ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0955
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de waardering van onroerende zaken in het kader van de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van X b.v. tegen de uitspraken van de rechtbank Groningen, waarin de waarden van drie onroerende zaken zijn vastgesteld door de Heffingsambtenaar van de gemeente Groningen. De rechtbank had de bezwaren van belanghebbende gegrond verklaard en de waarden van de onroerende zaken verlaagd. De Heffingsambtenaar heeft hiertegen incidenteel hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 22 januari 2013 zijn beide partijen gehoord, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door mr. A en mr. B, en de Heffingsambtenaar door C en H.D. Kroon.
De onroerende zaken zijn delen van een kantoorgebouw en de waarden zijn in geschil. Belanghebbende stelt dat de waarden lager moeten worden vastgesteld op basis van een huurwaardekapitalisatiemethode, terwijl de Heffingsambtenaar van mening is dat de waarden niet te hoog zijn vastgesteld. Beide partijen hebben hun standpunten onderbouwd met argumenten en stukken.
Het Hof heeft geoordeeld dat de waarden van de onroerende zaken moeten worden vastgesteld op basis van de huurwaardekapitalisatiemethode, zoals beschreven in de Wet WOZ. Het Hof heeft de waarden van de onroerende zaken vastgesteld op € 2.615.330 voor a-straat 2, € 1.604.020 voor a-straat 8 en € 1.540.665 voor a-straat 14. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en de aanslagen zijn dienovereenkomstig verminderd. Tevens is de Heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en is de gemeente Groningen gelast het griffierecht te vergoeden. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.