Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
12 november 2013
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
http://www.steenwijkerland.nl(legesverordening 2011).”
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende [X] [Z] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland van 5 maart 2013, waarin de rechtbank de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Steenwijkerland heeft bevestigd. De heffingsambtenaar had op 26 april 2012 een aanslag leges van € 28.000 opgelegd in verband met een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Na bezwaar werd deze aanslag verminderd tot € 21.070,44, maar belanghebbende ging in beroep. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde.
De kern van het geschil betreft de vraag of bij belanghebbende het rechtens te beschermen vertrouwen is gewekt dat de leges zouden worden berekend volgens het tarief van de Legesverordening Steenwijkerland 2011, die gold tot 1 november 2011. Belanghebbende stelt dat de ontvangstbevestiging van de gemeente, waarin naar de legesverordening 2011 wordt verwezen, dit vertrouwen heeft gewekt. De heffingsambtenaar betwist dit en stelt dat het een kennelijke verschrijving betreft.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat belanghebbende haar stelling niet aannemelijk heeft gemaakt. De verwijzing naar de legesverordening 2011 in de ontvangstbevestiging kan niet worden opgevat als een toezegging dat de leges op basis van die verordening zouden worden geheven. Het Hof concludeert dat de legesverordening 2012 van toepassing was ten tijde van de aanvraag en dat belanghebbende niet gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de tarieven van de verordening 2011. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling.