ECLI:NL:GHARL:2013:8920

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 november 2013
Publicatiedatum
25 november 2013
Zaaknummer
21-000840-11
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor mensenhandel en deelname aan criminele organisatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Almelo. De verdachte was aangeklaagd voor mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van meerdere zittingen en de ingediende stukken. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling, maar het hof heeft geoordeeld dat de bewijsvoering onvoldoende was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van de slachtoffers niet voldoende steun boden voor de beschuldigingen van mensenhandel. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldigingen met betrekking tot [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Het hof concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De vrijspraak was gebaseerd op de inconsistenties in de verklaringen van de slachtoffers en het gebrek aan ondersteunend bewijs. Het hof heeft ook geoordeeld dat de verdachte niet betrokken was bij de criminele organisatie, aangezien zijn activiteiten als bodyguard niet voldoende bewijs opleverden voor deelname aan de organisatie. De beslissing van het hof was om de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten, en het hof verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor bepaalde onderdelen van de zaak.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000840-11
Uitspraak d.d.: 22 november 2013
TEGENSPRAAK
Promis

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Almelo van 18 februari 2011 met parketnummer 08-963000-09 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans uit anderen hoofde verblijvende in [Penitentiaire Inrichting].

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. De advocaten-generaal hebben bij akte van 1 juli 2011 het hoger beroep partieel ingetrokken en wel voor zover dat appel de feiten 1 en 2 betreft.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van onderscheidenlijk 3 oktober 2011, 1 november 2011, 7 juni 2012, 22 juni 2012, 12 juli 2012, 12 september 2012, 20 december 2012, 5 april 2013, 20 september 2013, 8 oktober 2013 en 22 november 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal kort en zakelijk weergegeven inhoudende dat verdachte terzake de feiten 1, 3 en 5 zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door en namens verdachte door zijn raadsman mr. W. Anker, advocaat te Breda, naar voren is gebracht, kort en zakelijk weergegeven inhoudende dat verdachte terzake de feiten 1, 3 en 5 zal worden vrijgesproken.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Voor zover verdachte hoger beroep heeft ingesteld tegen de vrijspraak van de onder 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zal de verdachte in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
Daarbij komt dat het hof met zijn beslissing van 1 november 2011 het openbaar ministerie terzake feit 4 reeds niet-ontvankelijk heeft verklaard in het door het openbaar ministerie ingestelde hoger beroep.
Op grond van het voorstaande zijn in hoger beroep dus nog de volgende feiten aan de orde:
- feit 1: (medeplegen van/medeplichtigheid aan) mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 1] in verschillende varianten
- feit 3: (medeplegen van/medeplichtigheid aan) mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 2] in verschillende varianten
- feit 5: deelname aan een criminele organisatie

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis van de rechtbank vernietigen, omdat het tot andere bewijsbeslissingen komt terzake het onder 1 ten laste gelegd feit en met betrekking tot feit 3 en 5 de bewijsbeslissing anders motiveert.
Aan verdachte is ten laste gelegd, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en zoals deze tenlastelegging ter zake deze feiten in hoger beroep is gewijzigd, dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2006 tot en met 31 januari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of Assendelft en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 1];
en/of
- [slachtoffer 1](telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele)uitbuiting van [slachtoffer 1];
- [slachtoffer 1](telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 1] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft / hebben gehad;
immers zijnde/hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [slachtoffer 1] een (liefdes)relatie aangegaan en/of onderhouden en/of die [slachtoffer 1] (aldus) (emotioneel) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], afhankelijk gemaakt en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en/of
- voor die [slachtoffer 1] (een) kamer(s) en/of een gelegenheid geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of
- die [slachtoffer 1] naar en/of van de plek waar zij zich prostitueerde gebracht en/of op gehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 1] als prostituee en/of die [slachtoffer 1] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 1] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem/hen, verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], af te staan en/of af te laten dragen en/of
- die [slachtoffer 1] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], doen afstaan en/of die [slachtoffer 1] (aldus) in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], afhankelijke positie gehouden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] laten betalen voor bescherming door verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1] en/of
- die [slachtoffer 1] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 1] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen, en/of
- die [slachtoffer 1] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden in de prostitutie in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 1] één of meermalen (met een ijzeren/metalen honkbalknuppel) geslagen en/of laten slaan en/of
- die [slachtoffer 1] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of- gedreigd en/of laten dreigen die [slachtoffer 1] te slaan en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 1] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- die [slachtoffer 1] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 1] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of dierbare huisdieren en/of
- die [slachtoffer 1] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps) intimidatie, door verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 1], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 1] te controleren;
SUBSIDIAIR, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden,
[medeverdachte 1] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of Assendelft en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 1];
en/of
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan die [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 1];
en/of
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 1] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft / hebben gehad;
immers zijnde/hebbende die [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [slachtoffer 1] een (liefdes)relatie aangegaan en/of onderhouden en/of die [slachtoffer 1] (aldus) (emotioneel) van hem/hen, [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en/of
- voor die [slachtoffer 1] (een) kamer(s) en/of een gelegenheid geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of
- die [slachtoffer 1] naar / van de plek waar zij zich prostitueerde gebracht en/of opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 1] als prostituee en/of die [slachtoffer 1] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 1] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen, althans bewogen om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te laten dragen en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] laten betalen voor bescherming door [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 1] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s), doen afstaan en/of die [slachtoffer 1] (aldus) in een (verder) van hem/hen, [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 1] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen, en/of
- die [slachtoffer 1] één of meermalen (met een ijzeren/metalen honkbalknuppel) geslagen en/of laten slaan en/of
- die [slachtoffer 1] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of
- gedreigd en/of laten dreigen die [slachtoffer 1] te slaan en/of
- die [slachtoffer 1] (voortdurend) gecontroleerd en/of laten controleren en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 1] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s), althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- die [slachtoffer 1] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 1] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of dierbare huisdieren en/of
- die [slachtoffer 1] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps) intimidatie, door [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s), waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 1], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 1] te controleren
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf /misdrijven verdachte, [verdachte], op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2006tot en met 31 januari 2007, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of Assendelft en/of Den Haag (elders) in Nederland en/of Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)opzettelijk gelegenheid heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest door voornoemde [slachtoffer 1] in de gaten te houden en/of haar te controleren en/of haar te beschermen tegen betaling voor [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) en/of van haar beschermingsgelden te innen en/of door voor haar een kamer te regelen (alwaar zij zich kon prostitueren) en/of haar te begeleiden van/vanaf haar kamer / werkplek (alwaar zij zich prostitueerde).
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of Assendelft en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 2] telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2];
en/of
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 2];
en/of
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 2] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft / hebben gehad;
immers zijnde/hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [slachtoffer 2] een (liefdes)relatie aangegaan en/of onderhouden en/of die [slachtoffer 2] (aldus) (emotioneel) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], afhankelijk gemaakt en/of
- die [slachtoffer 2] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 2] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen en/of
- voor die [slachtoffer 2] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [slachtoffer 2] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 2] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 2] als prostituee en/of die [slachtoffer 2] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 2] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 2] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], doen afstaan en/of die [slachtoffer 2] (aldus) in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], afhankelijke positie gehouden en/of laten houden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of
- bepaald wat die [slachtoffer 2] moest doen en/of wanneer en/of hoe lang zij moest werken en/of waar zij naar toe mocht gaan (waardoor zij geen keuzevrijheid had) en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 2] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- bij die [slachtoffer 2] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 2] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of dierbare huisdieren en/of
- die [slachtoffer 2] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps) intimidatie, door verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 2], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 2] te controleren;
SUBSIDIAIR, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden,
[medeverdachte 2] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari2005 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of Assendelft en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,althans alleen,
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2];
en/of
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere misbruik feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan die [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 2] ;
en/of
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen die [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 2] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft / hebben gehad;
immers zijnde/hebbende die [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [slachtoffer 2] een (liefdes)relatie aangegaan en/of onderhouden en/of die [slachtoffer 2] (aldus) (emotioneel) van hem/hen, [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- die [slachtoffer 2] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 2] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen en/of
- voor die [slachtoffer 2] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [slachtoffer 2] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 2] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 2] als prostituee en/of die [slachtoffer 2] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 2] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 2] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s), doen afstaan en/of die [slachtoffer 2] (aldus) in een (verder) van hem/hen, [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of laten houden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] laten betalen voor bescherming door [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 2] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of
- bepaald wat die [slachtoffer 2] moest doen en/of wanneer en/of hoe lang zij moest werken en/of waar zij naar toe mocht gaan (waardoor zij geen keuzevrijheid had) en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 2] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s), althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- bij die [slachtoffer 2] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 2] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of dierbare huisdieren en/of
- die [slachtoffer 2] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps) intimidatie, door die [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s), waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 2], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 2] te controleren;
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf /misdrijven, verdachte, [verdachte], op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of Assendelft en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest door voornoemde [slachtoffer 2] onder druk te zetten en/of die [slachtoffer 2] in de gaten te houden en/of haar te controleren en/of haar te beschermen tegen betaling voor [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) en/of van haar beschermingsgelden te innen en/of door voor haar een kamer te regelen (alwaar zij zich kon prostitueren) en/of haar te begeleiden van / vanaf haar kamer / werkplek (alwaar zij zich prostitueerde).
5.
hij in of omstreeks de periode 01 februari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen en/of te Amstelveen en/of Diemen en/of Assendelft en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije, heeft deelgenomen aan een organisatie, onder meer bestaande uit [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of verdachte ("de organisatie [organisatienaam]"), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273a (oud) van het Wetboek van Strafrecht en/of 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het seksueel uitbuiten van vrouwen (prostituees) en/of
- (zware) mishandeling, als bedoeld in artikel 300 en/of 302 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die (zware) mishandeling onder andere bestond uit het slaan en/of stompen en/of schoppen van (meerdere) personen (prostituees, klanten van prostituees en/of pooiers) en/of
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (onder andere het bedreigen van prostituees en/of klanten van prostituees) en/of
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie (onder andere het voorhanden hebben
van steek- en/of vuurwapens) en/of
- afpersing, als bedoeld in artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht (onder andere het afhandig maken van geld van prostituees).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak ten aanzien van feit 1 ([slachtoffer 1])

Anders dan de rechtbank en anders dan het openbaar ministerie acht het hof feit 1 niet wettig en overtuigend bewezen. Het hof overweegt daartoe als volgt.
[slachtoffer 1] heeft verdachte in haar verklaring op een zeker moment beschuldigd van handelingen die zouden kunnen worden gekwalificeerd als mensenhandel. Verdachte zou [slachtoffer 1] afhankelijk van hem hebben gemaakt en haar hebben bedreigd waartoe ze tot prostitutiewerkzaamheden is bewogen cq. gedwongen. [slachtoffer 1] zou door verdachte zijn gecontroleerd bij haar werkzaamheden en verdachte zou voordeel hebben getrokken uit de uitbuitingsituatie. Tegenover deze belastende verklaringen staat de ontkennende verklaring van verdachte en de omstandigheid dat [slachtoffer 1] in haar verklaringen aanvankelijk niet belastend over verdachte heeft verklaard. Wanneer die verklaringen worden gevolgd is geen sprake geweest van betrokkenheid van verdachte bij de uitbuiting van [slachtoffer 1], maar was sprake van een liefdesrelatie waarin verdachte en [slachtoffer 1] gelijkwaardig acteerden. Haar ontlastende verklaringen kantelen op enig moment in een voor verdachte belastende zin.
Het hof is zich er van bewust dat het mogelijk is dat de vrouwen, onder wie [slachtoffer 1], die in dit dossier voorkomen en die zich als het ware in het prostitutiesysteem/-milieu bevonden waarvan verdachte ook deel uitmaakte, uit angst of om andere redenen aanvankelijk (bijvoorbeeld omdat zij op het moment van verklaren een relatie met een van de verdachten hadden) in strijd met de waarheid gunstig hebben verklaard over de rol van verdachte en zijn medeverdachten. Dit kan echter niet op voorhand worden aangenomen en zal moeten blijken uit andere zich in dit dossier bevindende bewijsmiddelen, die voldoende duidelijkheid bieden over de feiten en omstandigheden, op grond waarvan de ten laste gelegde uitbuiting aangenomen zou kunnen worden.
Naar het oordeel van het hof bieden de aanwezige bewijsmiddelen ten aanzien van [slachtoffer 1] die duidelijkheid niet. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat voor het bewijzen van een situatie van uitbuiting waarbij verdachte op strafrechtelijke relevante wijze betrokken is geweest niet kan meewerken dat [medeverdachte 1] eind januari 2007 [slachtoffer 1] van verdachte “afpakte”. Hetzelfde geldt voor de bewijsmiddelen die betrekking hebben op de periode na dit incident. Dat vanaf dat moment sprake is geweest van uitbuiting van [slachtoffer 1] is voor de beoordeling van verdachtes strafrechtelijke aansprakelijkheid niet relevant. Verdachtes bemoeienis met [slachtoffer 1] houdt op dat moment immers op.
De vraag is derhalve of verdachte zich voor dat incident in januari 2007 schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde varianten van mensenhandel. Het antwoord op die vraag hangt sterk af van de waardering van het steunbewijs dat resteert. Zoals hierboven reeds overwogen acht het hof echter dat bewijs onvoldoende ondersteunend voor de (uiteindelijk) belastende lezing van [slachtoffer 1].
De in het dossier aanwezige verklaringen over de verhouding tussen verdachte en [slachtoffer 1] houden niet meer in dan dat [slachtoffer 1] de vrouw of het meisje van verdachte was. De uitzondering daarop vormt de verklaring van [getuige 1]. Haar verklaring is echter van horen zeggen en de betrouwbaarheid van haar verklaring over uitbuiting van verdachte van [slachtoffer 1] is niet evident nu zij tevens verklaart over het gebruik van geweld door verdachte in de richting van [slachtoffer 1], terwijl [slachtoffer 1] dat in al haar verklaringen bestrijdt.
De getapte telefoongesprekken houden op hun beurt slechts in dat verdachte op enig moment tegen [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij iemand heeft die op haar let, dat [slachtoffer 1] op enig moment tegen verdachte zegt dat ze geld aan een bodyguard heeft gegeven en dat verdachte op enig moment tegen [slachtoffer 1] zegt dat er vanavond iemand in haar telefoon gaat kijken. Verder hebben verdachte en [slachtoffer 1] verschillende keren ruzie over geld en over de vraag wie haar op haar telefoon gebeld heeft.
Voor zowel de getuigenverklaringen als de getapte telefoongespreken geldt dat de nadere duiding daarvan afhangt van de vraag welke lezing van de verhouding tussen verdachte en [slachtoffer 1] gevolgd wordt: de ontlastende lezing zoals verdachte en aanvankelijk ook [slachtoffer 1] schetst of de belastende lezing die [slachtoffer 1] op een later moment geeft. Bij die stand van zaken kunnen de getuigenverklaringen en getapte gesprekken voor geen van beide lezingen voldoende steunbewijs opleveren.
Daarbij komt dat uit het dossier blijkt dat [slachtoffer 1] in de tenlastegelegde periode naar Turkije is afgereisd om verdachte daar op te zoeken voor twee weken en dat [slachtoffer 1] in die periode tevens zelfstandig naar Litouwen is afgereisd. Dat past niet bij een situatie van uitbuiting voor het incident eind januari 2007.
Op basis van het dossier kan naar het oordeel van het hof dan ook niet wettig en overtuigend worden bewezen dat [slachtoffer 1], in de periode waarin verdachte betrokken was bij haar prostitutiewerkzaamheden (dat wil zeggen tot eind januari 2007) haar prostitutiewerkzaamheden onvrijwillig heeft verricht of in een situatie waarin de mogelijkheid ontbrak of was verminderd om een bewuste keuze te maken. Bij die stand van zaken kan verdachte niet worden veroordeeld voor het leveren van een strafrechtelijk relevante bijdrage aan [slachtoffer 1] prostitutiewerkzaamheden en dient hij dan ook van de tenlastegelegde mensenhandel in al haar tenlastegelegde varianten te worden vrijgesproken.

Vrijspraak ten aanzien van feit 3 ([slachtoffer 2])

Door het openbaar ministerie is in hoger beroep gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld terzake de tenlastegelegde mensenhandel ten aan aanzien van [slachtoffer 2] voor zover dat is toegesneden op artikel 273a (oud)/273f eerste lid aanhef, sub 6 Sr: het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 2].
In dat verband heeft het openbaar ministerie het hof uitdrukkelijk verzocht de rechtsvraag te beantwoorden of het voor een bewezenverklaring van dat feit nodig is te bewijzen dat het opzet van verdachte mede gericht was op de uitbuiting van de ander. Het antwoord op die vraag kan naar het oordeel van het hof worden gevonden in de wetsgeschiedenis. Hetgeen het hof daarover zal overwegen met betrekking tot artikel 273f eerste lid aanhef sub 6 Sr geldt ook voor artikel 273a (oud) eerste lid aanhef sub 6 Sr.
Het huidige artikel 273f eerste lid aanhef sub 6 Sr vindt zijn oorsprong in het oude artikel 250a eerste lid aanhef sub 4 zoals dat in de Wet opheffing algemeen bordeelverbod (Stb. 1999, 464) werd geïntroduceerd. Daarin werd strafbaar gesteld ‘degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich onder de onder 1 genoemde omstandigheden beschikbaar stelt tot het plegen van die handelingen’. Deze onder 1 genoemde omstandigheden betreffen de (ongeoorloofde) middelen die een uitbuitingsituatie creëren of, anders gezegd, de (dwang)middelen waardoor iemand zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling. Als achtergrond wordt in de bijbehorende Memorie van Toelichting de introductie van deze strafbaarstelling, voor zover hier van belang, als volgt gemotiveerd: “Daar het niet volstrekt zeker is of met behulp van deelnemingsconstructies in voldoende mate effectief kan worden opgetreden tegen achtergronddaders, wordt voorgesteld ook uitdrukkelijk strafbaar te stellen degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met een derde, terwijl hij weet of behoort te weten dat die andere zich onvrijwillig prostitueert (…)” (Kamerstukken II 1996-1997, 25 437, nr. 3, p. 9).
Naar het oordeel van het hof kan deze (oude) delictsomschrijving niet anders worden uitgelegd dan dat het opzet gericht dient te zijn op het voordeel trekken en dat als bijkomende voorwaarde voor strafbaarheid de verdachte op zijn minst redelijkerwijs moet vermoeden dat diegene van wie hij voordeel trekt zich in een uitbuitingsituatie bevindt. De vergelijking dringt zich in dit verband op met het delict schuldheling. Ook de Memorie van Toelichting bij de Wet opheffing algemeen bordeelverbod geeft geen aanleiding de daarbij geïntroduceerde delictsomschrijving van artikel 250a eerste lid aanhef sub 4 anders te interpreteren. Daarin wordt alleen ten aanzien van het tevens nieuw geïntroduceerde artikel 250a eerste lid aanhef sub 5 (‘degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling, indien die ander minderjarig is’) uitdrukkelijk vastgesteld dat het opzet gericht dient te zijn op het voordeel trekken en dus niet op de minderjarigheid (Kamerstukken II 1996-1997, 25437, nr. 3, p. 9).
Bij de Wet ter uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel (Kamerstukken II 2003-2004, 29 291, nrs. 1-2) is de delictsomschrijving in artikel 250a eerste lid aanhef sub 4 vervangen door de huidige delictsomschrijving in artikel 273 lid 1 aanhef sub 6. Daarin werd als schuldige aan mensenhandel strafbaar gesteld ‘degene die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander’. Ter toelichting hierop valt in de Memorie van Toelichting slechts te lezen dat daarmee het bepaalde in artikel 250a, eerste lid, onderdeel 4, geacht wordt te zijn uitgebreid tot andere vormen van uitbuiting dan seksuele uitbuiting (Kamerstukken II 2003-2004, 29 291, nr. 3, p. 19). Bij de verdere behandeling van deze wet wordt aan deze delictsomschrijving verder geen aandacht besteed, zodat de conclusie gerechtvaardigd lijkt dat de wetgever geen wijziging in de reikwijdte van de strafbaarstelling van het opzettelijk voordeel trekken uit seksuele uitbuiting heeft willen nastreven.
De slotsom, en daarmee het antwoord op de door het openbaar ministerie opgeworpen rechtsvraag, moet daarom ook zijn dat het opzet bij seksuele uitbuiting slechts gericht hoeft te zijn op het trekken van voordeel uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling en derhalve niet op de situatie van seksuele uitbuiting op zichzelf. Naar het oordeel van het hof blijft, gelet op het voorgaande, echter wel als voorwaarde voor strafbaarheid op grond van artikel 273 lid 1 aanhef sub 6 staan dat diegene die voordeel trekt weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat sprake is van seksuele uitbuiting.
Met betrekking tot dit feit, ten aanzien waarvan slechts kan worden bewezen dat verdachte in de periode van december 2005 tot en met februari 2006 voor [slachtoffer 2] bodyguardwerkzaamheden heeft verricht, kan naar het oordeel van het hof niet bewezen worden dat verdachte ten tijde van die uitvoeringshandelingen bewust was of bewust had moeten zijn dat [slachtoffer 2] werd uitgebuit. Het hof acht voor het bewijs daarvan onvoldoende dat achteraf kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 2], waardoor [slachtoffer 2] seksueel werd uitgebuit, zich destijds schuldig maakte aan (grootschalige) seksuele uitbuiting van vrouwen. Het gaat er om wat verdachte daarvan wist of had moeten weten op grond van hetgeen door wettige bewijsmiddelen kan worden vastgesteld. Bewijs van dat weten of behoren te weten kan slechts worden gegrond op de verklaring van [getuige 2] van 27 januari 2010 waaruit volgt dat verdachte op enig moment wist dat [medeverdachte 2] zich bezig hield met vrouwenhandel. Op basis van die verklaring kan echter niet worden vastgesteld dat verdachte reeds gedurende de periode dat hij bodyguardwerkzaamheden verrichtte voor [slachtoffer 2] wist dat [medeverdachte 2] zich bezig hield met vrouwenhandel. Het bewijs dat resteert zijn dan een aantal telefoontaps die voor meerdere uitleg vatbaar zijn en waarvan de duiding sterk afhangt van wat verdachte op het moment van die telefoongesprekken wist. Nu het bewijs daarvoor ontbreekt, kunnen de telefoongesprekken geïsoleerd beschouwd ook geen bewijs opleveren voor wat verdachte van de uitbuiting van [slachtoffer 2] wist of behoorde te weten.
Nu ten aanzien van ieder van de tenlastegelegde varianten van mensenhandel sprake moet zijn (voorwaardelijk) opzet op de (seksuele) uitbuiting danwel van (redelijkerwijs moeten) weten dat sprake is van (seksuele) uitbuiting, kan het onder 3 tenlastegelegde feit niet worden bewezen. Het hof zal verdachte net als de rechtbank van dit feit vrijspreken.
Vrijspraak ten aanzien van feit 5 (Deelneming aan de criminele organisatie [organisatienaam])
Het openbaar ministerie heeft in hoger beroep gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld terzake deelname aan de criminele organisatie rond [medeverdachte 1] voor zover het de periode december 2005 tot en met 7 februari 2007 betreft. Verdachte heeft het feit ontkend en de verdediging heeft vrijspraak bepleit.
Het hof overweegt als volgt.
Op grond van het dossier kan worden vastgesteld dat er op de Wallen een criminele organisatie actief was als beschreven in de tenlastelegging (in het dossier de groep “[organisatienaam]” genoemd). Verdachte heeft voorts gedurende een korte periode bodyguardwerkzaamheden verricht voor een vrouw ([slachtoffer 2]) waarvan achteraf kan worden vastgesteld dat die door [medeverdachte 2] werd uitgebuit. De vraag is nu of vast is komen te staan dat verdachte:
- behoorde tot het bewuste criminele samenwerkingsverband en een aandeel had in
gedragingen die strekten tot of verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie of dat betrokkene deze gedragingen ondersteunde (opzet op deelname);
- wist dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk had.
Het openbaar ministerie heeft voormelde vragen bevestigend beantwoord.
Met de rechtbank beantwoordt het hof deze vragen negatief en zal verdachte van dit feit vrijspreken. Het hof acht de enige bewijsbare activiteit van verdachte (het verrichten van bodyguardwerkzaamheden voor [slachtoffer 2]), mede gelet op de korte periode van die activiteit in verhouding tot de periode die het openbaar ministerie voor wat betreft de deelname aan een criminele organisatie bewijsbaar acht en in aanmerking genomen het gebrek aan bewijs van wetenschap op dat moment over de criminele omgeving waarin die activiteit werd verricht, op zichzelf onvoldoende reden om aan te nemen dat verdachte betrokken was bij het crimineel samenwerkingsverband rond [medeverdachte 1]. Niet onaannemelijk is dat verdachte niet betrokken was bij het samenwerkingsverband, zijn werkzaamheden verrichtte als zelfstandig bodyguard en dat hij dus geen rechtens relevante rol in die organisatie heeft gespeeld. De bewijsmiddelen geven ruimte voor de door de verdediging gegeven uitleg dat zijn contacten met de groepering vooral voortvloeiden uit het feit dat hij als zelfstandig bodyguard op de Wallen werkzaam was. Niet iedereen die wel eens contact had met de groep [organisatienaam] of wel eens een dienst verleende aan (leden van) die groep kan worden beschouwd als deelnemer aan dat criminele samenwerkingsverband. De rechtbank heeft verdachte dan ook terecht vrijgesproken van de tenlastegelegde deelname aan de criminele organisaties.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair, 4 primair en subsidiair, en 5 ten laste gelegde.
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair en 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr J.P. Bordes, voorzitter,
mr M. Otte en mr P.L.M van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr R. Robroek, griffier,
en op 22 november 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.