Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Talis,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 november 2013 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding, waarin Stichting Talis, een stichting gevestigd te Nijmegen, als appellante optrad tegen een niet verschenen geïntimeerde. De zaak betreft een huurovereenkomst van 22 november 1974, waarbij de woning aan de [adres] te [woonplaats] voor onbepaalde tijd was verhuurd aan de echtgenoot van de geïntimeerde. Na het overlijden van haar echtgenoot in juni 2002 is de geïntimeerde de enige huurster van de woning geworden. Talis vorderde in kort geding ontruiming van de woning op de grond van woonfraude, omdat de geïntimeerde al geruime tijd niet meer in de woning zou wonen en deze aan derden zou onderverhuren.
In eerste aanleg had de kantonrechter de vordering afgewezen, omdat Talis volgens de kantonrechter onvoldoende voortvarendheid had getoond in het onderzoek naar de vermoedelijke woonfraude. Het hof oordeelde echter dat de grieven van Talis terecht waren. Het hof benadrukte dat de eisende partij in kort geding voldoende spoedeisend belang moet hebben, en dat de lange stilstand van de eisende partij niet automatisch betekent dat er geen spoedeisend belang meer is.
Het hof oordeelde dat de stelling van woonfraude door de geïntimeerde steun vond in de overgelegde producties, waaronder een rapport van Van Kappel Security Solutions. Talis had belang bij het optreden tegen woonfraude, vooral gezien het tekort aan sociale huurwoningen in Nijmegen. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en wees de vordering tot ontruiming toe, met een korte ontruimingstermijn. Tevens werd Talis gemachtigd om de ontruiming, indien nodig, zelf te bewerkstelligen op kosten van de geïntimeerde. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de geïntimeerde, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.