Uitspraak
HET GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Locatie Leeuwarden
Beschikking in de zaak van
de vader,
[geïntimeerde],
de moeder,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 november 2013, staat de beëindiging van het gezamenlijk gezag over twee minderjarigen centraal. De vader en moeder, die van 2006 tot 2010 gehuwd zijn geweest, zijn verwikkeld in een langdurige en heftige strijd over de opvoeding en het welzijn van hun kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De rechtbank Oost-Nederland had eerder bepaald dat het gezag over de kinderen voortaan alleen aan de moeder toekomt, wat de vader in hoger beroep aanvecht. De vader verzoekt om gezamenlijk gezag, terwijl de moeder verzoekt om de vader niet-ontvankelijk te verklaren of zijn verzoek af te wijzen.
Tijdens de zitting op 25 oktober 2013 zijn beide ouders verschenen, vergezeld door hun advocaten. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook een rapport ingediend, waarin ernstige zorgen worden geuit over de situatie van de kinderen. Het rapport wijst op de loyaliteitsproblematiek die de kinderen ervaren en de schadelijke effecten van de strijd tussen de ouders. De kinderen hebben aangegeven niet meer naar hun vader te willen, wat duidt op een ernstige emotionele belasting.
Het hof heeft de feiten en het raadsrapport in overweging genomen en concludeert dat de kinderen ernstig klem zitten in de strijd tussen hun ouders. De communicatieproblemen zijn zo ernstig dat het in het belang van de kinderen is dat het gezag aan de moeder alleen toekomt. De vader heeft in het verleden belangrijke beslissingen over de kinderen geblokkeerd, wat de situatie verder heeft verslechterd. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank, waarbij het gezag over de kinderen aan de moeder is toegewezen, en stelt dat er geen basis is voor gezamenlijk gezag.