ECLI:NL:GHARL:2013:8922
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.P. Bordes
- M. Otte
- P.L.M. van Gorkom
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vrijspraak mensenhandel en deelname aan criminele organisatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Almelo van 18 februari 2011. De verdachte, zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg vrijgesproken van mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Het hof heeft het onderzoek op de terechtzittingen van verschillende data in 2011, 2012 en 2013 in acht genomen en de vordering van de advocaat-generaal, die een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden had geëist, beoordeeld.
Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging betrekking had op verschillende feiten van mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de uitbuitingssituatie van de slachtoffers, en dat hij niet opzettelijk voordeel had getrokken uit de uitbuiting van anderen. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat de verdachte van de tenlastegelegde feiten vrijgesproken moest worden, en het hof bevestigde deze beslissing.
De beslissing van het hof houdt in dat de officier van justitie niet-ontvankelijk werd verklaard in het hoger beroep voor bepaalde feiten, en dat het vonnis van de rechtbank werd bevestigd voor zover het aan het oordeel van het hof was onderworpen. Het hof benadrukte dat er geen bewijs was dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij betrokken was bij de uitbuiting van de slachtoffers, en dat zijn rol in de criminele organisatie niet voldoende was aangetoond. De uitspraak van het hof is daarmee een bevestiging van de vrijspraak van de verdachte.