Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
(…) het vonnis d.d. 28 september 2011 van de rechtbank Zwolle-Lelystad (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende, de vorderingen van [geïntimeerde] af te wijzen alles met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties".
3.De feiten
koop- en verkoopovereenkomst aandelen- (hierna: de overeenkomst) aangegaan waarbij [appellant] de aandelen in [geïntimeerde] heeft verkocht aan [Holding B.V.]. De koopsom bedroeg € 270.000,- gebaseerd op een eigen vermogen van de vennootschap van € 200.668,- en een goodwill van € 69.332,-.
1. [appellant], statutair gevestigd te Genemuiden en kantoorhoudende te [woonplaats] aan [adres], te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar statutair bestuurder [bestuurder 1], hierna te noemen:"Verkoper";2. [geïntimeerde], statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] aan [adres], te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar indirecte bestuurder [bestuurder 1], hierna te noemen: de"Vennootschap";en3. [Holding B.V.], statutair gevestigd te [adres], te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar statutair bestuurder[bestuurder 2] hierna te noemen:"Koper";
ConcurrentiebedingVerkoper, alsmede haar eigenaar/directeur [bestuurder 1] zal/zullen zich gedurende twee jaren, gerekend vanaf de datum van overdracht, middellijk of onmiddellijk onthouden van activiteiten op het gebied van bestratingswerkzaamheden, die concurrerend zijn met die van de Vennootschap, zulks op verbeurte van een onmiddellijk opeisbare en niet voor rechterlijke matiging vatbare boete van € 5.000,- per overtreding, naast en onverminderd de verplichting tot nakoming en vergoeding van schade. Deze boete is niet verschuldigd wanneer Verkoper de Vennootschap beconcurreert door werk aan een derde uit te besteden op grond van een verzuim van de verplichtingen van Vennootschap uit hoofde van artikel 9 van deze overeenkomst. Tevens is de boete niet verschuldigd indien het gaat om de bestratingswerkzaamheden zoals die in aard en omvang reeds nu door Verkoper in eigen beheer ook al worden uitgevoerd. Nu [bestuurder 1] zich tevens aan dit concurrentiebeding bindt, zal hij deze overeenkomst ten behoeve van dit beding mede-ondertekenen.
Uitbesteden opdrachtenVerkoper verplicht zich de relatie tussen haar en de Vennootschap voor een periode van drie jaren met ingangsdatum 1 juni 2007 in stand te houden. Zulks houdt in dat Verkoper de Vennootschap exclusief - derhalve met uitsluiting van derden - als onderaannemer inschakelt voor bestratingswerkzaamheden. De Vennootschap verplicht zich:- marktconforme tarieven te calculeren en aan te bieden;- beschikbaar te zijn voor het uitvoeren van de werkzaamheden;- volgens de gebruikelijke maatstaven werk van behoorlijke kwaliteit te leveren.
4.De vordering en beoordeling daarvan in eerste aanleg
I. [appellant] veroordeeld tot betaling van de contractuele boetes ad € 15.000,-, vermeerderd met de wettelijke handelsrente daarover ex artikel 6:119a BW, te berekenen over € 5.000,- vanaf 16 april 2008, over € 5.000,- vanaf 12 juli 2008 en over € 5.000,- vanaf de dag der dagvaarding;
II. voor recht verklaard dat [appellant] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst d.d. 17 juni 2007, met veroordeling van [appellant] tot betaling van de daaruit voortvloeiende overige schade, nader op te maken bij staat;
III. [appellant] veroordeeld tot openlegging van de administratieve bescheiden terzake van de in de dagvaarding gemelde projecten ten behoeve van de berekening van de onder II gemelde overige schade;
IV. [appellant] veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 904,-
Voorts heeft de rechtbank [appellant] veroordeeld in de proceskosten en heeft zij haar beslissingen, met uitzondering van de verklaring voor recht onder sub II, uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.
5.De grieven en de beoordeling in hoger beroep
grief Ikomt zij op tegen het oordeel van de rechtbank dat zij [geïntimeerde] had moeten uitnodigen om een offerte voor het project BBU2 uit te brengen.
grief IIIkomt zij op tegen het oordeel dat zij haar verweer dat zij niet gehouden was om [geïntimeerde] bij het Bushalte-project te betrekken, onvoldoende heeft onderbouwd.
grief VIten slotte vecht [appellant] de toewijzing van buitengerechtelijke kosten aan.
6.De slotsom
7.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op
twee wekenvoor het getuigenverhoor zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de advocaat van [geïntimeerde] alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk
één weekvoor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen;