De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat kan worden bewezen verklaard dat verdachte zich samen met de medeverdachte [medeverdachte] schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 primair tenlastegelegde moord op haar partner [slachtoffer]. Daartoe heeft de advocaat-generaal onder meer het volgende aangevoerd.
Verdachte en de medeverdachte hadden beiden een motief voor de moord. Verdachte, levenspartner van [slachtoffer] wilde maar kon het slachtoffer niet verlaten. Volgens een verklaring van medeverdachte vertelde verdachte hem dat zij van het slachtoffer af wilde, waarop medeverdachte tegen haar zei dat zij eens op Internet moest zoeken naar een huurmoordenaar. De medeverdachte had financiële problemen en schulden bij verschillende personen, onder wie het slachtoffer. Hij werkte samen met het slachtoffer bij de handel in weed.
Een dag voor de moord zocht de medeverdachte op Internet naar informatie over vuurwapens en bekeek hij een filmpje waarin werd geschoten met een Magnum.
Op de dag van de moord hadden medeverdachte en het slachtoffer een afspraak om 17:00 uur. Medeverdachte belde het slachtoffer om 16:58 uur. Op dat moment was het slachtoffer bij het autobedrijf van de getuige [getuige 1], die hem hoorde zeggen: “Ik ben in de buurt. Ik ben bij [getuige 1]. Ik kom er zo aan”. De getuige [getuige 2] hoorde hem ook zeggen dat hij er zo aan kwam. De verklaringen van deze getuigen duiden erop dat de afspraak tussen medeverdachte en het slachtoffer niet werd afgezegd, zoals de medeverdachte heeft verklaard, maar werd bevestigd in het telefoongesprek.
Het slachtoffer kwam even na 17:00 uur thuis. Verdachte, die boven in de woning was, hoorde even later dat hij iemand de woning binnenliet. Dit moet een bekende zijn geweest van het slachtoffer, die een vreemde niet voetstoots zou hebben binnengelaten. Het kan niet anders zijn dan dat medeverdachte kort na 17:00 uur werd toegelaten in de woning van het slachtoffer en de verdachte, gelet op de bestaande afspraak en het telefoongesprek.
Er zijn schotresten aangetroffen bij beide verdachten. De alternatieve lezingen van de verdachten voor de aanwezigheid van de schotresten sluiten hun betrokkenheid bij het schieten op het slachtoffer niet uit.
Verdachte heeft volgens de advocaat-generaal wisselend en leugenachtig verklaard over de tijdstippen van de gebeurtenissen in de woning. Uit de korte tijdsspanne tussen het ontstaan van het schotletsel en het overlijden van het slachtoffer en de verklaring van verdachte valt af te leiden dat zij aanwezig moet zijn geweest op het moment dat het slachtoffer werd neerschoten. Verdachte heeft pas een half uur na het schietincident naar 112 gebeld. Hierdoor is ruimte ontstaan voor haar en haar mededader om sporen weg te werken.