezicht/hoofd (gedeeltelijk) was bedekt met een capuchon en een bivakmuts en
- die [benadeelde] tegen de vloer hebben gegooid en
- die [benadeelde] hebben vastgepakt en
- die [benadeelde] (meermalen) met tape hebben vastgebonden over haar ogen en mond en armen en voeten en
- tegen die [benadeelde] hebben gezegd: "Miljoen, waar is die miljoen", en
- die [benadeelde] meermalen hebben gestompt en geslagen en geschopt en
- op die [benadeelde] zijn gaan zitten en
- die [benadeelde] meermalen hebben gevraagd waar het geld lag en
- tegen die [benadeelde] hebben gezegd: "Rolex, Breitling", en
- tegen die [benadeelde] hebben gezegd dat zij haar zouden meenemen en
- die [benadeelde] hebben gedwongen de bij haar bankpasje behorende pincode bekend te maken en
- die [benadeelde] hebben verboden te praten en
- die [benadeelde] in een kast hebben geduwd en
- die [benadeelde] parfum in het gezicht hebben gespoten en
- op die [benadeelde] zijn gesprongen en
- die [benadeelde] (opnieuw) in een kast hebben geduwd en (vervolgens) de deur van die kast op slot hebben gedraaid en
- dreigend tegen die [benadeelde] hebben gezegd dat er niets zou gebeuren als zij zich twee uur stil zou houden en dat, als zij zich niet stil zou houden, zij terug zouden komen en haar dood zouden schieten en
- een hard voorwerp tegen een slaap van die [benadeelde] hebben gezet/gehouden en (daarbij) dreigend tegen haar hebben gezegd: "We schieten je dood" en
- die [benadeelde] (meermalen) met een scherp en/of puntig voorwerp hebben geprikt;
2 primair:
verdachte op 26 oktober 2010 te [plaats], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen een geldbedrag en een kluis, toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte en die mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
3 primair:
verdachte op 10 december 2010 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen een geldbedrag, een tas, geldkisten en sieraden toebehorende aan [benadeelde] en/of [slachtoffer 1], waarbij verdachte en verdachtes mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
4:
verdachte op verschillende tijdstippen in de periode van 1 april 2011 tot en met 8 april 2011 te [plaats], telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, toebehorende aan de erven [slachtoffer 1], waarbij verdachte telkens dat weg te nemen geldbedrag onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (Paypal-transacties).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het hof bezigt met betrekking tot hetgeen onder 1, 2, 3 en 4 bewezen is verklaard de navolgende bewijsmiddelen:
Verdachte heeft de feiten 2, 3 en 4, zoals ze zijn bewezen verklaard, volledig bekend en daarom volstaat het hof ten aanzien van deze feiten met een verkorte uitwerking.
Feit 1:
1. Een proces-verbaal van aangifte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 1 juni 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 732 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [benadeelde]:
Ik ben overvallen op 31 mei 2011 omstreeks 02.30 uur in mijn woning aan de [adres] te [plaats]. Nadat ik was thuisgekomen hoorde ik ineens dat de wc deur openging. Ik hoorde gelijk iemand schreeuwen. Ik zag een persoon met een capuchon en een soort van bivakmuts op. Er zaten alleen gaten bij de ogen en de mond. Hij kwam op mij af en ik zag in mijn ooghoeken dat er nog twee mannen op mij afkwamen. Door de persoon die uit de wc kwam werd ik vastgepakt en op de grond gegooid. Ik werd getapet over mijn ogen en mond en mijn armen werden gekruist getapet. Ook mijn voeten werden getapet. Ik zag helemaal niets meer. Een man zei: ”Miljoen, waar is die miljoen”. Ook kreeg ik gelijk een klap tegen mijn hoofd. Ik ben veel geslagen op mijn hoofd en mijn gezicht. Er zat de hele tijd iemand op mijn buik. Iedere keer werd gevraagd waar het geld lag. Ook werd er gevraagd: “Rolex, Breitling”. De man die op mijn buik zat zei dat ik niet moest praten.
Ik werd opgetild en er werd tegen mij gezegd: “We nemen je mee”. Ze hadden mij ook om mijn pincode gevraagd en die heb ik gegeven. Nadat ze mij weer hadden neergelegd kreeg ik een harde trap in mijn zij. Elke keer als ik zei dat ik geen geld had kreeg ik weer een knal. Ik werd geslagen op mijn gezicht, op mijn armen en ik kreeg een stomp in mijn maag. Ik kreeg ook trappen. Men probeerde mij in een kast te drukken, maar dat lukte ze aanvankelijk niet helemaal. De mannen hadden parfum gevonden en spoten dat in mijn gezicht. Ik werd daar erg benauwd van. Terwijl men mij in een kast probeerde te drukken zag ik dat iemand met twee benen tegelijk en met kracht op mij sprong. Uiteindelijk hebben ze mij met zijn drieën in de kast gekregen. De deur werd dichtgedaan en op slot gedraaid. Tussen de eerste keer en de tweede keer dat ik in de kast werd geduwd, werd tegen mij gezegd dat als ik mij twee uur stil zou houden, er niets zou gebeuren. Als ik het wel zou doen, zouden ze terugkomen en mij doodschieten. Ook zijn mijn ringen nog van mijn vingers gehaald. Voordat ik in de kast werd geduwd, werd er met een hard voorwerp tegen mijn slaap en in mijn nek geduwd. Daarbij werd gezegd: “We schieten je dood”.
Weggenomen is een rijbewijs, een Rolex-horloge, een bankpas, een translator, vier ringen, sleutels, een gsm en een spaarpot.
2. Een proces-verbaal van aangifte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 7 juni 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 744 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [benadeelde]:
Tijdens de overval ben ik geprikt op verschillende plaatsen. Ze lieten merken dat ze een mes hadden. Ik heb geen mes gezien, maar wel gevoeld.
3. De verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting van het hof op 22 februari 2013, inhoudende:
Ik heb het plan opgevat om een inbraak te plegen in de woning van [benadeelde] te [plaats], omdat ik dacht dat daar een groot geldbedrag aanwezig was. Ik hoopte het geld alsnog te vinden, omdat dat eerder - met de inbraken in [plaats] op 26 oktober 2010 en [plaats] op 10 december 2010 - niet was gelukt. Ik heb contact opgenomen met [medeverdachte 9]. Zij heeft personen geregeld om de inbraak te plegen. Ik heb contact gehad met die personen en aan hen informatie verschaft over het geld.
Ik heb in de nacht van 27 op 28 mei 2011 nacht bij één van hen, genaamd [medeverdachte 3], een vuurwapen gezien, of iets dat er op lijkt. [medeverdachte 3] was geen frisse jongen.
4. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 8 juli 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1162 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik was samen met mijn vriendinnen [naam] en [medeverdachte 8]. We bleven ons maar afvragen waar het geld van [benadeelde] was. Uiteindelijk trokken we de conclusie: Kunnen we er niets mee doen? Ik heb het verteld aan [medeverdachte 9] (het hof begrijpt: [medeverdachte 9]). Die heeft uiteindelijk jongens gestuurd die dat wilden doen. Die jongens hebben we het verhaal verteld. Ze stelden allemaal vragen wie ze was, waar ze woonde en hoe ze aan het geld kwam. Ik heb hen verteld wat ik wist. Een week voordat het gebeurde hebben we elkaar vaker gesproken, omdat ze nog vragen hadden. Ik heb gezegd dat er veel geld was en dat er een Rolex was. Ik heb gezegd dat het geld mogelijk in huis zou liggen en dat de Rolex in de kofferbak van de auto zou liggen.
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 10 juli 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1190 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter) zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verdachte
Ik werd gebeld door [medeverdachte 9]. Ze zei dat ze jongens zou sturen en dat ze zouden komen omdat ze meer wilden weten. Toen werd ik gebeld door één van de jongens. Hij zei dat ze over een kwartier bij me zouden zijn. [medeverdachte 9] zei dat het serieuze jongens waren waarmee je moest oppassen. Ik heb met hen gesproken over de mogelijkheid dat er geld in huis lag. [medeverdachte 9] had tegen hen gezegd dat er veel geld in huis zou liggen, een miljoen.
Ik vertelde aan de jongens dat mijn opa en [benadeelde] weedplantages hadden en dat ik dure dingen van mijn opa kreeg. Ik heb hen verteld dat [benadeelde] in een nachtclub werkt. Ze wilden het huis zien. Vervolgens zijn we langs de woning gereden. Omdat ze niet goed hadden gezien welk huis het was, heeft [medeverdachte 8] gezegd dat het het huis was met het witte dak. De volgende dag belde [medeverdachte 9]. Zij vertelde dat de jongens weer in [plaats[ waren en nogmaals bij de woning wilden kijken. Ik heb de jongens weer ontmoet. Ze hadden nog vragen. Eén van de jongens, een Afghaan, had een blik in zijn ogen alsof hij het lekker vond om anderen wat aan te doen. Ze hebben nogmaals naar het huis gevraagd. Ik heb nog verteld dat [benadeelde] een Rolex had en dat die mogelijk in de auto zou liggen. Ze hebben ook gevraagd hoeveel verdiepingen er waren. Ik besefte dat het echt serieus was. De verdeling van de buit kwam de volgende dag ter sprake. In de nacht van 27 op 28 mei 2011 zijn de jongens naar mijn huis gekomen. Eén van die jongens, die Afghaan, had een pistool en zat ermee te spelen. Hij zei tegen mij dat hij anderen in elkaar slaat voor geld.
6. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 15 augustus 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1619 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter) zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [medeverdachte 9]:
[veredachte] kwam met het verhaal dat de vriendin van haar opa heel veel geld had en dat ze dat geld eigenlijk te pakken moest krijgen. Die vriendin moest veel geld hebben, want ze werd al jaren zwart betaald. Ze zou veel in weedplantages werken en was prostituee. Als we het geld zouden krijgen, zouden we miljoenen hebben. Ze vroeg mij om mee naar binnen te gaan om die vrouw te beroven.
7. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 16 augustus 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1627 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [medeverdachte 9]:
[verdachte] kwam met het voorstel om de vrouw te beroven. [naam] en [medeverdachte 8] waren ook bij het gesprek aanwezig. [verdachte] zei dat ze het gewoon moesten doen. Ze hadden meer mensen nodig om de vrouw te beroven. Daarom werd ik gevraagd. [verdachte] zei dat er miljoenen lagen.
8. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 21 september 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1709 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [medeverdachte 9]:
Het verhaal dat er miljoenen liggen blijft bij je hangen. [verdachte] heeft mij gevraagd mee te gaan, maar ik heb nee gezegd. Ik heb het aan andere mensen verteld van wie ik wist dat ze in het verleden bepaalde dingen hebben gedaan. De miljoenen zouden worden verdeeld over [verdachte], [medeverdachte 8], [naam] en mijzelf en over degene het daadwerkelijk zouden doen. Ik heb het plan van [verdachte] verteld aan [medeverdachte 2]. Hij is bij [verdachte] geweest in [plaats].
9. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 11 augustus 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1560 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [medeverdachte 9]:
[verdachte] heeft mij verteld dat ze aan de jongens uit Amsterdam precies heeft verteld wat ze wel en niet mochten. Ze moesten in de kofferbak van de auto kijken, want [verdachte] zei dat de geldkoffer in de auto moest liggen als deze niet in huis lag.
10. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 18 augustus 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1567 ev van een dossier met het nummer 03DRN11015, onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [medeverdachte 8]:
[verdachte] verklaarde mij voorafgaand aan de overval (het hof begrijpt: op [benadeelde] op 31 mei 2011) dat ze een gesprek had opgevangen tijdens een familiediner. Zij had van [benadeelde] gehoord dat zij een koffer zou hebben die ze altijd bij zich droeg. Ze zou de koffer in de auto bewaren. Als [benadeelde] op haar werk kwam, zou ze de koffer uit de auto halen en daar in een kluis doen.
[medeverdachte 9] vroeg aan [verdachte] hoeveel geld er was. [verdachte] antwoordde [medeverdachte 9] dat er ongeveer een miljoen lag. [medeverdachte 9] vroeg om de werktijden van [benadeelde] en haar adres en [verdachte] heeft deze doorgegeven aan [medeverdachte 9]. [verdachte] had het erover dat het via de balkondeuren zou lukken. [verdachte] belde de hele tijd met de jongens.
11. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 19 september 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1948 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [medeverdachte 3]:
[medeverdachte 2] had een tip dat ergens in een huis veel geld te halen was. Ik ben met [medeverdachte 2] drie keer naar [plaats] gegaan Ik had een pistool bij me. Bij de meisjes thuis haalde ik het pistool uit mijn broeksband.
Op 31 mei 2011 ben ik mee geweest in de woning. Ik weet dat uit de woning een pinpas, een Rolex en een telefoon zijn meegenomen.
12. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 19 september 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1956 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [medeverdachte 3]:
Wij zijn de woning binnengekomen door via het balkon aan de achterkant naar boven te klimmen. Die deur was open.
13. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 20 september 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1961 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [medeverdachte 3]:
O (het hof begrijpt telkens: opmerking van verbalisanten): Wij tonen foto 1. Op die foto staat afgebeeld [verdachte].
A (het hof begrijpt telkens: antwoord van [medeverdachte 3]): Dat is [verdachte]. Bij haar thuis had ik het pistool.
O: Wij tonen foto 4. Op die foto staat afgebeeld [medeverdachte 1].
A: Dat is [medeverdachte 1], hij was ook aanwezig bij de overval.
O: Wij tonen foto 5. Op die foto staat afgebeeld [medeverdachte 2].
A: Dat is [medeeverdachte 2]. Ook hij was aanwezig bij de overval.
Mij is verteld dat [medeverdachte 9] degene is die contact had met een meisje in [plaats] die wist waar het geld lag.
Feit 2:
14. Een proces-verbaal van aangifte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 26 oktober 2010 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p 83 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
15. De bekennende verklaring van verdachte ter zitting van het hof op 22 februari 2013 met betrekking tot feit 2.
Feit 3:
16. Een proces-verbaal van aangifte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 17 december 2010 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 652 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende de verklaring van [benadeelde].
17. De bekennende verklaring van verdachte ter zitting van het hof op 22 februari 2013 met betrekking tot feit 3.
Feit 4:
18. Een proces-verbaal van aangifte, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op 6 juli 2011 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, (vindplaats: p. 1125 ev van een dossier met het nummer [nummer], onderzoeksnaam Dotter), zakelijk weergegeven inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3].
19. De bekennende verklaring van verdachte ter zitting van het hof op 22 februari 2013 met betrekking tot feit 4.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
het onder 2 primair en 3 primair bewezen verklaarde levert telkens op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte verkeerde in de veronderstelling dat in een woning in [plaats] een groot bedrag contant geld, toebehorende aan haar stiefoma, aanwezig was. Verdachte heeft het plan gemaakt om dit ‘miljoen’, zoals dit is aangeduid door meerdere getuigen, te bemachtigen. Zij heeft ter uitvoering van dit plan andere personen ingeschakeld, terwijl zij zou meedelen in de buit. De aanwezige bewoners van de woning, een vrouw en haar destijds 11-jarige zoon, hebben in de vroege ochtend van 26 oktober 2010 de schrik van hun leven gekregen toen de door verdachte ingeschakelde uitvoerders van de inbraak hun huis binnendrongen en op zoek gingen naar het geld.
Omdat het 'miljoen' op 26 oktober 2010 niet was aangetroffen, heeft verdachte vervolgens het plan gesmeed om samen met een mededader in de woning van haar stiefoma in [plaats] in te breken. Terwijl verdachte met stiefoma in een restaurant zat te eten liet ze haar
mededader weten dat de kust veilig was. Deze heeft daarop in de woning van stiefoma op 10 december 2010 ingebroken en (onder meer) € 27.000,- buitgemaakt.
Het 'miljoen' was aldus nog steeds niet gevonden. In de veronderstelling dat in de woning van stiefoma in [plaats] toch het begeerde ‘miljoen’ zou moeten zijn verstopt, heeft verdachte andere personen ingeschakeld om opnieuw te pogen dat geld te bemachtigen. Zij heeft hen tijdens meerdere gesprekken verteld waar en hoe zij dat moesten doen.
In de voor nachtrust bestemde tijd hebben verdachtes mededaders zich vervolgens op 31 mei 2011 de toegang verschaft tot de woning van stiefoma, een alleenwonende vrouw. Zij waren gemaskerd, droegen handschoenen en hadden tape meegenomen. Toen het slachtoffer ‘s nachts thuiskwam hebben ze haar op de grond gegooid en direct met behulp van de meegebrachte tape vastgebonden. Ook werd tape over haar ogen en over haar mond geplakt. In de periode daarna, totdat zij de woning weer verlieten, is het weerloze slachtoffer meedogenloos behandeld. Ze hebben haar onder meer vele malen tegen het hoofd en in het gezicht geslagen, op de armen en tegen de maag gestompt, en tegen het lichaam getrapt. Een van hen is zelfs met twee benen tegelijk op haar gesprongen. Daarnaast hebben zij haar verbaal bedreigd. Uiteindelijk is ze in een kleine kast opgesloten, terwijl ze nog aan handen en voeten geboeid was en de tape nog voor haar ogen en mond zat. Zo werd zij achtergelaten. Het slachtoffer heeft door het bewezenverklaarde handelen van verdachte en haar mededaders gevreesd voor haar leven en zij heeft over haar hele lichaam 54 verwondingen opgelopen.
Verdachte is niet alleen op zoek geweest ‘het miljoen’ van haar stiefoma, maar ook het tegoed op de bankrekening van haar inmiddels overleden grootvader was niet veilig voor haar. Zij heeft daarvan bedragen aan zichzelf overgemaakt.
Verdachte heeft volhard in haar plannen om het 'miljoen' te pakken te krijgen, ook toen zij had vernomen dat daarbij geweld werd gebruikt jegens de slachtoffers. Zij heeft er met het plegen van de bewezenverklaarde feiten blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke integriteit van een ander, diens gezondheid en diens eigendom. Ze heeft zich slechts laten leiden door persoonlijk gewin. Daar komt bij dat feiten als de onderhavige voor grote maatschappelijke onrust aanleiding zijn.
Verdachte is blijkens een haar betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van
11 januari 2013 niet eerder veroordeeld wegens strafbare feiten.
De rechtbank heeft aan verdachte een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.
Op grond van de landelijk gehanteerde 'Oriëntatiepunten voor straftoemeting' wordt voor een overval/beroving in een woning waarbij meer dan licht geweld (zijnde een enkele ruk of duw zonder noemenswaardig letsel) is toegepast een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren opgelegd. Wanneer sprake is van strafverzwarende omstandigheden, kan een hogere straf worden opgelegd. In het onderhavige geval is sprake van een kwetsbaar slachtoffer (een alleenwonende vrouw), omvangrijke schade in de woning van het slachtoffer , omvangrijk letsel (tenminste vierenvijftig vormen van fysiek letsel/kwetsuren geconstateerd en ernstige emotionele schade bij het slachtoffer), een samenwerkingsverband (van verdachte met drie mededaders) en een professionele werkwijze (de plaats van het misdrijf was eerder geobserveerd, men droeg maskers en handschoenen). Het slachtoffer werd, terwijl zij nog geboeid en geblinddoekt was, bovendien opgesloten in een kleine kast en aldus hulpeloos achtergelaten.
Daarmee hebben verdachte en haar mededaders zich ten aanzien van feit 1 schuldig gemaakt aan een aanzienlijk aantal van de in genoemde oriëntatiepunten opgesomde strafvermeerderende factoren. Daarnaast heeft verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan twee inbraken, in beginsel ieder goed voor 3 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op de aanwezigheid van de bewoners tijdens de inbraak in [plaats] en gelet op de omvang van de schade met name tijdens de inbraak te [plaats] en het samenwerkingsverband tussen verdachte en haar mededaders, is ook bij deze feiten sprake van strafverzwarende omstandigheden.
Voor het stelen van geld van de bankrekening van een overleden familielid zijn geen specifieke oriëntatiepunten beschreven, maar ook daar zal het hof enkele maanden gevangenisstraf voor rekenen.
Gelet op deze oriëntatiepunten doet de door de rechtbank opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde straf geen recht aan de ernst van de feiten.
In de overwegingen wordt tevens betrokken het gegeven dat twee van de medeverdachten van de overval te [plaats] (feit 1) door dit hof (voor dat feit in combinatie met aan dat feit gerelateerde overigens ten laste gelegde feiten) veroordeeld zijn tot gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren. Verdachte is degene geweest die niet slechts het plan bedacht heeft om het 'miljoen' in de wacht te slepen, maar is ook degene geweest, die strafbaar feit na strafbaar feit heeft (mede)gepleegd om dat doel te verwezenlijken. Er is vanuit die optiek bezien geen reden haar milder tegemoet te treden dan de medeverdachten, die de overval op 31 mei 2011 feitelijk hebben uitgevoerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat zij - weliswaar na veel aandringen van haar familie - zelf naar de politie is gegaan en over de feiten heeft verklaard, mede waardoor deze zaken konden worden opgelost. Voorts houdt het hof rekening met de jeugdige leeftijd van verdachte en het ontbreken van een strafblad.
Op grond vorenstaande zal aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren worden opgelegd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 11.141,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 7.150,-. De benadeelde partij heeft haar in eerste aanleg ingediende vordering tot schadevergoeding in hoger beroep gehandhaafd.
Verdachte heeft in hoger beroep de vordering tot schadevergoeding niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair en 3 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 10.241,-, zijnde de oorspronkelijke vordering minus een gevorderd bedrag van € 900,- euro wegens diefstal van geld. Laatstgenoemde schadepost houdt geen rechtstreeks verband met de ten laste van verdachte bewezenverklaarde feiten.
Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering zal worden toegewezen tot een bedrag van € 10.241,-.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 primair en 3 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 10.241,00 (tienduizend tweehonderdeenenveertig euro) bestaande uit € 5.441,00 (vijfduizend vierhonderdeenenveertig euro) materiële schade en € 4.800,00 (vierduizend achthonderd euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals haar mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 10 december 2010 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], een bedrag te betalen van € 10.241,00 (tienduizend tweehonderdeenenveertig euro) bestaande uit € 5.441,00 (vijfduizend vierhonderdeenenveertig euro) materiële schade en € 4.800,00 (vierduizend achthonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 86 (zesentachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 10 december 2010 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de Staat daarmee haar verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee haar verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Aldus gewezen door
mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter,
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg en mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. E.M. Mulder, griffier,
en op 8 maart 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.