beoordeling van de grieven
3.1 Het hof stelt voorop dat op grond van art. 139 Rv in samenhang met art. 353 Rv de regeling van verstek ook in hoger beroep van toepassing is. Uitgangspunt op de voet van art. 139 Rv is dat de vorderingen worden toegewezen, tenzij deze het hof onrechtmatig of ongegrond voorkomen. In het licht van het (verstek)vonnis in eerste aanleg zal het hof hierbij beoordelen of de aangevoerde grieven mee¬brengen dat die uitspraak (deels) moet worden vernietigd.
3.2 Met grief 1 komt Enexis op tegen het oordeel van de kantonrechter dat de vordering ten aanzien van het afsluiten van gas en elektriciteit wordt afgewezen, nu niet is gebleken dat er een aanbod tot dan wel verwijzing naar het hulpverleningstraject heeft plaatsgevonden. Hierbij stelt Enexis dat de kantonrechter (met zijn verwijzing naar het hulpverleningstraject) kennelijk heeft gedoeld op art. 3 lid 2 van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas (hierna: de Regeling), in welke bepaling een verwijzing naar schulphulpverlening aan de orde is. Volgens Enexis is deze bepaling echter alleen van toepassing op wanbetaling en daar zou volgens Enexis in de onderhavige zaak geen sprake van zijn; grondslag voor de afsluiting is hier dat er geen overeenkomst bestaat tussen [geïntimeerde] en een energieleverancier en daarop zijn art. 5 sub d (bedoeld wordt kennelijk: 5 sub e) en art. 8 lid 1 sub d van de Regeling van toepassing. Een aanbod tot dan wel verwijzing naar het (schuld)hulpverleningstraject is hierbij volgens Enexis niet aan de orde.
3.3 Het hof overweegt als volgt. In art. 95b van de Elektriciteitswet 1998 en in art. 44 van de Gaswet zijn enkele bepalingen opgenomen omtrent het voorkomen van de afsluiting van kleinverbruikers (zoals [geïntimeerde]) van gas en elektriciteit. De Regeling is een uitvloeisel van de leden 8 van deze respectievelijke bepalingen. Het voornaamste doel van de Regeling is te voorkomen dat kleinverbruikers in de winterperiode worden afgesloten. Tevens beoogt de Regeling het oplopen van betalings¬achterstanden bij kleinverbruikers te voorkomen. Om deze doelstellingen te bereiken, wordt een kleinverbruiker ingevolge de artikelen 7 en 8 van de Regeling in de wintermaanden (oktober tot en met maart) in beginsel niet afgesloten en voorziet de Regeling in minimumvereisten voor de incassoprocedure door netbeheerders en vergunninghouders. Deze minimumvereisten houden (onder meer) in dat de netbeheerder of de vergunninghouder op grond van art. 3 lid 2 van de Regeling de kleinverbruiker bij een schriftelijke betalingsherinnering dient te wijzen op de mogelijkheden voor schuldhulpverlening, alsmede aan te bieden om (met schriftelijke toestemming van de kleinverbruiker) de contactgegevens en informatie over de hoogte van diens schuld te verstrekken aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening. Eén van de uitzonderingen op het verbod om kleinverbruikers af te sluiten in de wintermaanden en voor het in acht nemen van de minimumvereisten bij betalingsachterstanden, is de situatie waarin bij de netbeheerder geen vergunninghoudende leverancier bekend is. Enexis, de netbeheerder, stelt dat zich in het geval van [geïntimeerde] een dergelijke uitzondering voordoet. Doordat de energieleverancier het contract met [geïntimeerde] heeft ontbonden, is bij Enexis niet langer een vergunninghoudende leverancier van gas en elektriciteit bekend. Deze stelling is door [geïntimeerde] niet betwist, zodat het hof dit als vaststaand aanneemt. Grief 1 is in zoverre dan ook terecht voorgedragen.
3.4 Hoewel het hof Enexis' betoog in dezen volgt - hetgeen ook het hof Leeuwarden heeft gedaan in het arrest van 2 oktober 2012, LJN BX9214 waarnaar Enexis zelf heeft verwezen, betekent zulks in de onderhavige zaak evenwel niet dat Enexis baat heeft bij de grief.
Anders dan in de hiervoor aangehaalde zaak - waar de ontbinding van het contract op
22 maart 2011 inging en het hele afsluitingstraject zich binnen enige maanden heeft afgespeeld en het vonnis in eerste aanleg ook van december 2011 was - springen in de onderhavige zaak enkele onbeantwoorde vragen voor vorderingen in het oog die de niet toegewezen vorderingen van Enexis in een ander daglicht plaatsen.
In deze zaak heeft de ontbinding plaatsgevonden in juli 2008. Op het moment dat Enexis de energie voor de eerste maal wil afsluiten op 5 augustus 2008 blijkt dat in de woning klaarblijkelijk een appartement - een andere bewoner woont. Op het formulier is die bewoner aangeduid als onderhuurder - zonder enige bron van wetenschap aan te geven - terwijl voorts het formulier meldt dat de "eigenaar flat" ene [eigenaar flat] is.
Uit niets blijkt dat Enexis vervolgens enig adres heeft geverifieerd. Elke verklaring voor wat Enexis heeft gedaan tussen oktober 2008 (de tweede, vergeefse, "afsluitpoging" klaarblijkelijk uitsluitend bestaand uit een poging een telefoongesprek te voeren dat strandde omdat de telefoon niet werd opgenomen) tot 23 juli 2011 - het moment waarop Enexis weer een standaardaanmaning met de dreiging van afsluiting aan [geïntimeerde] heeft gezonden, ontbreekt in het dossier. Het had op de weg van Enexis gelegen om zulks ten minste in appel duidelijk uit te doeken te doen, in plaats van uitsluitend de hiervoor aangehaalde zaak LJN BX 9214 te citeren. Enexis heeft immers ruim de tijd genomen alvorens haar grieven te formuleren.
Nu deze noodzakelijke toelichting ook in appel geheel ontbreekt, kan de grief Enexis niet baten.
3.5 Met grief 2 klaagt Enexis erover dat de kantonrechter niet heeft geoordeeld over haar vordering tot het opnemen van de meterstanden bij het verbruiksadres. Deze grief is naar de letter niet juist, nu de kantonrechter deze vordering heeft afgewezen, zij het ongemotiveerd. Nu Enexis niet heeft aangegeven hoe volgens haar administratie de bewoningsituatie van het verbruiksadres sedert 2008 is geweest - terwijl daarvoor gelet op hetgeen hiervoor is overwogen alle reden toe was - en zij ook niet heeft aangegeven wat zij thans bijna vijf jaar na de formele beëindiging van de leveringsrelatie met [geïntimeerde], nog voor belang heeft bij deze vordering, strandt ook deze grief.