De beoordeling
De feiten
1 Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 1 (1a tot en met 1e) van het bestreden vonnis van 19 oktober 2011 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan. Deze feiten komen (met een aantal aanvullingen van het hof) op het volgende neer:
1.1 Van 1 oktober 2006 tot 1 augustus 2010 heeft Libro van Bouwstad bedrijfsruimte gehuurd aan De Schans 19-21 in Lelystad.
1.2 Naast huurpenningen was Libro terzake van servicekosten jaarlijks een “verrekenbaar voorschot” van € 3.540,- aan Bouwstad verschuldigd. Hiervoor werd maandelijks een voorschotbedrag in rekening gebracht. De voorschotbedragen heeft Libro gedurende de looptijd van de huurovereenkomst volledig betaald.
1.3 In de van de overeenkomst deel uitmakende algemene bepalingen is onder meer het volgende bepaald:
“16.4 Verhuurder verstrekt huurder over elk jaar een rubrieksgewijs overzicht van de kosten van de leveringen en diensten met vermelding van de wijze van berekening daarvan en van, voor zover van toepassing, het aandeel van huurder in die kosten.
16.5 Na het einde van de huur wordt een overzicht verstrekt over de periode waarover dit nog niet was geschied. Verstrekking van dit laatste overzicht vindt plaats na verloop van maximaal 14 maanden gerekend vanaf het tijdstip waarop het vorige overzicht werd verstrekt. Huurder noch verhuurder zal voortijdig aanspraak maken op verrekening.
16.6 Wat blijkens het overzicht over de betreffende periode rekening houdend met voorschotbetalingen door huurder te weinig is betaald of door verhuurder te veel is ontvangen, wordt binnen een maand na verstrekking van het overzicht bijbetaald of terugbetaald. Betwisting van de juistheid van het overzicht heeft geen schorsing van deze verplichting tot betaling tot gevolg.
(…)
18.2 Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 2% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van
€ 300,00 per maand.”
1.4 Bij factuur van 22 juni 2009 heeft Bouwstad € 8.299,66 (incl. BTW) in rekening gebracht aan Libro, ter zake van de afrekening servicekosten over 2006 tot en met 2008. Voor 2006 was een bedrag van € 473,46 in rekening gebracht, voor 2007 € 2.866,98 en voor 2008
€ 3.634,06. De betaaltermijn van de factuur is 10 dagen.
1.5 Bij factuur van 28 april 2010 heeft Bouwstad € 1.337,77 in rekening gebracht aan Libro ter zake van de afrekening servicekosten over 2009. De vervaldatum van de factuur is 6 mei 2010.
1.6 Libro heeft de facturen onbetaald gelaten.
1.7 Bouwstad heeft haar vorderingen uit de huurovereenkomst met Libro verpand aan
HSH Nordbank AG in Hamburg, Duitsland (hierna: HSH). In augustus 2009 heeft HSH haar pandrecht ingeroepen en aan Libro geschreven dat de huur in het vervolg moest worden overgemaakt op de rekening van Kopal Beleggingsmaatschappij B.V. bij HSH. In vervolg daarop is aan Libro verduidelijkt dat dit ook gold voor kosten die in het verleden waren ontstaan.
1.8 Bij schrijven van 7 mei 2010 heeft HSH aan (de advocaat van) Bouwstad het volgende bericht:
“Hierdoor bevestigen wij dat wij u per brief van 28 oktober 2009 toestemming hebben gegeven om het incasso te verrichten van alle vorderingen die aan ons zijn verpand door (…) Exploitatiemaatschappij Bouwstad BV en wel namens pandgever en pandhouder.”
1.9 Bij brief van haar raadsman van 8 november 2010 heeft Bouwstad Libro gesommeerd de facturen, vermeerderd met rente en incassokosten vóór 16 november 2010 te voldoen.